De eurocrisis door de ogen van een outsider

Deze zomer streek ik even neer in Figueres, lui liggend tussen de Costa Brava en de Spaanse Pyreneeën en badend in surrealistisch wit zonlicht. Het was net zoals ik het me herinnerde van een aantal jaren geleden. Bijna. De Spanjaard op de trappen van de Iglesia de San Pedro, rechterarm in het gips, ziekenhuisfacturen voor hem uitgespreid, onwennig het hoofd gebogen en de vrouw iets verderop, op de hoek van de straat, dankbaar brood aannemend van een voorbijganger, die waren nieuw. Aan de andere kant van de wereld, in Azië, dwarrelt wel wat nieuws binnen over de crisis in Griekenland of een vliegtuigcrash, maar de nog immer mediterraanse economische nood is in de vergeetplooien van de media verdwenen.

  • © Elke Van dermijnsbrugge Iglesia de San Pedro - Figueres. © Elke Van dermijnsbrugge
  • © Elke Van dermijnsbrugge Cadaqués. © Elke Van dermijnsbrugge
  • © Elke Van dermijnsbrugge La Rambla - Figueres. © Elke Van dermijnsbrugge

Er verstreek alweer een jaar sinds ik laatst voet zette op Europese bodem. Om de reverse culture shock minder groot te maken besloot ik mijn zomer door te brengen in Noord-Spanje.

Het lijkt een grote stap van de tropische jungle naar de rotsige Empordà, maar eigenlijk is het dat niet. Het is simpelweg ‘sawadee kha’ inruilen voor ‘bon dia’.

Eenzelfde warm weertje en laid back sfeer, maar dan met een surrealistische toets.

Het was onvermijdelijk om Figueres, de geboortestad van Salvador Dalí, niet te laten links liggen.

Figueres heeft nog niks van zijn artistieke charme verloren. Het centrum met de kleine schaduwrijke pleintjes, verweerde gevels, modernistische architectuur en veel terracotta, beige en zachtgeel is uitnodigend. Op La Rambla brengen señors en señoritas de namiddag door in de schaduw van de platanen, voorbijgangers uitgebreid taxerend. Tot zover wat ik al wist.

Nu stond ik oog in oog met het bedelende gezicht van Spanje.

Ik liep in de richting van het Dalí Theatre — Museum en terwijl ik tegen de felle zon in omhoog keek, naar de toren van de Iglesia de San Pedro, botste ik bijna tegen de man die hard zijn best deed om in de gevel van de kerk te verdwijnen, maar tegelijkertijd toch aanwezig probeerde te zijn. Een gebroken arm en ziekenhuisfacturen getuigden van een pijnlijk uitzichtloze toestand. Schaamte, maar ook wanhoop spraken uit zijn houding. De trotse Spanjaard die moest rekenen op de meevoelendheid van de toevallige passant om te overleven.

Dit had ik nog niet gezien, noch had ik enig idee hoe het nu precies stond met de Spaanse crisis. Ik volg de reguliere Europese media vanop zeer grote afstand en heel wat berichtgeving laat ik bewust aan me voorbij gaan, omdat het de relevantie voorbij is. Maar nu stond ik oog in oog met het bedelende gezicht van Spanje.

Voor een correcte economische analyse zijn er andere bronnen, hier geef ik een impressie van iemand die al geruime tijd buiten Europa woont en aan de zijlijn toekijkt.

© Elke Van dermijnsbrugge

Cadaqués.

Een luchtbel aan de Costa Brava

Vooraleer naar Figueres te reizen, bracht ik tijd door in Cadaqués, een idyllisch dorpje aan de kust, op ongeveer dertig kilometer van Figueres. Cadaqués dankt zijn charme aan de ligging, een kleine baai aan de andere kant van de heuvels die het Cap de Creus natuurgebied scheiden van de echte Costa Brava. Wit en blauw zijn de hoofdkleuren in de dorpskern die in de laatste honderd jaar weinig of niet is veranderd.

De plek heeft een mondain allure. Families met oud en nieuw geld zakken met hun luxewagens vanuit België, Frankrijk en elders in Spanje af naar Cadaqués om er vermout te drinken, goed te tafelen, neer te strijken op een van de vele kleine kiezelstranden. Ze pikken ook wat kunst mee en kopen een tableau in een van de vele kleine galerietjes. Mevrouw wacht intussen buiten met de hond. Een rashond weliswaar, aan een stijlvolle leiband. Dalí hield van Cadaqués omwille van de rotsformaties en het licht, maar die details gaan aan de meeste van deze families voorbij.

Terwijl ik langs de kust kuierde, sloeg ik de familietaferelen gade en vroeg me af of die crisis er wel ooit was geweest. Geen bedelaars te bekennen ofwel worden ze vakkundig geweerd. Een vloed van welvaart stroomt langs dit uiterst noordelijke deel van de Costa Brava. Accommodatie kent hier een stevige prijs en een snelle blik op de prijzen van het vastgoedaanbod doet duizelen. Cadaqués is wat dat betreft een luchtbel.

Accommodatie kent hier een stevige prijs en een snelle blik op de prijzen van het vastgoedaanbod doet duizelen.

De rest van de Costa Brava, daar waar lelijke hoogbouw de kustlijn siert, vertelt echter een ander verhaal. De bouwwoede van de jaren zeventig en tachtig heeft geleid tot leegstand, tot spookgebouwen waarin niemand interesse heeft. Appartementen die aan de straatstenen niet kunnen worden verkocht.

Die Costa Brava was altijd de vakantiebestemming voor de grote massa geweest en het is nu net die laag van de bevolking die werd getroffen door de crisis. Het modernisme, de architectuur die Barcelona en Figueres kenmerkt, is hier onbestaande. Lelijkheid spant de kroon.

Zou de crisis er niet geweest zijn, dan zou de mens uiteindelijk misschien zijn weggebleven omwille van de aversie voor lelijkheid. Of toch niet. De gustibus non est disputandum.

Ook hier geen bedelaars, want hier is niet genoeg volk.

Dalí​nisme to the rescue

Figueres dus, waar wel bedelaars te vinden zijn en waar de crisis nog steeds door de straten waart. Of dit beeld representatief is voor de rest van Spanje, laat ik in het midden, maar het is schokkend om te zien hoe in een stadje tussen de rijkdom aan kunst, architectuur en historiek de Spaanse burger wanhopig probeert te overleven.

© Elke Van dermijnsbrugge

La Rambla — Figueres.

Ik gaf de man met de gebroken arm tien euro. Hij knikte langzaam, zonder me aan te kijken. Een vergiftigd geschenk, die euro, dat bedenk ik terwijl ik wegloop. Zonder twijfel speelde de euro, en bij uitbreiding het Instituut Europa, een rol in de economische ondergang van vele Europese staten. If we fall, we drag you down with us. Het is een prachtig ideaal, een grote unie van verbonden staten, maar het is tegelijkertijd een gevaarlijk kluwen.

De financiële en economische verwevenheid van de Europese staten ligt als een strop rond ieders nek. Knijpt men te hard in het machtige westen, dan stopt de luchttoevoer in het zuiden en het oosten. De burgers zijn geketend aan staat, bank en grond. Europa is een monsterlijke seriemoordenaar. Het duldt quasi geen ruimte voor alternatieve vormen van economie, lokale business of artistieke en culturele vrijheid. (Europese) onafhankelijkheid is een historisch begrip geworden. 

Een terugkeer naar Solidarnosc is te ver gezocht. Wel ligt een oplossing dichter bij huis, bij Señor Salvador Dalí himself.

(Europese) onafhankelijkheid is een historisch begrip geworden.

Dalí was van bij de start van zijn carrière een excentrieke outsider. Zijn kunst was moeilijk in te delen bij de bestaande gekende stromingen van zijn tijd. Hij hield zich niet aan conventies, rekte het begrip ‘kunst’ uit iets wat ingebed zit in elke vezel van het leven, een uiting van persoonlijke opinies die buiten het gekende referentiekader een plaats vinden.

Tot 1940 behoorde Dalí tot de surrealistische kunstbeweging, maar nadien scheurde hij zich ook hiervan af. Zijn dalínisme was nu echt een feit. In zijn schilderwerken zijn representaties van zijn eigen wereld te zien, maar ook van hoe hij zelf de wereld ziet.

Dalí liet zich omringen door een kleine groep van intimi, kunstenaars die onafhankelijk werkten van de grote stromingen, die er aparte kunstopinies en levensopvattingen op na hielden. Zij ontmoetten elkaar in Port Lligat, een klein gehucht vlakbij Cadaqués, waar Dalí het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht. Outsiders staken de koppen bij elkaar en voerden de revolutie aan van onder de olijfbomen met zicht op de baai van dit onooglijke dorp. Kleinschalig, uniek en onafhankelijk waren de sleutelwoorden. Maar Dalí beschikte ook over een portie overlevingsdrang in de toen al globaliserende wereld. Af en toe zette hij zijn masker op, reisde af naar Parijs of New York en verkocht zijn werk, ontmoette zogenaamde invloedrijken. Dali hield er bijvoorbeeld een stevige vriendschap en professionele band op na met Walt Disney. Hij was de outsider die zich af en toe voor insider liet doorgaan.

Elke Europese staat zou de rol van onafhankelijke outsider op zich moeten kunnen nemen en van onder zijn olijfboom, zijn beuk of zijn spar de eigen lokale revolutie kracht kunnen bijzetten, los van wat buren denken of doen. Een eigen identiteit. En af en toe, als het de moeite waard is, het masker van de Europese insider opzetten, om zichzelf niet helemaal buiten spel te zetten. Het zou de Spanjaard met de gebroken arm ten goede komen, zo’n portie dalí​nisme. Bij nader inzien had Señor Dalí zich vermoedelijk ook erg thuis gevoeld in Zwitserland. 

Om met zijn woorden af te sluiten: ‘Il faut que les gouvernements se limitent à exercer leur pouvoir avec un maximum d’autorité.’ (uit: La vie secrète de Salvador Dalí)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.