Feesten in de nor van Goma

Het surrealisme van België wordt slechts door één ander land overtroffen: niet toevallig is dat Congo.

  • © La Lucha De zes veroordeelden tijdens hun proces op 28 februari 2016 © La Lucha
  • © La Lucha Rebecca Kabugho, jong, bevlogen en mét lef. © La Lucha

Een SMS van Kris Berwouts: of we elkaar maandag in Goma konden zien en of ik geen zin had om mee zijn verjaardag te vieren.

Altijd leuk om een fijne vriend een fijne verjaardag te helpen bezorgen. Dus ik ging er graag op in. Ook omwille van de andere genodigden en de plaats: de veroordeelde jongeren van de geweldloze beweging La Lucha in de Munzenze gevangenis van Goma. Enfin, genodigden, eigenlijk waren wij het die onszelf lieten uitnodigen, want een gevangene kan zich niet zomaar naar een feestje buiten de gevangenismuren begeven.

Althans, dat is wat ik altijd had gedacht. Terwijl we stonden te wachten op de beslissing van de directeur of we nu al dan niet binnen zouden mogen, vertelde Claudia, onze onderhandelaarster, honderduit over het leven achter de in lavasteen opgetrokken muren. En mijn oren gingen flapperen.

Le roi du Zaïre

De buitenwereld, dat is voor de gevangenen de D.R.Congo, maar de binnenwereld heet daar nog steeds Zaïre. En Zaïre heeft zijn eigen regering met alle gebruikelijke ministerposten en uiteraard zijn president. Toen twee jaar geleden de directeur-generaal van de spaar- en kredietcoöperatie Imara, Abélard Mineene, werd aangehouden en opgesloten veranderde zijn leven wel heel grondig.

In de ogen van de gevangenen was hij toch wel een erg interessante persoon die beslist hun inkomsten goed zou beheren, dus werd hun vorige president prompt aan de kant geschoven en vervangen door president Abélard.

Inkomsten?, hoor ik je denken. In de gevangenis van Munzenze moet je voor alles betalen. De gevangene zelf kan zo bepaalde gunsten afkopen, zoals een ruimere cel of onderdak in de VIP-afdeling (kostprijs 400$). Maar ook bezoekers moeten elke keer betalen. Dat er een officieel bericht hangt aangeplakt dat geen enkele dienst mag geld vragen, raakt hun kouwe kleren niet. De micro-kosmos binnen de gevangenis valt buiten de controle van de directie. De president van Zaïre kan het zich zelfs veroorloven om regelmatig een stapje in de wereld te zetten, zolang hij maar naar de cel terugkeert. Een privilege eigen aan zijn rang. Zonder enkelband.

Beerput

Nieuw binnenkomende gevangen daarentegen krijgen het zwaar te verduren. Hun behandeling lijkt wat op een studentendoop, met dat verschil dat in plaats van peperkoek en bier ze echte kak en pis moeten trotseren, in de beerput, waar ze worden doorgesleurd. En de slagen en folteringen zijn echt. Gevangenen reageren al hun frustraties af op de nieuwkomers, die er vervolgens alles aan doen om een plaats binnen de hiërarchie te veroveren en zo op hun beurt het systeem te bestendigen.

De zes jongeren van La Lucha bleven evenwel gespaard van zulke behandeling. Alsof de gevangenen, beter dan de rechters of de politici, begrijpen dat dit geen misdadigers zijn, dat ze hier niet thuishoren. En dus mochten ze meteen doorstromen naar de VIP-afdeling zonder folteringen en zonder betaling. Zij komen immers in het echte leven op voor structurele veranderingen voor alle Congolezen, voor een betere toekomst voor iedereen, zij doen niet mee aan het sequentieel zakkenvullen, komen op voor principes en rechten. Onbezoldigd en onkreukbaar. Dat dwingt respect af, tot in de gevangenis.

Ongetwijfeld is dat één van de redenen waarom hun initiële veroordeling tot twee jaar in beroep werd verminderd tot 6 maanden. Maar het blijft natuurlijk een onrecht om vreedzame acties bestempeld te zien worden als aanzetten tot revolte en ondermijning van het gevestigde gezag en daar dan een half jaar te moeten voor brommen.

Je moet echt iemand van La Lucha zijn om zelfs daarin nog een opportuniteit te zien. Het geeft hen de kans om vele mensen te ontmoeten die een zee van tijd hebben om naar hun analyse te luisteren en zo stilaan zich te laten winnen voor hun ideeën van gerechtigheid en burgerrechten. La Lucha breidt zich steeds verder uit, nu ook tot in de gevangenis.

Recht op bezoek

Het lange wachten leek heel even voor niets te zijn geweest. De onderdirecteur had vlot zijn toestemming gegeven voor ons bezoek, maar de directeur, die zich niet liet zien, verzette zich ertegen. Hij wilde ongetwijfeld niet dat wazungu-ogen de wantoestanden in zijn instelling zouden te zien krijgen. Gebouwd om 150 gevangenen in onder te brengen, huizen er nu meer dan 1800. Een groot aantal onder hen zijn militairen. Maar ze hokken er allemaal op een hoopje. Ook mensen in voorlopige hechtenis en veroordeelden door elkaar. Wat een zootje. Gelukkig dat toch tenminste de mannen van de vrouwen zijn gescheiden.

Op datzelfde aanplakbriefje staat ook geschreven dat elke gedetineerde recht heeft op bezoek. De directeur bedacht dan uiteindelijk na een hele tijd rond de pot draaien een alternatief: ze zouden de 5 jonge mannen en de ene jongedame uit hun cellen halen, en we zouden hen kunnen ontmoeten in het kantoor van… de onderdirecteur.

Het weerzien was emotioneel. Kris kent enkelen onder hen al jaren en die band was goed te voelen bij de begroetingen. Als Rebecca iets later erbij kwam, voelde je de emoties door de ruimte gaan. Ons bezoek gaf haar de kans haar lotgenoten nog eens te ontmoeten. Ze wisselden een innige La Lucha groet uit. Achteraf legde Phoebe me uit welke betekenis erachter zit.

Mensen van La Lucha begroeten elkaar door de linkerhand met de handpalm vooruit, te verstrengelen met de linkerhand van de andere en die enkele seconden stevig vast te houden. “De linkerkant is de kant van ons hart”, zei Phoebe. “Wij voeren een positieve strijd met ons hart. Wij zetten ons van ganser harte in voor een betere toekomst. En ook, in een hand zitten er altijd leemtes tussen de vingers. Als we twee handen verstrengelen, vullen we elkaars leemtes op en staan we sterk.” Ze greep mijn linkerhand stevig vast op de wijze van La Lucha en voorwaar, ik voelde een energiestoot door me heen gaan.

Jamais!

De jongeren zagen er in hun blauwgele bajesplunje op het eerste zicht redelijk goed uit. Maar al gauw bleek dat ze allemaal ziek waren. Snotvalling, proesten. Rebecca was er het ergst aan toe. Ze kon zich amper overeind houden en voelde zich duidelijk beroerd.

Serge probeerde nog een zachte hint te geven aan de onderdirecteur dat hij toch op enige privacy had gehoopt, maar die deed of zijn neus bloedde. Waarop Serge er zich dan maar plagend bij neerlegde dat de onderdirecteur intussen wel al voldoende afwist van La Lucha om er zelf te beginnen in geloven en dat hij hem eigenlijk al beschouwde als een medestander. Waarop de directeur met verbijsterde ogen zei: “Qui ? Moi?”, maar er niet verder op inging.

De jongeren legden kernachtig uit waar het hen om te doen is: een nieuw en ander Congo opbouwen waar komaf wordt gemaakt met corruptie en nepotisme, waar overheden ten dienst staan van de burger, waar belastinggeld wordt geïnvesteerd in het welzijn van de burger, alle burgers, zonder onderscheid. Waar misdaden worden bestraft en wetten worden gerespecteerd. Waar water, elektriciteit, medische verzorging en scholing gegarandeerd zijn voor iedereen. Waar politie de mensen beschermt en het leger het vaderland verdedigt in plaats van te plunderen en verkrachten.

Dat overheid en justitie hen zien als opposanten is een grove misinschatting. Ze zijn niet tegen iets, ze willen het systeem gewoon veranderen en verbeteren. Daarom gaan ze ook niet in op de vele wenken van de politieke oppositie om hun rangen te vervoegen. “Wat hebben we daar te zoeken? Er is daar al even weinig visie op de toekomst van ons land en onze jeugd als in de regering. Het enige wat ze willen is de plaats innemen van de huidige meerderheid om precies hetzelfde verder te blijven doen. Hoe kunnen we daar ooit mee samenwerken? Om ons te laten instrumentaliseren? Jamais!”

Verjaardagsfoto

Ik werd stil van zulk een vurig, consequent betoog. Nooit eerder heb ik een Congolees zoveel engagement horen verkondigen op een manier dat je er niet kan aan twijfelen dat hij het ook meent. Die jonge mensen zijn geen misdadigers. Het zijn bevlogen idealisten maar met een realistische visie en een ongelooflijke bereidheid tot inzet, die niet gedicteerd wordt door korte termijn geldgewin en kortzichtig eigenbelang. Kris had me op voorhand proberen uit te leggen waar ze voor staan, maar niets is zo doeltreffend als het uit hun eigen mond te horen en hun ogen te zien glinsteren, ondanks het genies en gesnotter.

De verjaardagstaart werd opgediept: dikke stevige koek in de vorm van een hart en met een zuinige laag roze botercrème erop. Ze moest worden versneden met een lepelsteel want messen zijn in deze omgeving uiteraard verboden. We hadden zoveel spijt dat camera’s niet toegelaten waren om het tafereel vast te leggen! Toen Kris die spijt ook uitsprak, riep de onderdirecteur prompt een medewerker die met zijn smartphone aan de slag ging. Toen hij al te uitdrukkelijk foto’s van mij alleen begon te nemen, begreep ik het pas: dit was natuurlijk een uitgelezen kans om dat stel vreemde wazungu goed te documenteren, voor het geval ze ooit bij één of andere actie zouden opduiken. Achteraf hebben we dan ook geen enkele foto gekregen. Dat was beslist een kereltje van het ANR, de inlichtingendienst, geweest. Benieuwd of daar ooit nog een staartje aan komt.

Vierbladig formulier

Elk om beurt vertelden de gevangenen hun verhaal. De studenten misten natuurlijk hun paasexamens. De studenten geneeskunde konden toch nog iets leren: ze deden hun stage in de gevangenis, bij de vier officieel aangestelde gevangenisartsen. Een van hen had zijn huwelijk gepland voor deze maand maart. Zijn verloofde heeft haar plannen moeten herzien.

Kris vertelde hoe de hele wereld van nabij opvolgt wat er met de jongeren van La Lucha gebeurt, in alle steden van het Oosten, zowel als in de buitenwijken van Kinshasa, en in het buitenland. Hoe Rebecca als symbool van de geweldloze strijd op handen wordt gedragen. De 21-jarige studente klinische psychologie kikkerde er heel even helemaal van op.

© La Lucha

Rebecca Kabugho, jong, bevlogen en mét lef.

Als de sfeer steeds meer op een echt verjaardagsfeest begon te lijken, waagde ik me aan een suggestie voor de onderdirecteur: dat ik hier geen criminelen zag, maar zelfbewuste burgers met een oprechte inzet voor hun land. Dat ze onverkort hun geweldloze aanpak verderzetten in de gevangenis waar ze eigenlijk niet thuishoren. Dat ze ongetwijfeld zullen in aanmerking komen voor vervroegde vrijlating wegens goed gedrag.

Waarop de onderdirecteur spontaan een vierbladig formulier opdiepte waarmee een vervroegde vrijlating kan worden verkregen. Hij gebood één van de studenten het voor te lezen van het begin tot het eind. We luisterden aandachtig. Toen we hoorden hoeveel tussenstappen er waren, en dat de uiteindelijke beslissing wordt genomen door de nationale minister van justitie in persoon, bleef er niet veel hoop over. De procedure zou beslist langer aanslepen dan de 5 maanden die hen nog rest. Maar ik moedigde hen toch aan een poging te wagen. Ze hebben er in ieder geval niets bij te verliezen.

De onderdirecteur had bij de aanvang van het bezoek te kennen gegeven dat de directeur ons 10 minuten had toegekend, maar dat hijzelf daar graag nog 5 minuten bovenop wou geven. Uiteindelijk bleven we meer dan een uur zitten, zonder dat iemand ongeduldig werd. Congo is en blijft toch voor altijd het land waar, wat op het eerste zicht onmogelijk was, uiteindelijk ver wordt overtroffen. Beeld je in dat dit typisch Congolese fenomeen zou kunnen in positieve banen worden gekanaliseerd voor de toekomst!

In Zaventem en Maalbeek blazen gehersenspoelde jongeren zich op met de bedoeling om zoveel mogelijk kapot te maken. Dat geeft de regering en de overheidsdiensten overwerk dat bakken geld kost. In Goma geven leeftijdsgenoten het beste van zichzelf zonder zelfs maar een hint van geweld, maar ze worden behandeld als levensbedreigende terroristen. De Congolese regering zou blij moeten zijn met zulke visionaire jongeren en hen alle bewegingsruimte moeten geven om hun dromen te kunnen waarmaken. Maar wat kan je verwachten van overheden die alleen maar “la politique du ventre” kennen?

Vorige week zei de gouverneur van Noord-Kivu, Julien Paluku Kahongya, het nog zo: “We hebben de keuze: ofwel beperken we de vrijheid van bepaalde jongeren, ofwel moeten we toestaan dat ons land wordt gedestabiliseerd”.

Dat het aanmoedigen en ondersteunen van de creativiteit van vredelievende jongeren een veel betere strategie zou zijn voor de stabiliteit van het land, is dus duidelijk nog niet tot hem doorgedrongen. De strijd van La Lucha is nog lang niet uitgestreden.

Wil je meer weten over La Lucha, hun oorsprong, hun filosofie, (her)lees dan de blog van Kris Berwouts van 2013: La Lucha, Goma’s eigen indignado’s.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.