Latijns-Amerikaanse liefde voor staatsbedrijven

Het bestuur van het staatsoliebedrijf Ancap in Uruguay wordt beschuldigd van corruptie en vriendjespolitiek. De excessieve uitgaven tijdens de Mujica administratie brachten het bedrijf aan de rand van het faillissement. Op initiatief van de oppositiepartijen werd een onderzoekscommissie opgericht die de boekhouding van Ancap en haar 14 dochterondernemingen onder de loep zal nemen.

  • secretaría de comunicación CC BY-NC-ND 2.0 ALUR is voor 93,72% in het bezit van Ancap en voor het overige deel van de Venezolaanse PDVSA. In 2015 sloot ALUR de boekhouding met verliezen ter waarde van 190 miljoen dollar. secretaría de comunicación CC BY-NC-ND 2.0
  • Jimmy Baikovicius CC BY-SA 2.0 Ancap bezit 99,74% van de NV Cementos del plata (de rest is van de Argentijnse Loma Negra) en is verantwoordelijk voor de marketing en distributie van portlandcement bestemd voor de Argentijnse en Braziliaanse markt. Eind 2015 werd een herkapitalisatie ter waarde van 24 miljoen dollar doorgevoerd omwille van ‘dringende redenen’ waarvan 15 miljoen bestemd was om een schuld te vereffenen met Ancap. Jimmy Baikovicius CC BY-SA 2.0
  • marcelo campi CC BY-SA 2.0.jpg Caba S.A. is voor 100% in het bezit van Ancap en produceert alcoholische dranken, melasse, oplosmiddelen, muggen werend middel, aceton, terpentine en andere aardolieproducten. marcelo campi CC BY-SA 2.0.jpg

Eerst was er Venezuela. Het staatsoliebedrijf PDVSA is de melkkoe van de Venezolaanse regering. Jaarlijks verdwijnen er miljarden dollars in de zakken van de regering om corruptie en politieke klantenbinding in stand te houden, essentieel voor de uitvoering van de Chavista revolutie. Dan was er Brazilië. Het corruptieschandaal Petrobras was het resultaat van een smeergeldaffaire.

Toeleveranciers kochten corrupte medewerkers en politici om bij het binnenslepen van opdrachten. Dit ging samen met een wanbeleid van de overheid dat jarenlang de binnenlandse prijzen van benzine en diesel flink subsidieerde.

Nu ook heeft Uruguay haar eigen corruptieschandaal. De feiten dateren van de Mujica administratie. Tussen 2010-2015 maakte het staatsoliebedrijf Ancap voor meer dan 800 miljoen dollar onverklaarbare verliezen.

De feiten

Ancap heeft het monopolie op de productie en het beheer van alles met betrekking tot alcohol en brandstof in Uruguay. Het bedrijf beheert de hele keten van import, verwerking en verkoop van aardolie en aanverwante producten. Daarnaast produceert het ook cement.

De excessieve uitgaven van Ancap van de laatste jaren brachten het bedrijf aan de rand van het faillissement. De onregelmatigheden in de boekhouding werden aan het licht gebracht door de oppositiepartijen.

Aan het hoofd van Ancap tijdens het wanbeleid stond niemand minder dan Raul ‘raulito’ Sendic, de zoon van de historische oprichter en leider van de Tupamaros. Dit was de Cubaans geïnspireerde guerrillabeweging van de jaren 60 waar ook ex-president José Mujica lid van was.

Secretaría de Comunicación

v.l.n.r. Cristina Fernández de Kirchner, president José Mujica met achter zich Rául Sendic op het openingsfeest van een nieuwe fabriekseenheid.

De onverklaarbare uitgaven

De beschuldigingen zijn niet mals. Er is bewijs dat het bestuur van Ancap 360 miljoen dollar spendeerde aan een decadente openingsceremonie van een nieuwe fabriekseenheid. De toenmalige president van Argentinië Christina Fernández de Kirchner en haar entourage waren de eregasten. Daarnaast worden ook de marketing uitgaven in vraag gesteld. Zo investeerde Ancap in een promospotje voor een radiozender die niet meer bestond. Echter, de meest dubieuze uitgaven van Ancap vonden plaats tijdens de verkiezingen van 2014. Het budget voor bedrijfscommunicatie vervijfvoudigde op onverklaarbare wijze tussen 2013 en 2014. Er wordt gespeculeerd dat Raul Sendic de interne verkiezingscampagne van zijn politieke partij lijst 711 gefinancierd zou hebben met de verdwenen verdiensten van Ancap.

Ex president Jose Mujica schuift de hete aardappel door naar het ministerie van economische zaken. Volgens Mujica was toenmalig minister van economie Danilo Astori op de hoogte van de kritieke situatie waarin Ancap zich bevond en zou de regering hier niet tijdig over hebben ingelicht.

In een publieke briefwisseling tussen Mujica en Astori stelde Astori dat hij en de toenmalige minister van Financiën meerdere malen het tekort van Ancap aan de Raad van Ministers hadden voorgelegd. De regering had geen oren naar de zorgwekkende staat waarin het bedrijf zich bevond.

Het staatsbedrijf als sociale noodzaak

Daaropvolgend brak het vingergewijs tussen de oppositie en de regering en de regering onderling pas echt uit.

‘Om een monopolie van dergelijke formaat tot faillissement te brengen, zijn twee ingrediënten nodig; onbekwaam leiderschap en corruptie.’

Volgens de woordvoerder van de regeringscoalitie el Frente Amplio en lid van het MPP (de politieke partij van ex-president José Mujica, die wordt beschouwd als het verlengde van de Tupamaros guerillabeweging) is het moreel verkeerd om te spreken van een faillissement. Zeg liever helingsproces. Immers, de efficiëntie van Ancap kan niet enkel gedefinieerd worden in termen van monetaire winst.

Het MPP benadrukt het belang van de maatschappelijke rol van de openbare bedrijven die zorgen voor werkgelegenheid en innovatie. Het MPP verzekert dat de brandstofprijzen niet zullen stijgen en dit komt de hele samenleving ten goede.

De oppositie zet vraagtekens bij de aanname dat het publieke karakter van staatsbedrijven per definitie leidt tot het vervullen van een sociale functie wanneer dit toch voornamelijk een gevolg is van goed beheer. Immers, zonder goed beheerde openbare bedrijven die met strategisch inzicht gecontroleerde investeringen doen, is duurzame en sociale groei niet mogelijk.

De oppositie eist het ontslag van het Ancap bestuur dat ondanks het schandaal post bleef houden. ‘Om een monopolie van dergelijke formaat tot faillissement te brengen, zijn onvermijdelijk twee ingrediënten nodig; onbekwaam leiderschap en corruptie’ aldus de oppositie.

Slechts één politicus van de regeringspartijen bood zijn verontschuldigingen aan via een publieke brief. Hij excuseerde zich voor de vriendjespolitiek van zijn regering waarbij partijleden zonder enige ervaring of referenties, die ‘nog niet in staat zijn om een straatkraam te beheren’ aan het hoofd van openbare bedrijven werden geplaatst.

De stand van zaken

Enkele weken geleden stemde de kamer voor een financiële reddingsoperatie. Het ministerie van economie zal schulden met het oliebedrijf afschrijven ter waarde van 622 miljoen dollar. Samen met een lening voor 250 miljoen dollar van de CAF, de regionale ontwikkelingsbank van de Andes, zal dit de jaarlijkse balans van Ancap weer in evenwicht brengen.

Desalniettemin verandert dit niets aan de structurele tekorten van Ancap omwille van de lage productiviteit en twijfelachtige investeringen. De rendabiliteit van de olieraffinage deals met Ecuador en Venezuela, waarbij Uruguay zich ertoe verbindt ruwe aardolie te importeren en te bewerken voor de binnenlandse markt, wordt al jaren in vraag gesteld. De regeringscoalitie el Frente Amplio benadrukt het belang van deze strategische allianties in de aanloop naar een eengemaakte Zuid-Amerikaanse energiemarkt. Bovendien zouden deze deals de werkgelegenheid in Uruguay bevorderen omdat ze ook gekoppeld werden aan een reeks sociale projecten. De oppositie beargumenteert natuurlijk dat de brandstofprijzen in Uruguay al jaren bij de hoogste ter wereld horen als gevolg van dit inefficiënt energiebeleid.

Naast de contractuele voorwaarden van deze deals zullen alle uitgaven en investeringen van Ancap in de afgelopen 15 jaar onderworpen worden aan een grondige inspectie. Ook de boekhoudingen van de 14 dochterbedrijven van Ancap worden van onder het stof gehaald.

De reden hiervoor was de recente lancering van een persoonlijke verzorgingslijn ‘Alma Mia’ door Caba S.A., een van de dochters van Ancap. De publieke opinie stelt zich vragen bij de het nationale belang van deze investering. Het feit dat de jaarlijkse verliezen van Caba S.A. ter waarde van 700 000 dollar gedekt werden door overdrachten van de centrale kassa Ancap en dat dit bedrag nauwelijks meer bedraagt dan het loon van haar topmanagers, giet natuurlijk olie op het vuur.

De komende weken wordt het dus afwachten welke lijken er nog uit de kast komen te vallen in Uruguay.

Sara werkt voor Background Educations aan de uitwerking van een internationaal cursusaanbod in Uruguay.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.