Het inmemoriam van een broodje

Het Colombiaanse broodje van 100 pesos (4 eurocent) is niet meer. Het broodje is lange tijd het symbool geweest voor de koopkracht van de armere bevolking, vooral in de steden. De hoge prijzen van de graan op de wereldmarkt maakten een einde aan deze traditie.

Bakkers bleven het broodje lang aanbieden omdat het getal honderd een bijna mytische grens was geworden, en omdat zij de lagere inkomens de kans wilden geven toch een broodje te kopen met de bescheiden middelen waarover ze beschikken. Ook al werd dat broodje de laatste jaren steeds kleiner, de verkoopprijs bleef op het zelfde niveau. Maar nu is het van de markt verdwenen. De minimumprijs is nu 200 pesos. De prijs van de ingevoerde tarwe laat niet meer toe met de reele koopkracht van de armen rekening te houden.

Nationale tarwe is er slechts nog nauwelijks. In de jaren zestig produceerde Colombia 160.000 ton tarwe en importeerde 120.000 ton. Het toenmalige hoofd van het ICA, de Colombiaanse landbouwdienst, Fernando Peñaranda, was ervan overtuigd dat het land perfect kon instaan voor zijn volledige behoefte. De savannevlakte rond Bogota, het zuidelijke departement Nariño en het centraler gelegen Boyacá beschikken immers over de perfecte klimatologische omstandigheden voor de graanproductie.

Maar de politiek besliste er anders over. De subsidies werden afgeschaft, de productiekosten stegen en de toenmalige regering sloot een akkoord met de VS voor de import van goedkoop graan aan gunsttarieven. Enkel wat kleinere producenten bleven over, de groten zagen het niet meer zitten en schakelden over op andere teelten. In de savanne van Bogotá vind je nu vooral rozenteelt voor de export. Vanaf 1976 werden de prijzen volledig geliberaliseerd. Vanaf 1990 ging de import pijlsnel omhoog tot circa 1.100.000 ton per jaar. In Nariño worden nog amper 20.000 ton geproduceerd.

Wie dacht dat deze evolutie gunstig zou zijn voor de productie van mais en de verwerking ervan tot de traditionele ¨arepas¨ komt bedrogen uit. De import van goedkope, lees Amerikaanse, mais steeg van 20.000 ton in 1990 tot meer dan 1.800.000 ton op dit moment. De import door de jaren heen is tegemoet gekomen aan de toenemende vraag van een steeds groter wordende bevolking. De Colombiaanse voedselveiligheid werd steeds kleiner.

De huidige hoge prijzen op de wereldmarkt breken de Colombianen zuur op. In eerste instantie werd de nationale productie afgebouwd en nu moeten veel meer deviezen aangewend worden om die import te betalen.

De arme man betaalt de rekening.  Het (Amerikaanse) graan heeft de storm doorstaan. Het broodje van 100 pesos niet. Het was een ongelijke strijd, …een doodsstrijd.

 

Marc Leyman                                                                                    

Restrepo, Valle del Cauca                                                                                                       

30 mei 2011.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.