“Egypte zal ontploffen in een algemene staking”

“Egypte zal ontploffen” en “Egypte is wakker” schreven we twee maanden geleden nog. Egypte is afgelopen week opnieuw ontploft. De kloof tussen de bevolking en de leiders van het land is groot. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de Hoge Militaire Raad ook na de verkiezingen alle macht, zowel voor als achter de schermen, zonder slag of stoot aan de bevolking zal afstaan. We zagen tot wat zij bereid zijn om die macht te beschermen tegen een alerte bevolking. Wij zochten de beweging op die in de toekomst de eisen van miljoenen Egyptische arbeiders en armen wil gaan verdedigen, en hun geluk zal opeisen. Een indruk van een tikkende tijdbom van miserie en frustratie.

Eind september passeerden we op de brede verkeersas Qasr el-Ainy, waar veel ministeries gelegen zijn, op hetzelfde moment nog welgeteld 4 stakingen. Dokters op straat in hun witte doktersjassen, leraars, buschauffeurs die met bussen de straat hadden geblokkeerd, en een honderdtal studenten die met luide slogans de Minister van Onderwijs willen bereiken op de zevende verdieping van zijn Ministerie.

Allen worden ze afgewimpeld en lijken ze te vechten tegen de bierkaai. “Die domme houding van de regering is echt niet de juiste manier om met deze collectieve uiting van woede om te gaan” zegt Dr. Akram Edris, een Egyptische Harvard-professor business management die ons tijdens de studentenbetoging aanspreekt. We voelen een grimmige sfeer in Qasr el-Ainy, heel anders dan de festivalsfeer een dag eerder op het Tahrir-plein.

De regering en de Hoge Militaire Raad blijven de stakers delegitimeren in plaats van naar hun eisen te luisteren. Die krachtmeting drijft de spanning volledig op de spits. Er hangt elektriciteit in de lucht en het lijkt alsof er slechts een klein vonkje nodig is om alles te doen ontploffen. Onafhankelijke vakbonden krijgen steeds meer macht om grote sectoren van de economie lam te leggen. De vakbond van de leraars bereikt steeds meer leraars die bereid zijn het werk neer te leggen, de vakbonden van de dokters en buschauffeurs vinden steeds meer mensen bereid om te staken.

Allen doen ze dat door de brede verkeersas Qasr el-Ainy te blokkeren. Met totale chaos als gevolg: het sowieso al helse verkeer wordt nog wat helser, autochauffeurs claxonneren onophoudelijk en stappen boos uit hun auto om de betogers toe te roepen, grote groepen mensen scanderen slogans met woede in hun blik, en van alle kanten werpen mensen wantrouwige blikken naar ons, buitenlanders.

Overleven

Het zijn de gewone Egyptenaren die de economie doen draaien, maar ze weigeren dat nog langer te doen in mensonwaardige omstandigheden en tegen een laag loon dat geen gelukkig leven mogelijk maakt. “Een paar mensen steelt miljoenen en wij verdienen amper 400 pond (€50) per maand. Ik kan mijn kinderen geen eten geven. Het is genoeg geweest. Ik ga hier niet weg tot mijn rechten gerespecteerd zijn” zegt één van de stakende buschauffeurs ons in Qasr el-Ainy. Of Mohamed Shahin, een dokter die we een paar dagen geleden nog ontmoetten en die actief is binnen de Doctors Without Rights-beweging: hij verdient net genoeg met 3 jobs in 3 verschillende ziekenhuizen. Hij werkt 12 uur per dag.

De situatie van arbeiders in Egypte, miljoenen mensen, is rampzalig. Het regime verzamelde alle rijkdom van het land in een paar handen, terwijl de meerderheid van de bevolking van dag tot dag leeft met een erg laag loon. We ontmoeten Yehia Fakry, activist bij de nieuwe socialistische partij Socialist Popular Alliance, een coalitie van linkse partijen die na de revolutie de krachten bundelden om een sociale agenda te promoten.

“Het gemiddelde loon van een arbeider is 700 pond per maand” zegt Yehia. “In de privé sector is dat 800 pond, in de ambtenarij 1200 pond. Maar vele mensen bevinden zich onder het gemiddelde. Ze verdienen niet genoeg voor een normaal, waardig leven. Ze geven het grootste deel van hun inkomen uit aan basisnoden zoals eten, water, huisvesting, scholing van de kinderen,… De laatste jaren stegen de huurprijzen.”

Inflatie is een groot probleem sinds de economische crisis in 2007 toesloeg. De prijs van sommige producten steeg met meer dan 20%. Volgens sommige standaarden leeft 50% van de bevolking onder de armoedegrens. In sommige regio’s is dat percentage nog hoger. Armoede stijgt en tegelijk is staken verboden. Er is meer dan 20% werkloosheid en mensen krijgen amper werkloosheidssteun.



“Vele mensen doen verschillende jobs tegelijkertijd. Ik ken leraars die na een zware werkdag niet op hun gemak naar huis kunnen, maar die dan beginnen als taxichauffeur. Niet bevorderlijk voor een gelukkig leven” zegt Yehia. Wij weten inmiddels uit ervaring dat taxichauffeur in Cairo een enorm stresserend beroep is, met de chaotische drukte en waaghalzerij in het verkeer.

“Kijk naar dokters in staatsziekenhuizen, hun salaris is laag en onder hun studieniveau. Jongeren met universiteitsdiploma’s doen verschillende jobs onder hun niveau, gewoon om te kunnen leven. Intellectuelen verkopen producten op straat!” vervolgt Yehia. De lijst met voorbeelden is lang. Ik denk aan de jongeren die we elke dag op straat van ons moeten afschudden. Sommigen hebben blijkbaar een universiteitsdiploma op zak. “Waar is de waardigheid?” stel ik als uitdagende en retorische vraag aan Yehia. “Daarom zijn we de revolutie begonnen!” lacht hij.

Een collectieve opeising van geluk: een niet te stoppen kracht

Eenmaal in gang gezet is de kracht van een woedende bevolking niet te stoppen. Dat hebben we zelf gevoeld, maar ook gehoord van ervaren activisten als Yehia. “Sinds de revolutie hebben mensen meer vrijheid om zich te organiseren en voelen ze minder angst voor onderdrukking. Ze gebruiken die vrijheid ook. Als de regering nog lang talmt met echt naar de bevolking te luisteren, is het onvermijdelijk dat de miserie van miljoenen mensen gaat ontploffen in een algemene staking” vertelt hij. Of in een collectieve opeising van geluk…

Yehia wijst met een beschuldigende vinger naar het neoliberalisme dat onder Moebarak werd geïntroduceerd: “Zelfs de voorstanders van neoliberalisme zullen zien dat het niet kan voortbestaan in het  Egypte van vandaag. De bevolking zal het niet pikken. Daar ben ik 100% zeker van.” Ook voor Med Haet el-Zahed, lid van de partij en redacteur bij de linkse krant Badil (‘het alternatief’) is socialisme nu de enige weg voor Egypte: “Het sociaal vangnet is zwak, waardoor de armoede en de kloof tussen rijk en arm stijgen. Buitenlandse bedrijven domineren onze markten. Lokale producten zijn niet beschermd en dat alles onder de dekmantel van de ‘vrije’ markt.”



We hebben het in Cairo al meermaals gehoord: de arbeiders en de armen van Egypte dragen de revolutie. Veel oppositiebewegingen zijn ontstaan uit de arbeidersbeweging en uit stakingen. Sinds de Kifayah (“Genoeg”) - beweging startte in 2006 werd de arbeidersbeweging heel sterk. In de periode 2007-2008 waren er veel stakingen, niet voor grote eisen zoals democratie, vrijheid of het einde van het militaire regime, maar met specifieke eisen, zoals een hoger loon, betere werkomstandigheden, een oplossing voor de prijsstijgingen,…

En wat doet de regering?

Yehia is hoopvol: “Dit is nu opnieuw aan het gebeuren, maar op nog grotere schaal. De revolutie gaat elke dag door. De huidige politieke klasse begrijpt niks van de eisen. Bijvoorbeeld, wat de minister van Onderwijs Gamal Eddine zegt over de stakende leraars – dat ze niet loyaal zouden zijn aan Egypte – is klinkklare onzin. Die ministers hebben niks met de revolutie. Maar niemand in Egypte geeft nog om die politici. De dictatuur heeft nu zijn macht over het volk volledig kwijtgespeeld. Ze voelen zich zwak en daarom kramen ze defensieve onzin uit.”

Eenzelfde geluid horen we bij Mustafa Bassiouny, al decennialang actief voor werknemersrechten en sinds jaren journalist bij de krant al-Doustour: “Onze grootste uitdaging is nu dat de Hoge Militaire Raad stakingen heeft verboden. We kunnen op elk moment worden opgepakt onder de noodwet.”

Als ik Bassiouny vraag wat hem het kwaadst maakt, draait hij de vraag om: “Er is eigenlijk iets dat me heel gelukkig maakt. De laatste 5 jaar is de arbeidersbeweging heel sterk geworden. We zijn erin geslaagd mensen te organiseren. Onafhankelijke vakbonden schieten als paddenstoelen uit de grond. Ze hebben steeds meer macht over de economie, ze kunnen op eender welke moment een grootschalige staking afkondigen.” Er is wel iets dat hem nog steeds kwaad kan maken, namelijk dat de politieke wereld in Egypte niks van de arbeidersbeweging en hun eisen snapt. “Maar we zullen ons wel opdringen aan de politiek” klinkt Bassiouny toch vol vertrouwen in de toekomst.

Islamisten en socialisten: bondgenoten of vijanden?

Socialisme was ooit sterk in Egypte. De socialistische beweging heeft wortels in het pro-Palestijnse activisme. Yehia was er van in het begin bij. “Het begon met de ondertekening van het vredesakkoord tussen Israël en de Egyptische president Sadat in Camp David in 1979. Ik herinner me nog hoe wij een beweging uit de grond probeerden te stampen, tegen dat akkoord. Toen Israël in 1982 – ik was student ingenieur aan Cairo University – Libanon bezette, ontstond er een grote protestbeweging. We organiseerden veel meetings binnen onze Tagammu partij (de socialistische partij),  we deelden pamfletten uit met slogans, we zamelden geld in,… Maar Rifad el-Said, de leider van onze partij, is beginnen samenwerken met het regime. Daarom ben ik een nieuwe linkse beweging gestart. De steun voor Palestina zit ofwel bij links ofwel bij de islamisten.”

Zijn de islamisten geduchte concurrentie voor de socialisten? Ook zij hebben een anti-imperalistische en anti-Israëlische agenda. En hun slogans en partijnamen bevatten bijna zonder uitzondering het woord ‘rechtvaardigheid’. “Op die manier beschouwen we hen niet als concurrenten” zegt Med Haet el Zahed. “Op hun eigen terrein, de religieuze ideologie, kunnen we de islamisten nooit verslagen. Zij spelen met religieuze gevoelens, niet met rationele argumenten.”

Ook Yehia wil zich daarom niet mengen in het debat rond de plaats van de Islam en de Sharia in de nieuwe grondwet. “We laten ons daar niet toe verleiden. We bekampen hen waar zij zwak staan: de economie en de sociale rechten. De strijd de wij voeren is er één om de sociale rechten in de grondwet te krijgen.

We dagen de islamisten uit hun slogan – “Islam is de oplossing” – te vertalen naar echt beleid en concrete oplossingen voor de problemen van de armen. En dat kunnen ze niet. Zij steunen de stakingen niet. Ze zijn een conservatieve kracht in de maatschappij, niet enkel op religieus maar ook op economisch vlak. Ze verdedigen een neoliberale agenda, privatiseringen en de vrije markt. Sommigen onder hen praten over sociale hervormingen zoals sociaaldemocraten in Europa dat doen: ze zeggen dat ze sociaal democraat zijn, maar implementeren een neo-liberaal beleid.”

Toch geloven veel arme mensen in de Moslimbroeders. Zij zijn geïnspireerd door hun pure en eerlijke imago en hopen dat de zij de corruptie zullen uitroeien. “Ze vergissen zich” zegt Yehia. “Als de Moslimbroeders aan de macht komen, zal er niets veranderen aan het corrupte systeem. Corruptie is immers een gevolg van het huidige economische systeem in Egypte, waarbij een elite zich verrijkt en de meerderheid van de Egyptenaren verarmt.”



“In een democratie kunnen de Egyptische moslimbroeders niet lang overleven. Zij kunnen mensen inspireren vanuit de oppositie, maar niet in de regering. De Egyptische bevolking zal hen niet beoordelen op hun vroomheid, maar op hun economisch beleid. De bevolking zal hen afstraffen bij de volgende verkiezingen als ze zien dat hun slogans hol zijn” gaar Yehia door. Hij verwijst naar de parallel met de ondergang van het Arabisch-nationalisme in de Arabische landen. “Maar geen enkele partij zal lang in de regering zitten. Egypte kijkt aan tegen een lange periode van instabiliteit. Veel regeringen zullen vallen” zegt Yehia.

De islamisten van de AK-partij van de Turkse premier Erdogan hebben de Turkse economie toch enorm doen groeien sinds zij aan de macht zijn, leg ik Yehia voor. “Inderdaad. Zij voeren een neo-liberaal beleid en sloegen erin de economie te doen groeien, maar in Turkije is dat vandaag minder problematisch. In Egypte is er gigantische armoede en broeit er overal sociaal conflict. Het neoliberaal beleid volhouden, betekent chaos de komende jaren. Kijk naar mensen van arme volkswijken of sloppenwijken zoals el-Duweiqa. Die mensen worden al vele jaren onderdrukt omdat zij gewoon geen stem hebben in de politiek. Nu de dictatuur weg is en er meer macht ligt bij het volk zullen deze mensen zonder twijfel protesteren tegen het beleid van de regering. In het neoliberalisme is er geen hoop voor hen.”

Buitenlandse steun

Wat met de EU-steun die in dit economische model het land binnenstroomt? Yehia: “De steun zal nooit gaan naar de bevolking die dat het meest nodig heeft. Miljoenen euro’s en dollars verdwenen in de zakken van corrupte ambtenaren. Dat is nog niet veranderd. Eerst moeten we een democratie bouwen en heel het economische systeem omgooien, dan kunnen we buitenlands geld aanvaarden.”

Mag Europa dan helemaal niks doen? “In de tussentijd moet Europa ons helpen sterker te worden. Wij kunnen zelf wel ons land hervormen, maar de EU moet de democratische krachten in Egypte steunen zodat wij allemaal sterker worden om zélf onze democratie op te bouwen. Zolang het systeem blijft, zal jullie geld in de zakken van corrupten verdwijnen.”

Zonder een versterking van de lokale economie en de positie van de Egyptische arbeiders ziet ook Mustafa Bassiouny de problemen en de ongelijkheid alleen maar groeien. Hij kijkt daarvoor niet enkel naar Egypte. “Kijk naar Griekenland en Spanje. Het neoliberalisme is in crisis. De grens is bereikt. Voor politici in andere landen heb ik geen boodschap, maar wel voor mijn collega’s in de arbeidersbewegingen van die Europese landen: de arbeidersbeweging wordt overal sterker, in Europa en in de Arabische wereld. Samen zijn we in staat een menselijker alternatief te bieden voor het vrije marktsysteem!”

“Sociale rechtvaardigheid! De enige weg naar vrijheid”

De volgende ochtend verzamelen de socialistische kopstukken en vakbondsleiders aan het hoofdkwartier van de partij. Ze organiseren een mars naar het Ministerie van Justitie. Ze dragen een rood petje met de naam van de partij. Activisten dragen een groot spandoek met naam van de partij en daaronder de woorden “Arbeiders – Boeren – Studenten – Intellectuelen”. Traditionele muzikanten zorgen voor het ritme, activisten voor de slogans: “Sociale rechtvaardigheid is de enige weg naar vrijheid”, “Minimumloon voor de sloppenwijkbewoners”, “Leve de populaire strijd in Egypte”, “Leve links”, “De alliantie rijst op uit de boeren en de fabrieken”, “Revolutie is sociale rechtvaardigheid”, “Wij zijn de eerste linkse partij na de revolutie”, “Weg met het militaire bestuur”,…
 

 

De slogans worden met een tikkeltje meer enthousiasme geroepen als we het hoofdkwartier van de traditionele socialistische partij Tagammu voorbijstappen. ”Dat ze ons hier maar goed horen” zegt Yehia. Ze werkten lang samen met het regime van Moebarak.”

Mensen aan de kant van de weg lachen en zijn nieuwsgierig. Activisten delen pamfletten uit met de eisen en de programmapunten. Een oude vrouw vraagt sceptisch: “Ja, mooi, maar wat gaan jullie doen?” Een andere vrouw vraagt geïnteresseerd: “Wie zijn jullie?” De Socialist Popular Alliance moet zich nog in de schijnwerpers werken. Ze boksen op tegen veel sterkere partijen zoals de partij van de Moslimbroeders en komen naar buiten komen met hun boodschap. Dit is nieuw: veel van hun leiders leefden lang ondergedoken. Nu kunnen ze zich opnieuw vrij organiseren.

Geen charismatisch leidersfiguur

Bij het Ministerie van Justitie gaat een delegatie naar binnen om de petitie te overhandigen. Na een tijdje komt de delegatie naar buiten en geeft Ibrahim el-Assawy, de leider van de partij, interviews weg. Mohamed Atef, een lid van de partij, zegt ons dat ze nog geen bekende charismatische leider hebben. “Maar zo zijn er sowieso weinig in Egypte. We zijn niet echt vertegenwoordigd binnen de hoge macht, maar wel bij het volk en de arbeiders. Op termijn hoop ik dat er vanuit de arbeidersbeweging een sterke, natuurlijke leider opstaat die mensen kan inspireren. Er is bijvoorbeeld Kamal Aboeiata, de leider van de free trade union of real estate tax employers, één van de eerste onafhankelijke vakbonden in Egypte. Hij is zeer invloedrijk.”

Ik vraag ook Yehia Fakry of hij die leemte wil vullen. “Ik ben geen woordvoerder, maar organisator” zegt hij. “Ik zal niet op de lijst staan voor de parlementsverkiezingen. Ik wil geen publiek figuur zijn. Ik organiseer liever achter de schermen. Verkiezingen voor het parlement in Egypte zijn zo ingewikkeld. De rijke families zullen een grote rol spelen en via omkoping in het parlement proberen te raken. Ik wil daaruit weg blijven. Ik zal de arbeiders wel organiseren en hun eisen versterken.”

“De regering legt ons veel obstakels voor de voeten, zeker de linkse partijen” zegt Mohamed Atef. “Wij zijn tegen het militaire regime én het verstandshuwelijk tussen de conservatieve krachten van de Moslimbroeders en de Hoge Militaire Raad. Zij hebben allebei schrik van ons en willen ons verzwakken. Ze verspreiden propaganda tegen ons: de stakingen die wij steunen, zouden verantwoordelijk zijn voor de slechte economische situatie; we zouden klasse-eisen stellen en niet alle Egyptenaren verdedigen; enzovoort. Maar wij verdedigen sociale eisen!”  

Ik raak aan de praat met een voorbijganger. “Nee, ik steun hen niet” zegt hij. “De socialisten zijn mee verantwoordelijk voor onze slechte economie na de revolutie. De meeste Egyptenaren denken niet aan een verre toekomstvisie, niet aan overmorgen, maar aan morgen, ze moeten eten hebben voor hun gezin.”

Mostafa Bassiouny: “Ik werd geboren in Hilwan, een streek met veel fabrieken. Ik was al heel vroeg politiek actief. Mijn eerste herinnering is een sit-in in 1989, een staking in een staalfabriek. Er was veel geweld. Vele mensen raakten gewond en sommige mensen werden gedood. Dat heeft een blijvende indruk op mij achtergelaten en inspireert me nog steeds om te vechten voor de rechten van werknemers.”

Yehia Fakri: “Mijn droom is een sociale, rechtvaardige maatschappij zonder ongelijkheid, met kwaliteitsvol onderwijs en goede gezondheidszorg.”


Pieter Stockmans

Dit artikel is onderdeel van het project “Tussen vrijheid en geluk”.
Dit project komt tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos. Info: www.fondspascaldecroos.be

 

Volg ons op en nodig ook je vrienden uit om mee te volgen!

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.