Leven zaaien, daar waar slechts de dood bestaat...

Eind september werd in Celendín (Cajamarca, Peru) het startschot gegeven van een reeks virtuele bijeenkomsten tussen verzetsbewegingen uit verschillende Latijns-Amerikaanse landen. Onder de titel “Sembrar vida, ahí donde mero está la muerte…” willen ze via livestream, skype en radio regelmatig samenkomen om ervaringen uit te wisselen over hun lokale strijd voor een rechtvaardige en duurzame toekomst.

  • Muurschildering ten huize doña Betty, Celendín. Foto Sarai Fariñas.
  • Aankondiging eerste Sembrar Vida sessie
  • Máxima Chaupa en Milton Sánchez tijdens de eerste Sembrar Vida sessie, Celendín. Foto Hanne Cottyn.
  • Máxima Chaupa en Milton Sánchez tijdens de eerste Sembrar Vida sessie, Celendín. Foto Hanne Cottyn.

Het initiatief groeide uit een gedeeld aanvoelen tussen Latijns-Amerikaanse actiegroepen dat de agressie van het transnationaal kapitaal en van de regeringen die tot haar dienst staan een sterker en verenigd verzet vereist. Dat vraagt om een betere kennis van de intenties en strategieën achter die agressie. Waarom en op welke manier slaagt het transnationaal kapitaal er in –of probeert ze met alle mogelijke middelen- territoria en grondstoffen uit te buiten en verzet te breken? Het antwoord op die vraag beheerst het dagdagelijkse leven van duizenden eenvoudige mensen, families en gemeenschappen in Latijns-Amerika.

De Sembrar Vida ontmoetingen versterken de vele lokale ‘NEE!’-s tegen elke vorm van agressie door een geprivilegieerde minderheid. Zoals een deelnemer het kort maar treffend samenvatte: ¡No es no carajo! ‘Neen is neen, verdomme!’ Maar nog belangrijker is dat hier een enorme variëteit aan ‘JA!’-s voor duurzame alternatieven een kans krijgen. Door regelmatige samenkomsten kunnen lokale gemeenschappen en actiegroepen hun specifieke problematiek vertellen, elkaars traject en strategieën leren kennen en alternatieven van onderuit laten groeien. Zo vormt zich een permanent platform om te luisteren, te delen, te informeren, te begrijpen, uit te wisselen, te reflecteren, te debatteren, te beslissen, te handelen.

De eerste jornada werd georganiseerd tussen Pueblos en Camino uit Colombia, Tejido de Comunicación, een tak van de Vereniging van Inheemse Leiders van de Noordelijke Cauca in Colombia, Zapateandole al mal gobierno uit Querétaro in México, de Asamblea del Comahue por el Agua Allen uit Argentinië, en het Interinstitutioneel Platform van Celendín uit Cajamarca in Peru. Elk van deze collectieven verzamelde zich met een tien- à twintigtal deelnemers.Ondanks de gebrekkige internetmogelijkheden in Celendín, stonden ze vlot met elkaar in contact via een skype-verbinding. Bovendien volgden verschillende individuele luisteraars de uitwisseling via livestream.

Verzetsplatform

Hoewel het conflict Conga ondertussen tot ver buiten Peru gekend is, blijft de langere geschiedenis van corruptie, mediamanipulatie, milieu-incidenten, grondroof en militarisering die achter het mijnbouwproject schuilt voor velen verdoezeld.

De aftrap werd gegeven door het Interinstitucioneel Platform van Celendín, kortweg PIC, uit Cajamarca, Peru. Dit verzetsplatform overkoepelt een veertigtal organisaties, gaande van lerarensyndicaten tot buurtcomités. Het PIC ontstond in 2009 met het doel een collectief antwoord te bieden tegen de invasie van megaprojecten in de provincie Celendín. Het bekendste project is Conga, de geplande uitbreiding van Latijns-Amerika’s grootste goudmijn, Yanacocha. Het burgerprotest en de criminalisering van het verzet heeft van Conga over de laatste jaren een emblematische case gemaakt. De case vormt ook het onderwerp van de eerste jornada.

Hoewel het conflict Conga ondertussen tot ver buiten Peru gekend is, blijft de langere geschiedenis van corruptie, mediamanipulatie, milieu-incidenten, grondroof en militarisering die achter het mijnbouwproject schuilt voor velen verdoezeld achter het ontwikkelingsverhaal dat de nationale overheid en het bedrijf ophangen. Milton Sánchez, voorzitter van het PIC, weet die ontstaansgeschiedenis en het verzet en de repressie die er op volgden bondig samen te vatten.  De uitbuiting, weerstand en het geweld waarover hij vertelt, heeft Máxima Chaupe, die met haar familie vlak aan de meren van Conga woont, aan den lijve ondervonden. Haar grondbezit is gelegen binnen het terrein waarop Yanacocha claimt het Conga project uit te voeren.

Máxima en haar familie wonen nabij de hooglandmeren die de hele streek van zuiver water voorzien en die volgens Yanacocha plaats moeten maken voor grote extractieputten en afvalbergen. Politieagenten, zwaarbewapend en gemaskerd uitgestuurd door het bedrijf (want die kan volgens het Peruaanse recht de politie contracteren), vielen zonder enig geldig bevelschrift of bezitsdocumenten binnen om hen van hun grond te verdrijven. Hun schapen werden afgemaakt. Máxima, haar man en haar dochters werden uitgescholden, geslagen, en vernederd. Ondanks de agressieve strategieën van het bedrijf blijft de familie Chaupe zich verzetten tegen deze grondroof. Zo werd Máxima het symbool van de strijd in Cajamarca, omdat haar verzet één van de voornaamste obstakels geworden is voor het doordrijven van Conga.

Het verhaal van Máxima is niet uniek. Cesar Padilla, die in Chili bij het Observatorium voor Mijnbouwconflicten in Latijns-Amerika (OCMAL) werkt, licht toe dat wat Yanacocha doet en wat Máxima nu meemaakt een lange geschiedenis heeft. Multinationals vertonen een systematisch plundergedrag tegenover sovereine landen en lokale gemeenschappen. Ze worden daarin doorgaans gesteund door nationale regeringen. Dat geldt voor de meeste landen in Latijns-Amerika. Ze bepalen niet alleen dat we moéten consumeren, maar ook wat, hoeveel en onder welke voorwaarden we moeten consumeren. Net zoals zovele andere plaatsen in het continent, is Celendín, in de woorden van Padilla, onderhevig geworden aan een ziekte, een epidemie.

Sociaal draagvlak

Maar er is ook veel verzet. Eén van de belangrijkste zaken die multinationals -niet in het minst mijnbouwbedrijven- hindert, is de strijd voor territorium. In Cajamarca vertaalt zich dat vooral naar de strijd voor het water, dat een climax bereikte tijdens de Nationale Watermars in 2012. Het resultaat van die weerstand is dat enorm veel mijnbouwprojecten in Latijns-Amerika stilgelegd werden, voorlopig of definitief. Over het hele continent weigeren gemeenschappen om hun grond, hun territorium, de pachamama, of zoals Máxima het noemt, haar toekomst, af te staan. Volgens het OCMAL zijn daardoor op dit moment zo’n 300.000 miljoen dollar aan mijnbouwinvesteringen bedreigd. Dit bewijst het gebrek aan sociaal draagvlak voor de plannen van multinationals in Latijns-Amerika en de sterkte van het verzet van onderuit.

Uit de vragen, bedenkingen en respons die volgden op de presentaties van Milton, Máxima en Cesar, bleek vooral dat verzet geen eenvoudige zaak is. De agressie door multinationals en het op de knieën gaan van regeringen heeft als gevolg dat elke strijd zich vaak op een eiland voelt. Het wordt ieder voor zich. Vandaar de nood aan initiatieven zoals deze die individuele verzetsbewegingen verenigen, tejer las luchas, de strijd verweven. De grote vraag is hoe. Verzet weven is een intensief proces, het moet gevoed en verspreid worden, anderen inspireren, nieuwe ruimtes creëren, voeden en gevoed worden.

Lokale gemeenschappen

Het gevoel van verbondenheid binnen eenzelfde strijd onder de deelnemers van de eerste virtuele uitwissling sterkt hun hoop dat, daar waar enkel ellende en dood lijkt te regeren, wel degelijk leven kan gezaaid worden.

Kleine maar effectieve acties beginnen bij het intense contact met de meest getroffen maar ook (geografisch of sociaal-cultureel) moeilijkst bereikbare gemeenschappen. De mensen aan de basis informeren over het effect van megaprojecten en hun fundamentele rechten via radio en gedrukte pers. Of zoals doña Betty, die haar gevel ter beschikking stelde van een artistiek collectief, de boodschap ‘hier hebben multinationals niets te zoeken’ verspreiden via muurschilderingen. Getuigenissen zoals die van Máxima laten circuleren. Tijd nemen om samen gedachten te wisselen, te leren van elkaar, zoals intens gebeurde tijdens het interne debat dat in elke locatie volgde op de skype-sessie. De bases samenbrengen en zichtbaar maken. Maar ook de blik verruimen naar het “virtuele” publiek dat via livestream de sessies live kan volgen en via chat kan voeden of achteraf de audio-opname kan herbeluisteren. Op die manier wordt ruimte gecreëerd voor interactie tussen het volk, direct of virtueel, maar steeds horizontaal.

In de afsluitende woorden van de jornada weerklonk de noodzaak om zich niet enkel te verweren tegen bedreigingen terwijl ze ‘op ons afkomen’, maar om het systeem dat ons wordt opgedrongen actief te bestrijden. Als tegengif voor de frontale aanval op het ecologische en sociale weefsel van lokale gemeenschappen worden verzetsbewegingen, ervaringen, wijsheden, maar ook uitdagingen verweven. Het gevoel van verbondenheid binnen eenzelfde strijd onder de deelnemers van deze eerste virtuele uitwissling sterkt hun hoop dat, daar waar enkel ellende en dood lijkt te regeren, wel degelijk leven kan gezaaid worden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.