Exclusieve voorpublicatie Varoufakis ‘En de zwakken ondergaan wat ze moeten ondergaan?’

Yanis Varoufakis was expert financieel beleid lang voordat hij even Grieks minister van Financiën werd. Zijn confrontatie met de Europese machtscenakels en hun bijna religieuze toewijding aan ondoorzichtige Regels leidden onder andere tot een nieuw boek. Een voorpublicatie uit “En de zwakken ondergaan wat ze moeten ondergaan?”

  • EU Council (CC BY-NC-ND 2.0) Yanis Varoufakis in discussie met Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Eurogroep. EU Council (CC BY-NC-ND 2.0)

Het mondiale financiële systeem stortte in 1929 in elkaar, en wederom in 2008. In 1929, toen de banken van Wall Street in het gat vielen dat ze zelf hadden gegraven, begon de gemeenschappelijke muntsoort, de gouden standaard, barsten te vertonen. Niet veel later raakte Europa in de greep van de nazi’s en fascisten. In 2008, toen de banken van Wall Street instortten onder de last van hun derivatenhandel, ging de gemeenschappelijke munt van onze tijd barsten vertonen. Nu de euro, een revival van de gouden standaard.

In februari 2010 had de krach van 2008 Europa bereikt en liet die de zwakste schakel bijna breken: Griekenland. De euro kwam onder druk te staan, met potentieel angstwekkende gevolgen voor de banken, bedrijven, burgers en politici van Europa. Maar in plaats van na te denken over het verschrikkelijke vooruitzicht van een postmodern jarendertigscenario, hadden de Europese leiders andere prioriteiten.

In plaats van na te denken over het verschrikkelijke vooruitzicht van een postmodern jarendertigscenario, hadden de Europese leiders andere prioriteiten

Timothy Geithner, de Amerikaanse minister van Financiën die de twaalf maanden ervoor bezig was geweest om de crisis aan de andere kant van de Atlantische Oceaan te bestrijden, kon zijn oren niet geloven toen hij zijn Europese collega’s tijdens een ontmoeting hoorde zeggen: ‘We gaan de Grieken een lesje leren’, ‘Ze gaan flink onder het mes’.

Geithner staat niet bekend om zijn zachte aanpak. Hij zou er nauwelijks wakker van hebben gelegen als de Noord-Europeanen zo agressief jegens de Grieken geweest zouden zijn. Hij zei zijn  gesprekspartners dat ze de gekozen route moesten volgen als ze dat wilden: ‘Je kunt je voet op de nek van die kerels zetten als je dat zo graag wilt. Maar zorg ervoor dat je Europa en de wereld een compenserend, geruststellend signaal geeft dat je de boel bij elkaar houdt en niet loslaat. [En dat je] de rest van het gebied beschermt.’

Omringd door moreel verontwaardigde Europeanen was Geithner de enige in de vergaderzaal die zijn oog op de spreekwoordelijke bal hield: de vreselijke gevolgen die het ‘mes op de keel van de Grieken’ zou hebben voor de Duitsers, de Fransen en ook de Amerikanen.

Het spook van de jaren dertig

Ongeveer in diezelfde tijd, onafhankelijk en onwetend van Geithners gesprek met de Europese ministers van Financiën, gaf ik uiting aan mijn zorgen over wat er in Europa gebeurde, in een artikel met de titel ‘Een nieuw Versailles waart door Europa’.

‘Landen als Griekenland in een zonovergoten woestenij veranderen’, en ‘de rest van de eurozone opzadelen met een neerwaartse spiraal van schulden en deflatie’, schreef ik ‘zijn een zeer efficiënte manier om de Duitse economie te ondermijnen.’

Mijn angst, en ik denk ook die van Geithner, was dat de geschiedenis zich zou gaan herhalen. In 1929 kwamen alle kosten van het herstel terecht op de schouders van de zwakste debiteuren. Zo’n politiek kan niet slagen, aangezien de resulterende deflatie de schuldendynamiek vergiftigt en massale werkloosheid de democratie vergiftigt. En die politiek had dan ook geen succes.

Binnen een paar jaar verloor Europa zijn integriteit en het staat nu op het punt om zijn ziel te verkopen

In 2010 kwamen de lasten wederom terecht op de zwakste schouders. Binnen een paar jaar verloor Europa zijn integriteit en het staat nu op het punt om zijn ziel te verkopen.

De geest van Versailles. Zo luidde in 1992 de kop boven een artikel in Le Figaro waarin het Verdrag van Maastricht neergezet werd als een nieuw Versailles – een verdrag dat de Duitsers opnieuw voor Frankrijk zou laten betalen, en dat zonder dat er een schot was gelost. Het was een nogal lafhartige belediging aan het adres van de geschiedenis van Europa.

Het conservatieve Franse dagblad was duidelijk niet op de hoogte van de dwaasheid van dat verdrag uit 1919. De kern van dat droevige verdrag was niet zozeer dat het Duitsland economisch brak en de Duitsers zwaar deed lijden, maar dat het een doel op zichzelf was, en zelfs voor de overwinnaars een vreselijke deal. Een straf met een zelfvernietigend effect, waar John Maynard Keynes al direct voor waarschuwde en die de rest van de wereld in de jaren dertig zou ervaren, maar toen was het al te laat.

Hoewel het van de Franse krant niet netjes was om Maastricht als een nieuw Versailles te omschrijven, is het heel verhelderend om parallellen te trekken tussen Versailles en de reddingsplannen van de eurozone, met name dat voor Griekenland. In 2010 schreef ik – Keynes’ boek Dr. Melchior, a Defeated Enemy parafraserend – over de Griekse regering: ‘Onoprechte acceptatie […] van onmogelijke voorwaarden die de regering niet van plan was te honoreren. Door te accepteren wat het niet kon waarmaken, maakte Griekenland [Duitsland] zich bijna net zo schuldig als de trojka [de geallieerden], die iets oplegde waartoe ze niet bevoegd was.’

Mezelf amuserend met de reikwijdte van Keynes’ ernstige kritiek op het Verdrag van Versailles, die immers ook op het Griekse drama van toepassing was, ging ik verder met Keynes’ boek The Economic Consequences of the Peace: ‘Gedreven door krankzinnige waan en onbesuisd eigenbelang, gooide de Griekse [Duitse] bevolking de fundamenten omver waar we allemaal op leefden en bouwden. Maar de zegslieden van de Europese Unie [geallieerden] hebben het risico genomen de puinhoop, veroorzaakt door Griekenland [Duitsland], te completeren met een reddingsoperatie [Verdrag van Versailles] die, als ze ten uitvoer wordt gebracht, grotere schade toebrengt aan het delicate, gecompliceerde bouwwerk, reeds  aangetast door de crisis van 2008 [de oorlog] – het enige bouwwerk waarin de Europese burgers zich kunnen ontwikkelen en kunnen leven.’

De reddingsoperatie brengt, als ze ten uitvoer wordt gebracht, grotere schade toe aan het enige bouwwerk waarin de Europese burgers zich kunnen ontwikkelen en kunnen leven

Voor veel lezers zal het schromelijk overdreven overkomen om te suggereren dat de als slecht beschouwde Griekse reddingsoperatie een bedreiging voor Europa en zelfs de wereldeconomie vormt. Maar het is niet overdreven.

In hun pogingen om Noord-Europese banken te redden vergisten Europese officials zich toen ze hoopten dat het voldoende was de Grieken enorme, nauwelijks terugvorderbare sommen geld te lenen en mijn land in een permanente depressie te laten wentelen, als een waarschuwing voor de rest. Deze strategie, die als sjabloon werd gebruikt voor de rest van de periferie van Europa (die ik vaak Bailoutistan noem, naar de term ‘bail-out’, ofwel financieel reddingsplan), zou haar weerslag hebben op de Europese economie.

Tim Geithner en zijn opvolger op Financiën, Jack Lew, begrepen dat heel goed. Zij zagen in dat wat in 2010 in Griekenland begon, een absurd reddingsplan in combinatie met strenge bezuinigingen, Europa in een positie zou brengen die het herstel van de Amerikaanse economie ondermijnt en de vooruitzichten van China, Zuid-Amerika en zelfs India en Afrika bedreigt.

De toekomst van Amerika in gevaar gebracht

Na de Tweede Wereldoorlog voorzagen de Verenigde Staten in de stabilisatoren waarop het mondiale kapitalisme kon steunen. Bretton Woods, het brede plan waar die stabilisatoren deel van uitmaakten, en de wereld van na 1971 van Paul Volcker lagen aan de basis van de wereldwijde triomf van het naoorlogse kapitalisme.

Waaruit bestond de succesvolle Amerikaanse bijdrage aan het mondiale kapitalisme? Washingtons gebrek aan angst voor een tekort. Angst voor een tekort gaat hand in hand met een neiging tot mercantilistisch surplusfetisjisme. Als politici met angst voor tekorten de krachtigste economieën runnen, steekt een economische oorlog de kop op van allen tegen allen, van het soort van ‘de een zijn dood is de ander zijn brood’, zoals in de jaren dertig. Landen gaan de strijd aan om de reserves van de wereld en worden, als door een onzichtbare hand, naar vreselijke economische verhoudingen geleid, waaruit allerlei soorten politiek en moreel kwaad ontspringen.

Na 1944 werd de wereld gered door economen en politici in Washington die dit allemaal heel goed begrepen en die een herhaling van de tragedie van de jaren dertig nooit zouden toestaan. Francis Bator, de Deputy National Security Advisor van president Johnson, omschreef hun denken en hun politiek in 1968 als volgt: ‘Gedurende lange tijd in de naoorlogse periode werd het probleem van onverenigbaarheid gemaskeerd – en bleef de wereld het schadelijke effect ervan bespaard – omdat de Verenigde Staten, in samenwerking met de rest van de wereld, bereid waren zich niet alleen afzijdig te houden in de strijd om reserves, maar ook de rol van wereldbank op zich te nemen, die voor liquiditeit zorgde, ervoor zorgde dat anderen in hun behoefte aan overschotten en reserves konden voorzien, terwijl het land tegelijkertijd van zijn enorme reserves afkwam en zijn liquide passiva vergrootte. Het systeem werkte uitstekend omdat de Verenigde Staten lange tijd immuun bleven voor een tekortfobie.’

Washingtons bereidheid om rood te staan was een voorwaarde voor het succes van de rest. Dat was bedacht door Amerikaanse beleidsmakers die de wondere wegen van het kapitalisme begrepen.

Zowel voor als na de Nixonschok schiep Amerika voor Duitse, Japanse en later Chinese bedrijven en economieën de mogelijkheid om reserves en surplussen aan te leggen. Washingtons bereidheid om rood te staan was een voorwaarde voor het succes van de rest. Dat was niet filantropisch bedoeld. Het was verlicht eigenbelang, bedacht door Amerikaanse beleidsmakers die de wondere wegen van het kapitalisme begrepen.

Amerika’s vermogen om de last van het wereldkapitalisme te dragen nam in 2008 gevaarlijk af. De val van Wall Street werd tot staan gebracht door ingrijpen van mensen als Tim Geithner en Ben Bernanke, maar Amerika’s mondiale surplusrecycling herstelde zich niet.

Vanaf 2009 bracht Amerika’s gebrek aan tekortenangst de Grote Recessie  tot staan. Het  Amerikaanse handelstekort groeide weer, waardoor Chinese en Duitse bedrijven enigszins konden herstellen, en het Amerikaanse overheidstekort bood mondiale investeerders een veilige haven. Niettemin zijn de Amerikaanse tekorten niet langer in staat het mechanisme dat de mondiale stroom van goederen en winsten in evenwicht hield, in stand te houden zoals vóór 2008. De Amerikaanse Minotaurus is zwaargewond en niet in staat de taken te vervullen die Paul Volcker en anderen hem in de jaren zeventig hadden opgedragen.

De Chinese regering probeerde dapper ’s lands economie (en die van de wereld) te stabiliseren door opzettelijk een investeringszeepbel te creëren, gebaseerd op een vastgoedballon die ontstond doordat de regering op regionaal niveau land ging verkopen. De tactische zet van Beijing had een tijdje succes en hield de Chinese en, in belangrijke mate, Duitse bedrijven in beweging (door ze te voorzien van een vraag naar producten), maar inmiddels lopen de gecreëerde zeepbellen leeg.

Duitsland buitte deze made in China-zeepbel graag uit en verminderde de export die doorgaans naar Europese tekortlanden als Spanje, Griekenland en Portugal ging, waarvan de import vanuit Duitsland inmiddels sterk was gekrompen. Maar in tegenstelling tot Berlijn, dat door zijn tekortenfobie niet de rol op zich nam om mondiale surplussen te recyclen, begreep Beijing zowel zijn eigen taak als zijn eigen beperkingen. Het zag in dat zijn vermogen om de Chinese economie op te peppen en daarmee de Europese surpluslanden te stabiliseren, niet al te groot was. En ook dat, tenzij Europa zich bij Amerika, Japan en China zou aansluiten om de wereldstromen van goederen en geld te helpen stabiliseren, de Chinese zeepbellen zouden leeglopen en de wereld in diepere ellende terecht zou komen.

Washington, Tokio en Beijing kregen geen steun van een naar binnen gerichte, macro-economisch naïeve, tekorten vrezende eurozone.

Officials in Washington waren zich ervan bewust dat dit zou gebeuren en keken verlangend uit naar tekenen die wezen op Europa’s terugkeer naar de rede. Helaas, de tekortenfobie van de Europese surpluslanden, hun trouw aan het ‘principe van het volledig scheiden van staatsschulden en de bankensector’ en hun volledige onderwerping van alle andere landen van de eurozone stonden er garant voor dat Washington, Tokio en Beijing geen steun zouden krijgen van een naar binnen gerichte, macro-economisch naïeve, tekorten vrezende eurozone.

Wederom was Griekenland de lakmoesproef. Een proef die de driehoek Brussel-Frankfurt-Berlijn steeds maar weer niet doorstaat.

Washington had goede reden om furieus op de Europeanen te zijn, vanwege hun tekortenfobie en het schadelijke effect ervan op alles en iedereen. Ondanks de bergen geld die de Fed heeft gedrukt om de binnenlandse economie te stimuleren, weigeren in de vs gevestigde bedrijven om te investeren in kwaliteitsbanen en productiecapaciteit, uit angst voor een nieuwe koude wind uit Europa, die in samenspel met de afnemende Chinese groei de economie wereldwijd zal doen afkoelen. Als in de vs werknemers langer zouden willen werken maar het niet kunnen, als lonen nauwelijks stijgen, en als bedrijven liever geld achter de hand houden om hun eigen aandelen terug te kopen in plaats van het te investeren, dan is het falen van Europa daar een belangrijke oorzaak van.

Kortom, nu Amerika het vermogen mist om de wereldeconomie te stabiliseren, komen de Europeanen (degenen die het meest van dat nu verloren vermogen hebben geprofiteerd) hun verplichtingen jegens Amerika en de rest van de wereld niet na.

De Amerikanen hadden gelijk, de Duitsers ongelijk

Toen Tim Geithner geconfronteerd werd met het Europese onbegrip ten aanzien van de ware aard van de crisis in de eurozone en van het Griekse probleem, stond hij op de rand van een beroerte. Zijn opvolger op Financiën, Jack Lew, betrad het strijdperk toen alles in rustiger vaarwater was gekomen, maar was toch verbijsterd dat Europa zijn negatieve impact op de wereldeconomie niet inzag. Op 30 oktober 2013 legde Lew het Amerikaanse Congres het door Financiën opgestelde Report to Congress on Economic and Exchange Rate Policies voor.

Hierin gaf hij Duitsland een veeg uit de pan. Hij beschuldigde het land ervan de economische depressie naar de rest van de eurozone en de rest van de wereldeconomie te exporteren. Het Duitse ministerie van Financiën gaf de volgende dag de volgende verklaring uit: ‘Er bestaan in Duitsland geen onevenwichtigheden die hersteld moeten worden. Integendeel, de innovatieve Duitse economie draagt in belangrijke mate bij aan de mondiale groei via export en de import van eindfabricaten.’

Het komt in een discussie zelden voor dat de één compleet gelijk en de ander het helemaal bij het verkeerde eind heeft. Maar dit is dan toch zo’n geval: Jack Lews ministerie had helemaal gelijk en het Duitse antwoord was ronduit belachelijk.

De onderliggende analyse van het Amerikaanse ministerie was gebaseerd op basale macro-economische principes die Berlijn en de Eurogroep, zoals ik zelf heb ervaren, weigeren te erkennen.  De motivering is eenvoudig. Berlijns ‘plan’ voor andere eurolanden om de crisis de baas te worden berust op een combinatie van netto-export en een in evenwicht zijnde begroting. Gezien de grote hoeveelheid spaargeld ten opzichte van investeringen in zowel de overschot- als de tekortlanden in de eurozone, kan het plan van Berlijn alleen werken als de eurozone in een mercantilistisch monster verandert! Dat betekent simpelweg dat, om op deze manier aan de crisis te ontsnappen, de eurozone een overschot op zijn handelsbalans met de rest van de wereld moet bereiken van negen procent van het totaal aan Europese inkomsten.

Een overschot van negen procent op de handelsbalans van de eurozone zal de hoop van Noord- en Zuid-Amerika, China, India, Afrika en Zuidoost-Azië op stabiliteit en groei vernietigen

Laten we niet vergeten dat China als een grote destabiliserende factor werd gezien toen het in 2008 vergelijkbare overschotten kende. Aangezien het handelsoverschot van de ene economie het tekort van een andere inhoudt, betekent de groei van de netto-export van een grote economie (China of Europa) dat het ook deflatie naar de rest van de wereld exporteert. Een overschot van negen procent op de handelsbalans van de eurozone zal de hoop van Noord- en Zuid-Amerika, China, India, Afrika en Zuidoost-Azië op stabiliteit en groei vernietigen. Het zal betekenen dat de rest van de wereld met hoge werkloosheid en politieke instabiliteit te maken krijgt en dat de roep om protectionistische maatregelen zal klinken, die de inkomens overal zal aantasten, ook in Duitsland.

Daarom bekijkt het Amerikaanse ministerie van Financiën de plannen van Brussel en Berlijn met een mix van onbegrip en afkeer. Washington begrijpt dat het evenwicht dat er nog bestaat in de wereldeconomie, vernietigd zal worden als de politiek van tekortenfobie die Berlijn de rest van de eurozone probeert op te leggen (beginnend bij Griekenland), slaagt. Uiteindelijk leidt deze politiek dus tot niets goeds: ze zal de periferie van Europa verder kapotmaken en de wereldeconomie een permanente deflatieschok bezorgen.

Vanaf de andere kant van de oceaan kijken de Amerikanen tandenknarsend toe, omdat Europa, zich niet bewust van de zelfvernietigende aard van zijn politiek, de krachten van deflatie richting Washington stuurt. Persoonlijke ontmoetingen met hen deden me het volgende realiseren:

  • Ze weten dat Amerika niet langer het vermogen bezit om de wereldeconomie te stabiliseren.
  • Ze begrijpen dat de Europese politiek schadelijk is voor de toekomst van Amerika.
  • Het frustreert hen dat hun Europese gesprekspartners niet alleen geen kennis hebben van eenvoudige macro-economische wetten, maar zich daar ook niet eens voor schamen.

En de zwakken ondergaan wat ze moeten ondergaan? door Yanis Varoufakis is uitgegeven door De Geus. 350 blzn. ISBN 978 90 445 3673 7

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.