Ontwikkelingsgeld voor vluchtelingen en … Defensie

De Europees-Afrikaanse top in Valletta maakte duidelijk dat Europees ontwikkelingsgeld steeds makkelijker ingezet wordt om onze eigen problemen met migratie aan te pakken. Maar blijkbaar weet ook Defensie een graantje mee te pikken uit een steeds kleinere pot. En dan nog komen we slechts aan 0,42 procent van het bbp.

  • (c) Gie Goris (c) Gie Goris

We schreven het gisteren al: de 1,8 miljard euro die de Europese Commissie gaat investeren in het Noodfonds voor Afrika is géén nieuw of bijkomend geld, maar komt uit de herschikking van middelen die eerder al bestemd waren voor ontwikkelingssamenwerking met Afrikaanse landen. Of de bijkomende bijdrage van de lidstaten –in België 10 miljoen euro- ook uit de reeds voorziene middelen van Ontwikkelingssamenwerking komen, is nog niet duidelijk, maar wel waarschijnlijk.

Tweemaal voor dezelfde prijs

Het resultaat is dat dezelfde euro tweemaal -of misschien wel vaker- aangekondigd wordt, terwijl niet eens zeker is of elke beloofde euro ook effectief besteed zal worden. Maar in het geval van het Noodfonds gaat het grotendeels wel om effectieve ontwikkelingsinspanningen: onderwijs, gezondheid, voeding, economische opportuniteiten, conflictpreventie…

De aanleiding is weliswaar niet louter een bezorgdheid om de Afrikaanse medemens, en de kans is groot dat de prioriteiten meer met Europese analyses dan lokale plannen of verwachtingen te maken hebben, maar als alles goed gaat, kunnen de inwoners én de ontwikkelingsplanners van minstens 23 Afrikaanse landen er wel wat voordeel uit halen.

120 miljoen voor opvang vluchtelingen in België

Wat veel minder geweten is, is het feit dat de uitgaven voor de opvang van vluchtelingen en zelfs voor hun vrijwillige terugkeer al lang geteld mogen worden bij de nationale uitgaven voor officiële ontwikkelingshulp of ODA (Official Development Assistance).

Die ODA moet volgens de internationale afspraken én de Belgische wet al lang 0,7 procent van het bruto binnenlands product bedragen, maar in bijna alle Europese landen is dat percentage eerder aan het dalen dan aan het stijgen. In België bedraagt de ODA in 2014 nog 0,45 procent van het bbp en tegen 2019 verwacht de OESO een verdere daling naar 0,39 procent. In sommige landen wordt er zelfs de bijl in gezet.

Joris Verschaeve schreef vorige week nog op MO.be dat de Zweedse regering van plan is haar ontwikkelingsbudgetten met 60 procent te verminderen om op die manier extra middelen vrij te maken om de vluchtelingencrisis in eigen land aan te pakken. Ook andere Scandinavische landen zoals Denemarken (-20 procent) en Finland (-43 procent) gaan met de grove borstel door hun ontwikkelingsbudgetten –uitgerekend de landen die samen met Nederland, dat al enkele jaren drastisch kort op ontwikkeling, jarenlang de beste leerlingen van de klas waren.

In 2014 was 7 procent van de Belgische ontwikkelingshulp of 117,53 miljoen euro bestemd voor de opvang van vluchtelingen in België

Volgens het recente OESO-rapport over de Belgische ODA bedroegen de uitgaven voor vluchtelingen in 2013 twaalf procent van de totale ODA, dat jaar goed voor 2,3 miljard euro. In 2014 was dat percentage verminderd tot 7 procent of 117,53 miljoen euro. In grote lijnen zijn dat uitgaven die gebeurden door het staatssecretariaat voor Asiel en Migratie. Gevraagd naar de verwachtingen voor 2015, laat het kabinet van Ontwikkelingssamenwerking weten: ‘We verwachten dat door de vluchtelingencrisis dit aandeel voor 2015 en 2016 hoger zal liggen, maar het is nog wachten op precieze cijfers.’

De OESO omschrijft redelijk duidelijk welke uitgaven wel en welke niet in rekening gebracht mogen worden als ODA. Mag wel: onderhoud van vluchtelingen tijdens de eerste twaalf maanden van hun verblijf, inclusief voedsel, huisvesting en vorming; onkosten die gemaakt worden voor de vrijwillige hervestiging van vluchtelingen in een ontwikkelingsland. En onder “vluchteling” wordt zowel verstaan wie onder de Conventie van Genève valt als wie huis en haard ontvlucht is vanwege burgeroorlog of hevige onrust. Mag niet: uitgaven voor deportaties en onvrijwillige terugkeer, uitgaven voor de integratie van vluchtelingen in de economie van het donorland.

De toevoeging van de kosten voor opvang en onthaal van vluchtelingen zijn dus volkomen volgens internationale afspraken, en zouden in 2015 wel eens kunnen zorgen voor een compensatie van de echte begroting Ontwikkelngssamenwerking, maar ze hebben weinig te maken met wat de burgers zich voorstellen bij of verwachten van ontwikkelingssamenwerking.

150.000 euro voor militair vervoer

Nog veel twijfelachtiger wordt het als ook Defensie zijn vingers in het honingpotje van Ontwikkelingssamenwerking wil dippen. Het debat is intussen al meerdere jaren oud en wordt meestal gevoerd met als argument dat er geen enkele ontwikkeling mogelijk is als er geen vrede of stabiliteit is –en dus, gaat de redenering, zijn sommige uitgaven zoals vredesmissies door Defensie zeker te verantwoorden als ontwikkelingsuitgaven. De Oeso zou daar vorig jaar al een uitspraak over doen, maar dat is niet gebeurd.

In 2015 betaalt Ontwikkelingssamenwerking 150.000 euro aan Defensie voor transportvluchten die waarschijnlijk niet zullen plaatsvinden

Wouter De Vriendt, volksvertegenwoordiger voor Groen, stootte onlangs op een budgetverschuiving van 150.000 euro van Ontwikkelingssamenwerking naar Defensie. Via enkele parlementaire vragen kwam hij te weten dat dit bedrag bedoeld was als vergoeding voor mogelijke “militaire transportmiddelen bij de uitvoering van complexe terreinzendingen” door Defensie ten behoeve van Ontwikkelingssamenwerking.

Op 10 augustus diende De Vriendt nog enkele bijkomende vragen in, waarop minister Vandeput schriftelijk antwoord gaf. Daaruit blijkt dat er de voorbije vijf jaar maar drie dergelijke vluchten uitgevoerd zijn –naar Kinshasa, Brazzaville en Libreville in 2012, naar Kinshasa en Kigali in 2014 en naar Goma en Kinshasa begin 2015. Telkens ging het om sowieso geplande vluchten waar Ontwikkelingssamenwerking enkel beschikbare laadruimte liet vullen met kledingstukken, medisch materiaal, boeken, speelgoed, informaticamateriaal of sportmateriaal. Omdat het geen speciale vluchten betrof, werden ze dan ook niet gefactureerd.

Kortom: de overboeking van 150.000 euro van OS naar Defensie is geen betaling, maar een “trekkingsrecht” voor het jaar 2015: een voorafbetaling waartegenover later eventueel prestaties kunnen komen, al is dat de voorbije vijf jaar geen enkele keer voorgevallen. ‘Op het moment van deze afspraak waren er blijkbaar geen vluchten voorzien die gebruikt zouden worden voor “complexe terreinzendingen”. Waarom dan die transfer?’, vraagt Wouter De Vriendt zich af.

Het kabinet van minister Alexander De Croo spreekt de schijn van oneigenlijke overdracht tegen. ‘De minister heeft dit jaar twee keer gebruik gemaakt van zijn trekkingsrechten: voor de zending naar de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba (juli) en de zending naar de vluchtelingenkampen aan de Turks-Syrische grens nabij Gaziantep (oktober). Toen reisden ook vertegenwoordigers van de Europese Unie en de Verenigde Naties mee. Ook bij het werkbezoek aan Guinee en Burkina Faso binnenkort zal hiervan worden gebruikt gemaakt.’ Overigens heeft ook de minister van Buitenlandse Zaken dergelijke trekkingsrechten bij Defensie voor het gebruik van militaire transportmiddelen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.