Tussen amok en revolte

Bie Van Craeynest stapte mee in de Brusselse manifestaties tegen de oorlog in Gaza. Naast betogen deed ze wat de camera’s niet deden: in dialoog gaan met de relschoppers.

Brecht Goris

 

Ik was er zondag en ik liep mee. Niet in die betoging waar u misschien over heeft gelezen op menige nieuwssite, piepend door het sleutelgat van de wereld. Maar die waarin tienduizend mensen meestapten, in de brandende julizon. Gemoedelijke familiale sfeer, met een waanzinnige mix van mensen, die blij waren dat ze met zoveel waren.

Daarom stap ik soms mee in een optocht. Om te voelen dat ik niet alleen ben, maar dat vele mensen mijn kant uitlopen. Deze manifestatie was mijn catharsis. De prachtige zomer van 2014 baadt voor altijd in het bloed van onschuldige slachtoffers, volwassenen en vooral heel veel kinderen. Toen de ‘newscycle’ op was, klikte ik mijn weg door de vele propaganda, op zoek naar de waarheid, en vooral naar een uitweg, verpletterd door zoveel emoties en ellende. Daarom stapte ik mee, om me even niet onmachtig te voelen en zij die wel bij machte zijn om politieke druk uit te oefenen eraan te herinneren dat we er zijn. Daarom was ik er.

Dat er ook mensen zijn met een duidelijke agenda, en dat die niet per se pro-Palestijns was. Dat vertel ik aan een aantal jongeren die ik ken, wanneer de kleine schermutseling op het einde aan het bedaren is. Wij zijn gebleven tot op het einde om te zien of het uit de hand zou lopen, en hoe het dan uit de hand loopt.

Actie reactie

Halverwege de betoging heb ik al enkele jonge jongens gezien, in versnelde looppas, een sjaaltje klaar om hun gezicht in te verbergen. Na het ontbinden van de manifestatie is het een beetje hommeles, maar er zijn nog meer mensen die zijn gebleven.

Op een bepaald moment vormen mensen vanuit de Marokkaans-Belgische gemeenschap een muur tussen de jongeren en de politie, jong en oud, man en vrouw, staan schouder aan schouder en vragen de jongens om naar huis te gaan. Het is een indrukwekkend beeld. Iemand gebruikt een megafoon van de politie: “Willen jullie echt dat jullie ouders jullie moeten oppikken op het commissariaat?” In groepjes staan volwassenen in te praten op heethoofden, het wordt stilaan kalmer.

Ik praat dus na met een aantal jongens die ik eerder bij de kraag heb gevat en – tevergeefs — heb aangemaand om huiswaarts te keren. Natuurlijk tevergeefs. Ik voel zelf de adrenaline gieren door mijn lijf. Ik kan me inbeelden dat wie twintig jaar jonger is, hier bij wil zijn. Als toeschouwer en een klein beetje deelnemer.

Dunne lijn tussen rel en revolte

Terwijl tante Bie de jongens de les aan het spellen is, slaat een jongen die ik niet ken zijn haak in ons gesprek. ‘Denkt u dat echt, dat wij niets geven om Palestina, dat wij hier alleen zijn om rel te schoppen? We moeten wel rel schoppen, anders worden we niet gehoord, we vechten tegen een systeem. Kijk naar wat er in Frankrijk is gebeurd!’

Ik haal mijn klassieke tegenargumenten boven, dat dit potentiële medestanders weghoudt van het manifesteren, dat dit de Palestijnen niet vooruit helpt, dat geweld geen oplossing is… Hij luistert niet en raast verder. ‘De hele betoging werd ik de mond gesnoerd, ik mocht zelfs geen ‘Allahu Akbar’ zeggen, omdat de mensen dat niet graag horen’. Ik vraag hem of hij het gevoel heeft, dat hij zich niet heeft kunnen uitdrukken. ‘Ja! Dat is het!’ en hij kijkt me voor het eerst recht in de ogen.

Hij ontspant zich. Het gesprek wordt gemoedelijker en er ontstaat dialoog. Rondom ons komen mensen luisteren en deelnemen aan het gesprek. Het is niet omdat deze jongens hier zijn om rel te schoppen, dat ze geen hart hebben voor Palestina, integendeel. Maar ook zij zijn hier voor hun catharsis. Dit gaat ook over het onrecht dat zij voelen, in hun leven.

Ik ben verrast door hun welbespraaktheid en, ja, engagement. Het is een dunne lijn tussen rellen en revolte. We hebben een bijna filosofisch gesprek over het gebruik van geweld. We hebben het over religie, en hoe hen dat drijft. Ik vertel hen, nu ik toch op mijn preekstoel zit, dat het ook de taak is van een goede moslim om zich goed te informeren. Wat is het eerste woord van de Koran? ‘Iqra.’ Lees! 
Ze beginnen te lachen, en geven me gelijk, althans, op dit punt.

De jongeman spreekt de wens uit, dat ik me zal bekeren, omdat hij hoopt dat ik in het paradijs zal belanden. Hij zegt het bijna achteloos, het is geen bekeringsdrift, gewoon zijn manier om te zeggen dat hij naar mij heeft geluisterd en ik naar hem. Ik wens hem en zijn gezelschap een mooi Suikerfeest. Als we elkaar de hand schudden is het plein quasi leeggelopen. De spanning die hier een half uur geleden nog hing, lijkt verdampt.

De status quo is niet veranderd. Ik heb nog steeds dezelfde standpunten maar ik ben toch blij met dit gesprek. Misschien ben ik wel van dit gedacht veranderd: dat we relschoppers per definitie moeten doodzwijgen en negeren.

Terwijl we later in zwoele zomeravondwarmte op een terras nakaarten, lopen de eerste verslagen binnen op onze smartphones. Wat we hadden voorspeld, is gebeurd.

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.