Accra zet geen zoden aan de dijk

In de actieagenda om ontwikkelingshulp efficiënter te maken, staan geen concrete, tijdsgebonden doelstellingen, vooral door het verzet van de Verenigde Staten. De top in de Ghanese hoofdstad Accra moest de staat opmaken van de engagementen uit de Verklaring van Parijs uit 2005, een internationale consensus over hoe ontwikkelingshulp efficiënter kan worden gemaakt.
De donorlanden vinden dat er veel geld wordt verspild door corrupte politici. De ontvangende landen storen zich eraan dat de hulp gebonden wordt aan beleidsvoorwaarden en dat sommige, zogenaamd ‘gebonden hulp’, gekoppeld is aan aankopen in het donorland. De ontwikkelingslanden vinden ook dat de donorlanden transparanter moeten zijn over de hulp die ze geven, zodat alle cijfers voor iedereen toegankelijk zijn.
‘Wat ongebonden hulp betreft, zit de Europese Unie min of meer op dezelfde golflengte als de ngo’s’, zegt Isabelle Wittoek, politiek adviseur bij de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. ‘In internationaal verband vaart de EU een duidelijk progressieve koers, die ook door onze partnerlanden wordt geapprecieerd.’

Geen jaartallen


Een cruciale paragraaf in het eindrapport sneuvelde op het laatste moment: ‘In deze agenda zijn we het eens over versnelde actie om deze doelstellingen te halen tegen 2010’. De ontwikkelingslanden zijn volgens Levi Oguiki, de vicevoorzitter van de Nationale Planningcommissie van Nigeria, niet helemaal tevreden. ‘Als ontvangend land is het altijd wat ongemakkelijk om hulp te moeten krijgen. Je wil er altijd naar streven om zelf donor te worden.’
‘Voor ons is dit geen actieplan maar een zoveelste intentieverklaring’, zegt Els Hertogen, die de conferentie gaat bijwonen voor de Vlaamse Noord-Zuidkoepel 11.11.11. De Europese ngo’s vinden ook dat de tekst niet ver genoeg gaat in het wegwerken van conditionaliteiten, dat zijn de beleids- of resultaatsvoorwaarden die donorlanden stellen bij het geven van geld of voedsel. Met name de VS, Japan en Canada willen hier een slag om de arm houden.

‘Evenwichtige tekst’


Ook bij de rijke landen was er kritiek te horen. ‘Het is een evenwichtige tekst, maar hij gaat niet ver genoeg. De situatie vereist meer dan een herstel van het evenwicht’, zei Stefano Manservisi, de Directeur-Generaal voor Ontwikkeling van de Europese Unie. Manservisi had graag gezien dat landen werk maken van een uniform systeem om de hulp financieel te beheren en te auditen. Dat was één van de eisen van de donorlanden.
De minister van Financiën van Malawi, Goodal Gondwe, benadrukt dat ‘ownership’ voor de Afrikaanse landen heel belangrijk is en dat ze daarover ‘geen compromissen wilden afsluiten.’ ‘De huidige generatie Afrikaanse leiders heeft gestudeerd en weet wat er nodig is om hun landen tot ontwikkeling te brengen. We zijn ons ervan bewust dat corruptie een probleem is en doen alles om het te verhelpen.’
Ten slotte zijn er nog critici die het hele proces en de aanloop naar Accra in vraag stellen. Volgens professor Yash Tandon van het in Genève gevestigde South Centre ontbreekt het initiatief aan legitimiteit omdat het plaatsvindt buiten de Verenigde Naties. De Verklaring van Parijs is een initiatief van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de club van rijke industrielanden.

Versnippering


Bernard Petit, onderdirecteur-generaal bij de Europese Commissie voor Ontwikkeling en Relaties met de landen van Afrika, benadrukt het belang van meer coördinatie in de ontwikkelingshulp. ‘Op dit moment zijn in Tanzania, alleen in de sector gezondheidszorg, zeshonderd projecten in uitvoering die elk over minder dan een miljoen dollar beschikken. In Kenia houden twintig donoren zich bezig met de aankoop van medicijnen via dertien agentschappen. Als je dat in een schema uittekent, lijkt het meer op het bedradingsplan van een complexe elektrische installatie dan op een efficiënt en beheersbaar plan om zoveel mogelijk mensen aan zo goed mogelijke medicijnen te helpen.’
De versnippering waarover Petit klaagt, treft vooral de armste landen die net de minste beheerscapaciteit hebben. De Wereldbank signaleert bijvoorbeeld dat Tanzania in 2005 niet minder dan 541 donormissies ontving. Dat is geen alleenstaand geval, zegt Daniel Ottolenghi, Chief Development Economist bij de Europese Investeringsbank: ‘In dertig van de armste ontwikkelingslanden ontvangen de overheden elke dag, het hele jaar rond, minstens één hulpmissie. Zij zijn meer bezig met het vervullen van de vereisten van de donoren dan met het uittekenen en realiseren van een eigen ontwikkelingsbeleid.’

Voorbeeld Zweden


De 27 landen van de EU zorgden met 46 miljard euro in 2007 voor zestig procent van alle officiële ontwikkelingshulp –al waarschuwt de Europese ngo-koepel Concord voor overdreven optimisme aangezien de EU in 2006 nog 1,5 miljard euro méér uitgaf aan ontwikkeling dan vorig jaar. Bovendien vinden de ngo’s dat de cijfers grondig vervuild worden door het meerekenen van grote sommen schuldenkwijtschelding, studiebeurzen en repatriëringskosten van vluchtelingen.
De relatieve gulheid van de EU wordt bovendien niet vertaald in een vergelijkbaar grote impact op de richting die het ontwikkelingsdenken inslaat –daarvoor wegen de Wereldbank en de VN veel zwaarder door– noch in een opvallend grote efficiëntie of effectiviteit. Nochtans maakten de EU-lidstaten al bij herhaling afspraken om hun ontwikkelingsbeleid beter te coördineren.
De Zweedse staatssecretaris Joakim Stymne belooft dat het Zweedse voorzittersschap van de EU in 2009 echt werk wil maken van de beloofde taakverdeling –waarbij elk van de lidstaten zich concentreert op een beperkt aantal landen en thema’s– maar ook van meer coherentie met andere beleidsdomeinen.
Zweden heeft op dat vlak een voorbeeldwetgeving die alle ministeries verplicht hun beleid te toetsen aan de impact op ontwikkelingslanden. Een regeringsstandpunt van maart 2008 herbevestigt dat beleid: ‘Het ontwikkelingsbeleid van de regering omvat zowel een effectieve ontwikkelingssamenwerking van hoge kwaliteit als een coherentiebeleid dat alle beleidsdomeinen bestrijkt.
Heel wat andere beleidsdomeinen hebben immers toegang tot instrumenten die veel effectiever kunnen zijn in het verminderen van armoede dan de instrumenten binnen de ontwikkelingssamenwerking… Alle beleidsdomeinen en beleidsinstrumenten die de regering tot haar beschikking heeft, moeten worden gebruikt op een gecoördineerde en coherente manier opdat de bijdrage van Zweden tot mondiale ontwikkeling zo effectief mogelijk is.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.