Actievoerders halen voorlopig slag thuis

De afvaardiging, geleid door de katholieke bisschop Fernando Ruiz de Somocurcio, bereikte een akkoord na 24 uur onderhandelingen. Volgens de burgemeester van Arequipa, Juan Manuel Guillén, zal het leven in de stad zijn normale gang hernemen. ”De bevolking van Arequipa heeft zijn slag thuisgehaald, maar er is nog een lange weg te gaan om de bestuurbaarheid en de democratie te herstellen,” aldus Guillén.

Raúl Diez Canseco, vice-president en lid van de afvaardiging van de regering verontschuldigde zich bij het volk toen hij het voorlopig akkoord voorlas. Tijdens zijn verkiezingscampagne had president Toledo beloofd de elektriciteitsvoorziening niet te privatiseren. Guillén had hem dan ook gevraagd zich te verontschuldigen voor die leugen. De burgemeester heeft voorgesteld om een referendum over de privatiseringen te houden. Maar de regering heeft al aangekondigd dat ze de uitslag niet zal aanvaarden.

Het protest in Arequipa, de tweede grootste stad van Peru, 1050 kilometer ten zuiden van Lima, brak vorige vrijdag uit. De regering kondigde toen aan dat het Belgische bedrijf Tractebel de lokale elektriciteitsmaatschappijen had overgenomen voor 167 miljoen dollar. De meeste inwoners van Arequipa willen dat de elektriciteit beheerd wordt door de regionale overheid.

De protesten hebben zich ondertussen al uitgebreid naar andere steden in het Zuiden van Peru, zoals Puno, Cusco, Tacna en Moquegua. In de belangrijke toeristische steden Puno en Cusco werd een algemene staking uitgeroepen uit solidariteit met de anti-privatiseringsbeweging, en om het opheffen van de noodtoestand en de militaire aanwezigheid te eisen. Gisteren begon in Peru ook een staking van de vervoersector tegen een nieuwe wet die vervoersmaatschappijen verplicht om verzekeringen af te sluiten voor hun passagiers. Ook de Peruaanse boeren bereiden acties voor.

Bij de schermutselingen tussen de actievoerders, politie en leger kwam student Edgar Pinto om het leven en raakten minstens 100 mensen gewond, van wie één in kritieke toestand verkeert. Na het eerste dodelijke slachtoffer eiste onder meer de Peruaanse Studentenfederatie het ontslag van minister van Binnenlandse Zaken Fernando Rospigliossi. Dat is intussen ook gebeurd.

De onrust tast de al dalende populariteit van president Toledo, sinds juli 2001 aan de macht, nog verder aan. In recente opiniepeilingen evalueert slechts 22 procent van de bevolking zijn beleid als positief. Volgens de krant El Comercio moet Toledo het hoofd bieden aan drie belangrijke thema’s: de toekomst van de privatiseringsprocessen, de bestuurbaarheid van het land en het beheersen van sociale beroering zoals die in Arequipa,

De privatiseringsplannen van water- en elektriciteitsmaatschappijen verdelen ook het Peruaanse parlement. Parlementsleden van de leidende Peru Possible (PP) van de onafhankelijke FIM-partijen en van de oppositiepartij de Nationale Eenheidspartij (UN), hebben zich ertegen verzet. De linkse partijen in Lima verzetten zich ook tegen het aangekondigde plan om de stedelijke waterleiding- en afvalwatermaatschappij Sedapal te verkopen.

De commissie voor Energie en Mijnbouw heeft deze week een motie gestemd om de privatiseringsprocessen op te schorten. Maar minister voor Energie en Mijnbouw Jaime Quijandría wil dat alles doorgaat als gepland. “De staat heeft een tekort aan middelen, er is geen andere optie dan deze bedrijven te privatiseren”, stelt hij.



Ref: la if ip