Actievoerders tegen ontbossing achter de tralies

Boer Felipe Arriaga werd vorige maand opgepakt op verdenking van een moord die in 1998 werd gepleegd op Bernardino Batista. Het slachtoffer is de zoon van een van de leiders van houtkappers die actief zijn in het zuidoosten van Mexico, waar Arriaga woont. Ook dertien andere boeren die actie voerden tegen de houtkap, werden gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid aan de moord.

Maar ik ben onschuldig, zegt Arriaga vanuit de gevangenis. Het is niet toevallig dat ik beschuldigd wordt door een houtkapper. Arriaga werkte samen met de Organisatie voor Ecologische Kleine Boeren van Sierra de Petatlán en Coyuca de Catalán. Die proberen iets te doen tegen de voortschrijdende houtkap in het gebied. Tussen 1992 en 2000 werd volgens Greenpeace 40 procent van de bossen in Petatlán en Coyuca de Catalán vernield. Satellietbeelden laten zien dat op de voorheen beboste heuvels, in acht jaar tijd 86.000 van de 226.203 hectare bos verdween. In het totaal raakt Mexico jaarlijks 500.000 hectare bos kwijt. De bomen worden vaak gekapt door groepen die banden hebben met de georganiseerde misdaad.

Het verhaal van Arriaga vertoont grote gelijkenissen met de getuigenissen van vier andere kleine boeren die eerder opgepakt werden. Na acties van lokale en internationale mensenrechtenorganisaties, werden zij uiteindelijk vrijgelaten.

Rodolfo Montiel en Teodoro Cabrera, twee collega’s van Arriaga die ook actief zijn in de Organisatie van Ecologische Kleine Boeren in Guerrero, werden in 1999 gearresteerd op beschuldiging van wapenbezit en het verbouwen van marihuana. Ze ontliepen een gevangenisstraf van langer dan tien jaar, na tussenkomst van de Mexicaanse president Vicente Fox. Hij gelastte in 2001 hun vrijlating om gezondheidsredenen. De twee boeren eisen nu via het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens een schadevergoeding van de Mexicaanse overheid, vervolging van de militairen die hen martelden en een verklaring waarin staat dat ze onschuldig zijn. De twee boeren zijn niet teruggekeerd naar Guerrero, omdat ze wraakacties vrezen van houtkappers.

Ook Indianen die zich verzetten tegen de houtkap zijn doelwit van valse beschuldigingen. De inheemse activisten Isidro Baldenegro en Hermenegildo Rivas zaten twee jaar vast op verdenking van wapenbezit en drugshandel. In juni werden ze vrijgelaten. De rechter oordeelde dat de beschuldigingen ongegrond waren en dat politiebeambten bewijsstukken vervalst hadden. De politiemannen lopen, echter nog steeds vrij rond, net als de militairen die Montiel en Cabrera martelden. Baldenegro, zoon van een plaatselijke leider die in 1986 werd vermoord, vermoedelijk omdat hij houtkappers dwarsboomde, krijgt momenteel politiebescherming. (JS/ADR)