Activisten willen WHO-conferentie torpederen

De ngo’s uit Zuidoost-Azië lijken slechts één doel te hebben wanneer ze de komende weken afzakken naar de belangrijke ministerconferentie in het Mexicaanse Cancún: via massale en spectaculaire protestacties de media halen om daar luidkeels de afschaffing van de Wereldhandelsorganisatie te vragen. De multilaterale draak in Genève is niet bereid tot hervormen en moet het best gewoon verdwijnen, vinden ze.



De woede over de zogenaamde ‘ontwikkelingsronde’ van Doha, de onderhandelingen over een verdere vrijmaking van de wereldhandel, was gisteren (woensdag) tastbaar op een forum van Zuidoost-Aziatische niet-gouvernementele organisaties in Bangkok. Van Japan tot Bangkok zijn de ngo’s het roerend eens: het handelsbeleid waar de WHO voor staat heeft nefaste gevolgen voor de bevolking in de regio.

“Het zou een overwinning betekenen voor ons als deze ministervergadering nergens heen raakt en de WHO de aftocht blaast,” verklaarde Walden Bello, het hoofd van de bekende ngo Focus on the Global South, woensdag zonder veel franjes. “De WHO kan niet hervormd worden. Ze moet vernietigd worden door een volksbeweging,” riep Choi Yung-Chan van de militante Koreaanse ngo All Together.

In de ogen van de activisten hebben de Aziatische ontwikkelingslanden weinig te winnen bij de thema’s die de handelsminister van de 146 WHO-landen in Cancún zullen bespreken. Vanuit een Zuiders perspectief zijn nieuwe internationale akkoorden over de handel in landbouwproducten, over intellectuele eigendomsrechten (TRIPS), over de toegang tot goedkopere medicijnen en over de afbouw van de invoertarieven voor nijverheidsgoederen de belangrijkste thema’s. In principe hebben de arme landen veel te winnen bij een vrijere handel in landbouwproducten, maar de Verenigde Staten en de Europese Unie willen nauwelijks tornen aan hun export- en landbouwsubsidies.

De Aziatische ngo’s zijn allerminst onder de indruk van de verwezenlijkingen van de nieuwe WHO-baas Supachai Panitchpakdi, die in een vorig leven nog vice-premier van Thailand was. “Heel wat ontwikkelingslanden die de kandidatuur van Supachai steunden, zijn erg ontgoocheld in de man,” zegt Kingkorn Navintarakul, van de Noordelijke Boerenfederatie van Thailand. “Hij is er niet in geslaagd de WHO om te vormen tot een organisatie waar de ontwikkelingslanden een vinger in de pap hebben.”

Het pessimisme over de vijfde ministerconferentie is gerechtvaardigd, zegt ook Aileen Kwa, de auteur van het book ‘Power Politics and the WTO’. “Er is geen enkele reden om te geloven dat er beterschap in zicht is.” Heel wat Aziatische regeringen vrezen dat de in internationaal opzicht weinig concurrentiele landbouwmarkt van de VS en de EU de vruchten zullen plukken van een nieuw landbouwakkoord. “Goedkope gesubsidieerde producten uit de VS en de EU zullen gedumpt worden in Azië, waar de handelsbarrières geslecht zullen moeten worden,” zegt Kwa, die de onderhandelingen van nabij heeft gevolgd. “Intussen mogen de EU en de VS hun protectionistische maatregelen behouden.”

Kwa doelt in de eerste plaats op de gehate landbouwsubsidies. De stelling dat die boeren uit ontwikkelingslanden schade berokkenen wordt intussen ook verdedigd door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. Volgens het ‘Human Development Report 2003’ van het UNDP “betalen rijke landen grote sommen overheidsgeld aan hun binnenlandse voedselproducenten. Die zijn zo groot – in totaal gaat het om 311 miljard dollar per jaar - dat ze de voedselprijzen op de wereldmarkt beïnvloeden en rechtstreekse schade berokkenen aan de arme landen.” De recente voorstellen van de Europese Unie en de VS om de subsidies voorzichtig af te bouwen, maken ook in Azië weinig indruk. “Ze beloven nu minder dan wat er in 2001 op de laatste ministerconferentie in Doha te horen was,” zegt Kwa.

Een betere toegang tot geneesmiddelen is een andere belofte die de WHO nooit uitvoerde. Dat verklaart het Aziatische wantrouwen tegenover de multilaterale organisatie, zegt Heather Grady, de directeur van de Zuidoost-Aziatische afdeling van Oxfam International. ”Volgens de verklaring van Doha zouden er vanaf 2002 goedkopere medicijnen op de markt komen. Wel, het omgekeerde is gebeurd.” De WHO heeft het principe aanvaard dat intellectuele eigendomsrechten opzij geschoven kunnen worden als een land het hoofd moet bieden aan een grote gezondheidscrisis (zoals aids). De productie van generische aids-remmers is intussen mogelijk, maar voor de handel in patentvrije geneesmiddelen bestaat nog steeds geen regelgeving.

Cambodja is intussen lid geworden van de WHO – het eerste van de groep van Minst Ontwikkelde Landen. Maar volgens Grady heeft het arme land aan gezondheidsvoorzieningen moeten inboeten om door de selectieprocedure te raken. “Cambodja is een land dat goedkope, generische medicijnen nodig heeft om het gevecht tegen aids te kunnen winnen. Maar door de voorwaarden die het TRIPS-akkoord oplegt, wordt de aankoop ervan onmogelijk,” zegt de Oxfam-directrice. “Dat is een regelrechte schande. Het geval van Cambodja is een goed voorbeeld van hoe de WHO voor de machtige landen fietst.” Volgens Bello van Focus on the Global South illustreren de feiten dat de WHO een mislukte onderneming is. “We moeten deze bedrieglijke vorm van multilateralisme afwerpen en een nieuwe ruimte creëren voor een alternatief multilateralisme.”



Xml=3

Ref: AP DV IF WD



Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.