'In Afrika is geen geld voor tentoonstellingen'

In de Bundeskunsthalle te Bonn loopt momenteel de tentoonstelling ‘Dogon - Werelderfgoed uit Afrika’. Bezoekers kunnen er niet alleen de kunstobjecten bewonderen, ze krijgen ook inzicht in de levenswijze en de gebruiken van de Dogon. Hun cultuur is echter onderhevig aan veranderingen en vooral de jonge Dogon raken hun voeling met de tradities steeds meer kwijt. MO* sprak met de directeur van de tentoonstelling, Wolfger Stumpfe, en met de curator, Hélène Leloup, over de expositie en de link met de actualiteit.

  • Don Tuttle © Robert T. Wall 'Trog' uit de tentoonstelling ‘Dogon - Werelderfgoed uit Afrika’ - Bundeskunsthalle. Don Tuttle © Robert T. Wall

MO* mocht de tentoonstelling vooraf bezoeken en had een gesprek met de twee verantwoordelijken. Hélène Leloup is een vermaard Dogonspecialiste, oud-galeriste (New York, Parijs) en een grote naam in de wereld van de zogenaamd “primitieve kunsten”. Wolfger Stumpfe is tentoonstellingsdirecteur van de Bundeskunsthalle te Bonn en studeerde Kunstgeschiedenis en Archeologie in Parijs. De visie van beiden werpt veelal een verschillend licht op een boeiende tentoonstelling.

Invloed van buitenaf

De Dogon kenden de laatste eeuwen grote culturele veranderingen, die Leloup wijt aan de onafhankelijkheid (1960, lv) en de islamisering. ‘In de islam mogen gezichten niet worden afgebeeld. Alle kunst die de Dogon vroeger produceerden, had te maken met hun oude geloof. Door de islamisering is er niets ‘echts’ meer’, verduidelijkt ze. Dat er ook Dogon zijn die zich tot het christendom bekeerden of die de voorouderlijke cultus nog aanhangen, komt niet voor in de analyse van de curator.

De Dogon en hun land

  • gelegen in de Sahel, in het zuidoosten van Mali
  • ongeveer 300.000 inwoners
  • leefden lange tijd geïsoleerd op de klif van Bandiagara
  • lange geschiedenis van cultuur en tradities
  • enkel in het regenseizoen is gierstteelt er mogelijk, leven is er hard
  • veel symboliek in hun eeuwenoude kunst over hun mythen, overtuigingen en verlangen naar het regenseizoen

Leloup wijst anderzijds wel op de volledige verwestering van de Dogon en hun oriëntatie richting Europa. ‘De huidige “traditionele kunst” wordt voor toeristen vervaardigd. Dogon uit deze tijd houden zich bezig met andere zaken, zoals naar de universiteit gaan. De oude cultuur met haar maskers interesseert hen dus niet.’ Leloup vindt dat de toeristen het land wel wat hebben verpest.

Stumpfe nuanceert de komst van de toeristen, en oordeelt dat de tradities nog leven. ‘Toerisme is voor de Dogon een van de weinige mogelijkheden om geld te verdienen. Het bezorgt het Dogonvolk een nieuw bewustzijn en een gevoel van trots’, stelt hij. Stumpfe erkent wel dat de jongeren door de veranderingen hun voeling met de traditionele cultuur verliezen.

Traditie en moderniteit

‘De objecten die je in de tentoonstelling ziet, zijn oud, maar de huidige maskers zien er exact hetzelfde uit als die van een eeuw geleden’, stelt Stumpfe. ‘Het is een deel van hun cultuur, maar deels ook vertoning. De tradities zijn nog steeds levendig, maar daarom beleeft het Dogonvolk dat niet even intens als jaren geleden. Elke samenleving ondergaat veranderingen’, zegt Stumpfe. Hélène Leloup is veel minder optimistisch: zij vindt dat de originele Dogonkunst en tradities totaal verdwenen zijn.

Er bestaan volgens Stumpfe wel hedendaagse kunstenaars die kunst maken om de kunst, maar ze zijn zeldzaam. ‘Het lukt hen niet om ervan te leven en hun kunst heeft vaak een ander doel. Zo zijn er niet veel moderne kunstenaars waar wij voor onze expositie op kunnen terugvallen’, legt hij uit. Ook Leloup bevestigt dat de overige kunstenaars verwesterd zijn op artistiek gebied. In elk geval beperkt de grote tentoonstelling zich tot het tonen van traditionele artefacten en is er geen poging gedaan om de beeld- en vormentaal van het verleden te confronteren met artisitieke of mediatieke beelden van vandaag.

Roof

‘De Dogon uit deze tijd houden zich bezig met andere zaken, zoals naar de universiteit gaan. De oude cultuur met haar maskers interesseert hen dus niet.’
Leloup weerlegt overigens dat haar voorlopers aan kunstroof deden. ‘De kunstwerken werden steeds aangekocht en niet gestolen. Het ligt aan de verkopers dat de prijzen zo laag waren. Van rooftochten is er dus geen sprake, en de kunstobjecten werden bij ons goed behandeld.’ Veel Dogon hebben volgens haar destijds hun eigen kunst vernietigd doordat ze bekeerd waren tot de islam, ‘toen waren de westerlingen er nog niet eens beland’, voegt ze eraan toe.

‘Geen geld’

Stumpfe vertelt ons dat sommige Dogon zich afvragen waarom de expositie niet in Afrika plaatsvindt en waarom zij de kans niet krijgen om de kunst van hun eigen voorouders te zien. Maar volgens hem en Leloup zijn de Dogon over het algemeen opgetogen met de interesse en de catalogus over hun kunst. ‘Ze bezitten weinig of niets. In Afrika is er geen geld voor exposities’, legt ze uit.

Leloup meent dat er veel meer nood is aan basisvoorzieningen en dat door het gebrek aan infrastructuur kunstobjecten nooit goed bewaard kunnen worden in Afrika. ‘We zorgen ervoor dat de Dogonkunst niet in de vergetelheid raakt, en dat is belangrijk’, zo probeert Leloup gerust te stellen. Stumpfe voegt er wel aan toe dat er geen geld rechtstreeks van de tentoonstelling naar Mali gaat, omdat het doel en de visie van het kunstencentrum meer focust op de kunst. Nochtans zijn er de voorbije jaren in verschillende Europese landen artistieke actoren opgestaan die een actief partnerschap aangaan met Afrikaanse kunstenaars, juist om hen te ondersteunen in de maatschappelijke rol die hedendaagse kunst én erfgoed kunnen spelen.

Plannen

In de Bundeskunsthalle worden de komende maanden enkele diepgaandere lezingen en workshops gegeven, maar zelf heeft Leloup geen publiekswerking op het oog met betrekking tot een actuele contextualisering. Ze is voornamelijk geïnteresseerd in de historische context. Via enkele infoboxen op het einde van de tentoonstelling worden wel hedendaagse maatschappelijke thema’s aangeraakt, maar het doel hiervan is veeleer om de bezoekers kennis te laten maken met het land.

Een echte link tussen de infoboxen en de tentoongestelde objecten ontbreekt, dat gaven de organisatoren ook toe. Er komen Dogon aan het woord via filmpjes, waarin de verschillende visies van Europa en Afrika worden gepresenteerd. De bezoekers worden in verbinding gesteld met de Malinezen, zo kunnen ze er bijvoorbeeld e-mailen en communiceren via Skype.

Niettemin biedt de combinatie van kunst, geschiedenis en interactie een gevarieerd geheel aan de bezoeker. De expositie bevat meer dan 270 sculpturen, maskers en alledaagse gebruiksvoorwerpen, en is uniek in Duitsland. De tentoonstelling vormt de start van een nieuwe reeks tentoonstellingen in de Bundeskunsthalle, die gewijd zijn aan het Afrikaanse continent. De bezoekers mogen hopen dat de programmatie niet blijft steken in de verheerlijking van het exotische verleden en dat er in de toekomst veel meer aandacht is voor actuele creatie en hedendaagse maatschappelijke context.

De tentoonstelling ‘Dogon - Werelderfgoed uit Afrika’ loopt van 14 oktober 2011 tot en met 22 januari 2012 in de Bundeskunsthalle te Bonn, Duitsland. Meer info op www.bundeskunsthalle.de en via bergmann@bundeskunsthalle.de .

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.