Aids in Afrika

In haar roman ‘Het Geheim van de Vreugde’ schrijft Alice Walker: ‘De mens heeft geen grotere hel te vrezen dan de hel op aarde.’ Zij heeft het vooral over de hel van de vrouwenbesnijdenis, maar voor miljoenen Afrikanen beneden de Sahara is de hel vandaag te leven met de dreiging van de ‘magere dood’. De cijfers over aids zijn gewoonweg verpletterend. De drama’s van mens tot mens, van familie tot familie zijn dat niet minder. In Lusaka vond onlangs een internationaal congres plaats over aids in Afrika. Uit de tientallen getuigenissen, onderzoeken en oproepen verzamelden wij de meest relevante gegevens. Dieter Telemans levert de foto’s van de hel. Al blijkt de menselijkheid vaak sterker dan de dood.
DE RODE CIJFERS

Op de wereld leven meer dan drieëndertig miljoen mensen die besmet zijn met HIV. Op tien aids-patiënten wonen er zeven in zwart Afrika waar per dag gemiddeld zesduizend mensen sterven aan aids. Waar jaarlijks twee miljoen doden vallen en vier miljoen mensen besmet worden, heet het leven een hel. In Afrika eist aids een hogere tol aan mensenlevens dan alle oorlogen van het continent samen.

De wereld is alarmerende cijfers uit het zwarte continent gewend geraakt. De noodtoestand wordt niet afgekondigd. Omdat het Westen aids in bedwang houdt? In Nederland stierven de jongste vijftien jaar 4500 mensen aan aids, net zoveel als de voorbije twee weken in Uganda. In dertien Afrikaanse landen is meer dan 10% van de volwassenen HIV-positief. In Zambia is 19% van de bevolking HIV-positief en hebben vijftienjarigen 60% kans dat ze aan aids sterven. In een dozijn landen daalde de gemiddelde levensverwachting met een kwart, van ongeveer 64 jaar tot 47 jaar.

Aids knaagt beneden de Sahara aan de levensverwachting, maar ook aan de levenskwaliteit. De moeizame, economische ontwikkeling die Afrika kende, wordt -aan het huidige, verwoestende ritme van aids- in de komende twintig tot veertig jaar ongedaan gemaakt. De ziekte veroorzaakt een economische catastrofe. Het werkverzuim door dood en ziekte in sommige economische sectoren is alarmerend. Een grote transportfirma in Zambia stelde vast dat van haar 11.000 werknemers er 3400 seropositief waren. In Zimbabwe daalde de landbouwproductie van maïs, katoen en groenten met de helft. Geen dorp, geen bedrijf, geen gezin dat in het land niet door aids is getroffen. Op een doordeweekse dag telt de Zimbabwaanse regeringskrant The Herald tien kolommen rouwadvertenties tegen een halve kolom voor huwelijken en geboorten. De ‘magere dood’ wordt een fait divers. ‘Mensen rouwen niet meer zoals vroeger,’ vertelt Simukai Dube, van de Matabeleland Aids Council. ‘Begrafenissen duren geen dagen meer: steeds vaker vinden ze plaats in het weekend of ‘s nachts. Rituelen worden afgeraffeld.’



BREEK DE STILTE

De gevaarlijkste handlanger van de ‘ziekte die doet vermageren’ is de stigmatisering ervan. De meeste Afrikaanse landen hebben de plaag stelselmatig ontkend, onderschat, doodgezwegen of gebagatelliseerd als ‘een bedenksel van blanken’. Nog maar enkele jaren geleden verklaarde de Keniase regering het land ‘Aidsvrij’, terwijl zestig procent van de hoeren in Nairobi met HIV besmet was en vandaag één op vier meisjes van 15 tot 19 jaar met het virus leeft. Aids was een straf van God of werd zogezegd veroorzaakt door hekserij, boze voorouders of een samenzwering van de blanken tegen het zwarte ras. Volgens de Afrobeat-legende Fela Kuti was aids een verzinsel van blanken om de zwarte bevolkingstoename in te tomen. Toen zijn broer in 1997 onthulde dat Fela Kuti zelf aan aids was gestorven, ging er door Nigeria een schokgolf van verontwaardiging omdat de goede naam van de muziekreus was bevlekt. Vele Afrikanen geloven dat enkel prostituees aids kunnen krijgen. Sommige mannen gaan nog enkel met dikkere vrouwen vreemd omdat alleen ‘smalle’ vrouwen de ziekte zouden kunnen overdragen. Overal op het continent worden HIV-lijders ontslagen, gemeden, verstoten of gestenigd. Vorig jaar nog werd Gugu Dlamini, een vrouw uit KwaZulu-Natal doodgeslagen nadat ze op de Wereld Aids Dag getuigde dat ze HIV-positief was.

Voor Peter Piot, directeur van UNAIDS in Genève, is het doorbreken van het taboe rond aids prioritair in de bestrijding ervan. Op het jongste aids-congres in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka zei hij: ‘Het stigma blijft de belangrijkste uitdaging. Dat bemoeilijkt de preventie door vorming, het ontmoedigt mensen om vragen te stellen of houdt geïnfecteerde personen tegen om te spreken met hun partners. Het houdt ook mensen weg van verzorging, als die al voorhanden is.’ De Belgische toponderzoeker wees er eerder dit jaar al op dat de cultuur van geweld tegen vrouwen een immense impact heeft op de genadeloze verspreiding van het HIV-virus. Niet alleen het brute seksueel geweld binnen en buiten het gezin -een belangrijkere doodsoorzaak voor vrouwen tussen 15 en 44 dan kanker, malaria en verkeersongevallen- maar zelfs het dreigen met geweld leidt tot aids. Piot: ‘Dreigen vermoordt het gesprek tussen partners over seks en leven. Dreigen ondermijnt de kracht van vrouwen om voor zichzelf op te komen.’



ZET HEM OP

Door de tragiek van de cijfers spreken onderzoekers en verplegers met uiterste behoedzaamheid over ‘hoop’. Maar precies wegens de omvang van de catastrofe, inspireren enkele ‘blijde boodschappen’ toch de inzet en toekomst voor al wie begaan is met aids in Afrika. Twee landen, Uganda en Senegal, tonen de weg. Preventiecampagnes en duidelijke uitspraken van de politieke en religieuze leiders leidden daar tot een daling van het aantal infecties. Als eerste Afrikaanse land maakte Uganda de strijd tegen aids tot nationale prioriteit. Jarenlang hield president Museveni geen toespraak zonder op de risico’s van aids te wijzen. Particuliere initiatieven en overheidsprojecten bloeiden, royaal gesteund door het Westen.

Anne Buvé, onderzoekster aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen, was aanwezig op het aids-congres in Lusaka en rapporteert: ‘Het viel mij op dat Afrikaanse verantwoordelijken stilaan de zaken bij hun naam noemen, ook al hoorde ik nog niet veel ministers van Volksgezondheid het woord ‘condoom’ gebruiken.’ Ook de plaats van aids in de bredere, maatschappelijk context krijgt meer aandacht. Buvé: ‘Voor het eerst vielen sprekers in Lusaka openlijk de alom verspreide en aanvaarde corruptie aan. Ze haalden uit naar de wapenhandel en naar de vele conflicten. Afrika moet vandaag immers met hoogdringendheid de oorlog verklaren aan aids.’

Naast deze analyses vormen enkele moedige getuigenissen van aids-patiënten monumenten van weerwerk. Zo maakte de Namibische Emma Tauhepa in Lusaka grote indruk. ‘Ik werd met HIV besmet door een leraar toen ik achttien was. Wij hadden geen relatie. Hij verkrachtte mij. Had mijn moeder mij verteld over seks, dan was er niets gebeurd. Ik had mijn leven kunnen redden. Nu ben ik drieëntwintig en wat moet ik aanvangen?’ Tauhepa wilde rechten studeren maar meende dat zij niet lang meer te leven had. In 1997 studeerde ze af als onderwijzeres en ging in scholen spreken over aids. Ze begon een kruistocht tegen leerkrachten die seks hadden met leerlingen. Ze riep Afrikaanse moeders op om met hun kinderen openlijker over seks te praten. Tauhepa: ‘Ik schrijf naar regeringen dat wij, vrouwen, vinden dat de maat vol is. Dit lijden moet ophouden. Mannen moeten ophouden te denken dat zij van aids kunnen worden verlost door seks te hebben met jonge meisjes. Mensen die besmet zijn, moeten weten dat ze nog een zinvol leven voor zich kunnen hebben.’



‘IK BEN GEEN CIJFER’

De aanvankelijke solidariteit tussen Noord en Zuid inzake aids -de paniek was gedeeld- sloeg om in ontmoediging. Twee jaar geleden nog beloofden de Franse president Chirac en zijn minister Bernard Kouchner met veel politiek gedruis massale aids-steun, maar zwart Afrika ontvangt vandaag slechts zes miljard BEF buitenlandse steun. Zoveel als het budget van een doorsnee Europees ziekenhuis. Waar een AIDS-patiënt met tienduizend dollar per jaar geholpen kan worden, beschikt Afrika momenteel over tien dollar per hoofd om het tij te keren. Daarbij blijken de grote farmaceutische bedrijven weinig geneigd om hun cocktails en antiretrovirale geneesmiddelen goedkoper te maken. Op het congres in Lusaka verwonderde een verantwoordelijke voor de groep Roche zich over ‘de grote kennis van de Afrikaanse aids-zieken en hun mildheid tegenover ons.’ De Zimbabwaanse minister van Volksgezondheid, Timothy Stamps, maakte zich onlangs erg boos over de westerse fabrikanten die veel geld vragen voor medicamenten en patentrechten. Zo verbieden de Verenigde Staten in naam van het patentrecht Brazilië om goedkopere medicamenten naar Afrika te versturen. Daarom blijft de boodschap voor zwart Afrika ‘first things first’: preventiecampagnes en een zo goed mogelijke behandeling van de infecties.

Afrika wil niet aanvaarden dat het alleen maar dapper de dood kan afwachten. De Zambiaanse Brigitte Syamalevwe zei in Lusaka: ‘Ik ben geen cijfer uit een statistiek, ik ben geen onderzoeksmateriaal. Toen ik in 1992 ontdekte dat ik HIV-positief was, leefde ik als een volwassen vrouw, ik was moeder en zette mij in op het werk en in de buurt. Toen ik wist dat ik besmet was, vertelde ik het aan mijn man en kinderen. Ik dacht aan het bantoe-spreekwoord: ‘Ik ben omdat jij bent, daarvoor zijn wij er.’ Sedertdien strijd ik dag na dag voor mijn waardigheid en die van Afrikaanse vrouwen in het algemeen. Het ridicule beeld van Afrikaanse vrouwen (gehoorzame en toegewijde moeders die het niet erg vinden dat hun mannen ontrouw zijn) is de zekerste weg naar de ondergang.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.