Al 84 hulpverleners gedood in Irak

Vooral hulpverleners uit Irak zelf zijn kop van jut. Cedric Turlan, de woordvoerder van de niet-gouvernementele organisatie Coordination Committee in Iraq (NCCI), zegt dat er sinds 2003 al 18 internationale hulpverleners en 66 lokale hulpverleners gedood werden. “We baseren ons op de incidenten die gemeld zijn aan het NCCI. De cijfers liggen dus ongetwijfeld nog hoger”, zei Turlan tegen het VN-nieuwsagentschap IRIN.
“Probleem is dat de meerderheid van de Irakezen niet weet wat hulpverleners en ngo’s zijn”, zegt Turlan. “We werden onder Saddam voorgesteld als spionnen van het vorige regime. Sinds 2003 is de grens tussen de militairen, de privé-sector en hulpverleners vervaagd.”
Samir Marouf, een 33-jarige hulpverlener, krijgt sinds kort doodsbedreigingen omdat hij bij een neutrale hulporganisatie werkt. “Ik kan niet meer in Irak werken. De laatste maanden is de situatie voor hulpverleners erg bemoeilijkt. We zijn een doelwit geworden en daarom zoek ik nu asiel in een Europees land of in de Verenigde Staten”, zegt Marouf.
Drie medewerkers van de Iraakse Hulporganisatie werden in de afgelopen acht maanden gedood. “Twaalf van onze 32 vrijwilligers hebben de afgelopen maanden asiel gezocht in Syrië en Jordanië, omdat ze bedreigd waren door gewapende groeperingen”, zegt Fatah Ahmed, woordvoerder van de Iraakse Hulporganisatie.