‘Als een Mzungu president vloog ik naar België’

52 Congolese hervestigde vluchtelingen die in november toekwamen, verhuisden deze maand van een asielcentrum naar een eigen woonst. Dendermonde is de drie generaties tellende Lukeba familie rijker. ‘Van een lemen hut in een kamp, naar een westers huis met stofzuiger, wasmachine en kook vuur op gas’.

  • Hanne Couderé Cécile en Nupita in hun nieuwe woonst in Dendermonde. Hanne Couderé

In een kleine arbeiderswoning rond een rustig Dendermonds plein woont sinds twee weken de Congolese familie Lukeba. Cécile, moeder des huizes, duikt op vanuit haar keuken met kleindochter Nupita op de arm. Het ruikt er naar schoonmaakproduct. ‘Ik legde net uit hoe de keuken gekuist moet worden’, zegt Elisabeth Verniers van Caritas International, de integratiecoach die de familie gedurende twee jaar zal helpen.

‘11 jaar geleden ontvluchtten we de regio rond Uvira in Zuid-Kivu’, begint Cécile haar verhaal in het Swahili. ‘Mijn man kwam om tijdens de oorlog en de situatie werd onhoudbaar’.

De Oost-Congolese doorwinterde conflictprovincie Kivu is sinds de jaren ‘90 schouwtoneel van mensonterend geweld. Etnische conflicten zaaien er een spoor van vernieling, gewapende milities moorden om gegeerde grondstoffen en seksueel geweld is hét favoriete oorlogswapen tegen vrouwen.

De hevigheid van de Congolese burgeroorlog dreef Cécile naar het noordoosten van buurland Burundi. Al die jaren overleefde ze samen met haar dochters en kleinkinderen in het vluchtelingenkamp van Gasorwe.

‘Het kamp staat bekend als een plek waar seksueel geweld tegen vrouwen schering en inslag is’, legt Elisabeth de vinger op een vreselijke wonde. ‘België koos ervoor een aantal alleenstaande vrouwen uit Gasorwe te hervestigen, juist omdat ze zo kwetsbaar zijn. Om die reden worden ze soms door andere hervestigingslanden afgewimpeld’.

Goddelijke verschijning

‘Vier maanden voor onze reis naar België verscheen een man aan mijn hut’, beschrijft Cécile. ‘Hij zei me: ‘U hebt geluk, ze hebben u gekozen voor hervestiging. Terwijl anderen soms jaren moeten wachten, mocht onze familie al snel vertrekken’. Cécile’s moegetergde ogen lichten op. ‘God is ons goedgezind. Ik had nog nooit van België gehoord, maar in het vliegtuig voelde ik me als een president, als een Mzungu, een blanke. Al wat ik nu voel is fierheid. Zelfs van de koude heb ik geen last’.

Sinds de oprichting van het kamp in 2002 zag Cécile zowel haar familie als de vluchtelingenmassa’s groeien. Haar jongste dochter en vier kleinkinderen werden er geboren. Ze ruilde haar tent voor een lemen hut en een harde ondergrond voor een oncomfortabel bed.

Hun schrale voedselrantsoen bestond uit 10 kilogram bloem, wat bonen en een fles palmolie. ‘Dat was alles. Als je iets anders wilde eten, moest je een deel van je portie verkopen’. Vooral de tweejarige Nupita vocht tegen ondervoeding.

‘Gezondheid blijft een zwak punt bij aankomst in België’, legt Elisabeth uit. ‘Kinderen die al zwakker zijn als gevolg van ondervoeding of vitaminetekort worden snel ziek. En het toedienen van medicatie is niet vanzelfsprekend wanneer je de bijsluiter niet kan lezen’.

Vredige ronkende snurkgeluidjes vanuit Cécile’s schoot laten weten dat Nupita aan de betere hand is. ‘Alle gezinnen zijn superdankbaar, maar hen oriënteren is niet gemakkelijk. Weinigen kunnen lezen of kaartlezen. Enkel door het te doen, en nog eens te doen, kunnen we de dingen aanleren. Er is enorm veel te regelen: medische assistentie, shoppen, inschrijven op school, budgetbeheer, en ga zo maar door. Cécile kan nog geen cijfers lezen, geen klok of prijzen. Dat maakt het lastig om alleen naar de winkel te gaan. Ze kennen de waarde van de briefjes niet. Dat komt nog wel’, verzekert Elisabeth. ‘Hun motivatie om bij te leren is enorm groot!’

Geen dronken leraars meer

Één keer per week komt Caritas langs. Dankzij Rosalie, de directe vertrouwenspersoon van de familie, zelf Burundese die Swahili spreekt, is communiceren geen probleem.

OCMW-assistente Liesbeth Heyvaert volgt de familie dagelijks op. ‘Deze eerste weken leerde ik hen vooral routines aan. Elke dag zijn we samen naar school gestapt. Alles ging beter dan verwacht. Van hun kracht en moed heb ik al veel geleerd. Als je ziet wat er allemaal op hun afkomt. Ik zou angstiger zijn. Zij gaan ervoor! Wel moest ik leren stilstaan bij dagdagelijkse dingen die voor hen niet evident zijn: de deuren vastdoen bijvoorbeeld, of de rolluiken optrekken’.

Het is stil in huis vandaag. ‘In Burundi was iedereen altijd samen’, vertelt Elisabeth, ‘Nu is de familie opgesplitst’. De oudste dochter woont met haar drie zonen drie kilometer verderop. De drie dochters die bij Cécile inwonen zitten op school. Twee hebben vandaag hun eerste OKAN-klas (onthaalklas anderstalige nieuwkomers).

Voor de jongste was de start op school niet gemakkelijk. Ondanks haar zeven jaar gaat ze naar de kleuterschool. ‘De dag dat ze de taal kan, zal het allemaal vlot lopen’, stelt Cécile vol vertrouwen. ‘In Gasorwe gingen mijn kinderen ook naar school. Maar de leerkrachten konden niet lesgeven, daarvoor dronken ze te veel’.

‘Hakuna Matatizo Dendermonde’

De stilte lijkt haar niet te deren: ‘Mensen uit de buurt heb ik nog niet echt ontmoet. Op straat knikken ze naar mij en ik knik terug. De buren blijven in hun huis, en ik ook. Maar ik voel me niet alleen’.

‘Toch vraagt Cécile me waarom ik niet vaker langskom’, zegt Rosalie. ‘Momenteel zijn er nog geen activiteiten voor de volwassenen’, voegt Elisabeth toe.‘En vanwege de wachtlijst start Cécile pas in september met de Nederlandse les. We hebben al veel vragen gekregen van de vluchtelingen om samen dingen te doen. Maar eerst moeten ze het openbaar vervoer leren gebruiken’.

‘Het is allemaal moeilijk, maar ik ben tevreden, mompelt Cécile, ‘Hakuna Matata, geen problemen, geen problemen’. ‘De overgang van een vluchtelingenkamp naar een westerse samenleving met een complexe organisatie en een hoop regels vraagt een enorme aanpassing. Misschien is het nu allemaal te moeilijk om onder woorden te brengen. Om een goed relaas te krijgen, kom je beter volgend jaar nog eens op bezoek’, raadt Elisabeth me aan.

Wanneer ik wegga, vouwt Cécile haar frêle handen zachtjes rond de mijne. ‘Asante sana’ – veel dank.

Om de veiligheid van de getuigen te garanderen zijn de namen in het artikel fictief gemaakt.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.