Amerikaanse milieubezwaren tegen Latijns-Amerikaanse tonijn wegen steeds lichter

Het Amerikaanse verzet tegen de invoer van ‘dolfijnonvriendelijke’ tonijn uit Latijns-Amerika brokkelt af. Een rechter in San Francisco hield vorig jaar een versoepeling van het invoerverbod nog tegen. Maar milieubewustere vangstmethoden, de druk vanuit Mexico en de vrijhandelsbesprekingen van de VS met Colombia, Peru en Ecuador geven de Latijns-Amerikaanse tonijnvissers steeds betere kaarten.







De Amerikanen willen geen tonijn op hun brood waarvoor dolfijnen het leven moesten laten. Daarom verbieden de VS de invoer van met netten geviste tonijn uit de Stille Oceaan. De dolfijnen die daar voorkomen, volgen vaak scholen van geelvintonijnen en raken daardoor verstrikt in de lange netten waarmee op die soort gevist wordt. De tonijnvangst maakt ook slachtoffers onder zeeschildpadden en haaien.

Het Earth Island Institute (EII), een Amerikaanse milieuorganisatie, schat dat de voorbije 50 jaar ongeveer zeven miljoen dolfijnen om het leven zijn gekomen in tonijnnetten. Maar het EII geeft wel toe dat het probleem de laatste tien jaar steeds minder dramatisch wordt. In 1986 stierven nog 136.000 dolfijnen in de netten van de tonijnvissers, vorig jaar amper 4.000.

De Latijns-Amerikaanse vissers vinden het steeds duidelijker dat het Amerikaanse invoerverbod niet berust op milieuoverwegingen maar wel de belangen van de Amerikaanse tonijnindustrie dient. Ecuador, Mexico en Venezuela halen elk 130.000 tot 160.000 ton tonijn boven per jaar. Colombia en Centraal-Amerika brengen ook aanzienlijke hoeveelheden tonijn aan land, ook uit de Stille Oceaan.

Het Amerikaanse ministerie van Handel probeerde vorig jaar de strenge criteria waaraan dolfijnveilige tonijn in de VS moet beantwoorden, te versoepelen. Ook tonijn die met netten wordt gevist, zou voortaan groen licht kunnen krijgen, op voorwaarde dat waarnemers hebben vastgesteld dat er geen dolfijnen zijn gedood of gewond tijdens de vangst. Die versoepeling zou Latijns-Amerikaanse tonijnexporteurs voor het eerst echt toegang bieden tot de reusachtige Amerikaanse markt

Maar het EII en andere milieuorganisaties tekenden beroep aan tegen de verandering van de criteria. In augustus vorig jaar vonniste Thelton Henderson, een rechter van het Federaal Hof in San Francisco, dat het verbod op de invoer van Latijns-Amerikaanse behouden moest blijven. Die uitspraak is geldig voor heel de VS.

Latijns-Amerikaanse tonijnvissers beweren dat hun vangstmethoden beantwoorden aan de internationale normen voor de bescherming van dolfijnen. “De netten van Mexicaanse en Venezolaanse vissers zijn uitgerust met beschermende panelen die de kans kleiner maken dat dolfijnen gevangen raken”, zegt Ricardo Molinet, de directeur van de Venezolaanse Vereniging voor de Tonijnvangst. “We volgen ook de andere bepalingen die zijn opgesteld dor de Inter-Amerikaanse Tropische Tonijncommissie (IATTC). Guatemala, Mexico, Nicaragua, Panama, Spanje, de Verenigde Staten, Vanuatu en Venezuela zijn het in die commissie onder meer eens geworden in november en december een vangstpauze te respecteren. De tonijnvloten moeten vooral overdag werken, op elk schip een waarnemer van de IACCT meevoeren en reddingsteams klaar houden om dolfijnen die toch verstrikt raken, snel weer vrij te laten. Maar vorig jaar oordeelde de Californische rechter Henderson dat het nog niet wetenschappelijk vast staat of die maatregelen wel alle schadelijke effecten van de tonijnvangst op de dolfijnenpopulatie wegnemen.

Het stugge verweer van het EII tegen het voornemen van de Amerikaanse regering om de import van Latijns-Amerikaanse tonijn te vergemakkelijken, zet kwaad bloed in de betrokken landen. In zijn rapporten beweert het EII onder meer dat sommige boten van Colombiaanse en Mexicaanse tonijnvissers gebruikt worden voor de smokkel van cocaïne. De Venezolaanse Stichting voor Verantwoordelijke Tonijnvangst repliceert dat het EII wetenschappelijke bewijzen onder de tafel veegt en gefinancierd wordt door grote tonijnverwerkende bedrijven in de VS. Regeringsmedewerkers van Venezuela en Mexico stellen dat de beslissing van Henderson enkel een ecologisch schaamlapje is om de Amerikaanse weerstand tegen vrijhandel in de visserijsector te maskeren.

Ricardo Molinet, de directeur van de Venezolaanse Vereniging voor de Tonijnvangst, acht het niet uitgesloten dat de benadeelde landen klacht indienen tegen de VS voor de Wereldhandelsorganisatie. Nu al kunnen Ecuador, Peru en Colombia de VS het vuur aan de schenen leggen tijdens de vrijhandelsbesprekingen die ze met de grootmacht voeren. Die onderhandelingen zouden het Latijns-Amerikaanse tonijnfront kunnen splijten. Met name de Ecuadoraanse tonijnexport naar de VS zou door een vrijhandelsakkoord kunnen vrijgesteld worden van Amerikaanse importheffingen. Mexico heeft Ecuador in het verleden beschuldigd van onbehoorlijke praktijken bij de tonijnvangst.

Wereldwijd halen tonijnvissers per jaar 3,4 miljoen ton tonijn boven. De tonijnindustrie is het grootst in Japan, Taiwan, Spanje, Thailand, Zuid-Korea en de VS. (PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.