Amerikanen geloven in ontwikkelingshulp als imagobouwer

Bijna negen op tien Amerikanen (87 procent) vinden dat hun land buitenlandse hulp moet geven bij noodsituaties als droogte, hongersnood, overstroming of andere natuurrampen. Zo’n 69 procent van de deelnemers aan de opiniepeiling zegt dat de overheid ook steun moet geven aan andere humanitaire doelen zoals armoedebestrijding en de toegang tot onderwijs.

De meerderheid geeft er de voorkeur aan dat geld via Amerikaanse niet-gouvernementele organisaties verdeeld wordt. Maar 13 procent vindt het een goed idee het geld aan Amerikaanse bedrijven te geven die in het ontvangende land actief zijn.

Met een overwicht van meer dan vijf tegen één vinden de Amerikanen dat effectieve buitenlandse steun het imago en de nationale veiligheid de VS ten goede kan komen. 46 procent is het sterk eens met die stelling.

De resultaten zijn interessant in het licht van de nieuwe plannen voor herstructurering van de ontwikkelingshulp die Buitenlandminister Condoleezza Rice in januari aankondigde. Rice wil buitenlandse hulp sterker koppelen aan Amerikaanse veiligheid, democratie en overzeese ontwikkeling. Ze wil ook meer diplomaten uitzenden naar arme landen en crisiszones en meer opleidingen starten in de talen die in de ontwikkelingslanden worden gesproken.

Maar critici zijn bezorgd dat ontwikkelingshulp meer dan ooit gestuurd zal worden vanuit militaire en politieke belangen en niet vanuit de noodzaak om armoede te bestrijden. Ze verwijzen naar recente cijfers van het Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID).

Vorig jaar gaven de VS een recordbedrag van 27,5 miljard dollar aan ontwikkelingshulp, tegenover 19,7 miljard het jaar voordien en 11,4 miljard in 2001, zegt USAID. Maar het extra geld ging maar naar een paar landen. De hulp aan Irak verdrievoudigde, tot meer dan 10 miljard dollar. Afghanistan kreeg bijna dubbel zoveel: 1,5 miljard. De steun aan de rest van de wereld bleef onveranderd, met uitzondering van een verhoging voor Afrika van ongeveer een half miljard dollar.

In februari vroeg de regering-Bush 23,7 miljard dollar voor ontwikkelingshulp in 2007 - een stijging van 14,25 procent tegenover dit fiscale jaar. Maar toonaangevende leden van het Congres lieten al weten dat ze dat verzoek willen afwijzen. Ze zitten krap bij kas en in binnenlandse domeinen als onderwijs, landbouw, wetenschap en gezondheidszorg zou 56 miljard dollar bespaard moeten worden. Vrijdag kondigde de Amerikaanse regering aan dat ze de 306 miljoen dollar steun aan de Palestijnse Autoriteit bevriest, uit protest tegen de verkiezing van Hamas. (ADR/JS)