Angola kieskeuriger tegenover nieuwe investeerders

De Angolese vicepremier, Aguinaldo Jaime, heeft er net een bezoek van een hele week aan Portugal op zitten. De voormalige kolonisator is een van de belangrijkste investeerders in Angola. Jaime wil nog meer Portugese ondernemers naar zijn land halen. Echt moeilijk is het niet om nieuwe investeerders te overtuigen. Angola beschikt over rijke voorraden olie, diamanten en andere delfstoffen en heeft een van de snelst groeiende economieën in de wereld. Na het einde van de burgeroorlog in 2002 biedt het land volgens Jaime ook de nodige politieke stabiliteit.
De perspectieven zijn zo goed dat Angola eisen kan beginnen te stellen aan buitenlandse bedrijven. Investeringen zijn welkom, zei Jaime in Portugal, maar alleen als die verbonden zijn met de transfer van technologie en andere vormen van samenwerking die de ontwikkeling van Angola vooruit helpen. Jaime deed herhaaldelijk zijn beklag over bedrijven die “misschien niet geloven in Angola” en daarom geen kennis en verantwoordelijkheden overdragen aan hun partners in Angola.

De beste weg

Investeerders in Angola zijn niet langer wettelijk verplicht samen te werken met plaatselijke bedrijven, maar volgens Jaime zijn joint ventures nog altijd “de beste weg” om ervoor te zorgen dat buitenlandse bedrijven ook bijdragen aan de verbetering van de levensomstandigheden van de Angolezen. Investeerders die nu al in Angola actief zijn, weten dat ook hun registratie en het overige papierwerk veel eenvoudiger zijn als ze een plaatselijke partner hebben.
Europa en de VS maken zich zorgen over de toenemende aanwezigheid van China in Angola, maar dat is volgens Jaime onterecht. Volgens hem zijn er genoeg kansen voor iedereen en moet niemand angst hebben voor meer concurrentie.
De Angolese olievoorraden interesseren China en andere investeerders uit andere landen nog altijd het meest. Angola haalt per dag 1,5 miljoen vaten olie boven, en dat cijfer moet dit jaar stijgen tot 2 miljoen. Angola is de grootste leverancier van ruwe olie aan China en ook een belangrijke leverancier voor de VS.
Ook andere sectoren floreren dankzij het oliegeld. De regering in Luanda zette onlangs een Angolese Ontwikkelingsbank op, die een fonds voor sociale projecten beheert dat gespijsd wordt met 5 procent van de Angolese olie-inkomsten.
Angola begint op zijn beurt ook te investeren in het buitenland. Sonangol, de staatoliemaatschappij, baat al in heel Portugal tankstations uit en levert ook brandstof aan andere tankstations in het land. Jaime prees ook Angola Telecom aan als een goede partner voor internationale activiteiten.

Goede cijfers

In Angola leven maar zestien miljoen mensen op 1,25 miljoen vierkante kilometer. De infrastructuur werd grotendeels vernield door 42 jaar oorlog: de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Portugezen van 1961 tot 1975 en de daaropvolgende burgeroorlog tussen de marxistische regering en de rebellen van UNITA. De dood van rebellenleider Jonas Savimbi in 2002 maakte de weg vrij voor de ondertekening van een vredesakkoord. De voorbije jaren bezegelde de regerende MPLA van president José Eduardo dos Santos de vrede door de rebellen op te nemen in het politieke systeem en de overheidsdiensten. UNITA bezet nu 70 van de 220 zetels in het Angolese parlement.
De Angolese economie kan uitzonderlijk goede cijfers voorleggen. De groei bedroeg vorig jaar meer dan 27 procent, de wisselkoers is stabiel, de interestvoeten dalen en het jaarlijkse inflatiecijfer blijft stabiel op ongeveer 10 procent.