Anti-abortusbeweging betoogt om Spaanse regering te steunen

In de hoofdstad Madrid en meer dan zestig andere Spaanse steden wil de beweging Derecho a Vivir (Recht op leven) zondag manifesteren. Ze doet dat om haar steun te betuigen aan de wetswijziging die de centrumrechtse regering van Mariano Rajoy voorbereidt.

Minister van Justitie Alberto Ruíz- Gallardón heeft begin dit jaar aangekondigd dat hij de abortuswet van de vorige, socialistische regering gaat inperken. Volgens een recente opiniepeiling is 30 procent van de Spanjaarden tegen de wetswijziging, terwijl 8 procent de hervorming steunt.

Toestemming van ouders

Derecho a Vivir wil dat abortus helemaal verboden wordt maar vindt dat de aangekondigde wijziging een stap in de goede richting is.

Sinds 2010 is abortus in de eerste 14 weken van de zwangerschap toegestaan zonder beperking en in de eerste 22 weken als de gezondheid van de vrouw in gevaar is of als de foetus zware afwijkingen vertoont. Meisjes van zestien of zeventien kunnen ook een abortus laten uitvoeren zonder toestemming van hun ouders.

Ruíz-Gallardón wil de termijnen korter maken, bij minderjarigen de ouderlijke toestemming verplicht maken, en afwijkingen van de foetus als criterium schrappen.

De huidige wet “maakt van abortus een recht en houdt geen rekening met het recht op moederschap”, zegt Ignacio García-Juliá, directeur-generaal van Spaans Forum voor het Gezin. “Dat is ongrondwettelijk en onnodig.”

Doodstraf

Vrijdag werd in verschillende Spaanse steden actie gevoerd voor het behoud van de huidige wet. Aanleiding was de Wereldactiedag voor veilige en legale abortus.

De anti-abortusbeweging antwoordt zondag met eigen manifestaties. Ook in andere landen zal gemanifesteerd worden, zegt Derecho a Vivir. De datum is niet toevallig gekozen. Enkele dagen later, 10 oktober, vindt de Werelddag tegen de Doodstraf plaats.

In 2010 werden in Spanje 113.031 abortussen uitgevoerd, 1,3 procent meer dan in het jaar voordien. In 2008 was het aantal abortussen opgelopen tot 115.812, volgens cijfers van het ministerie van Volksgezondheid.