Arabische regimes schuwen hervormingen

Arabische regimes schuwen de economische hervormingen die nodig zijn om armoede te verlichten. Inkomsten dienen in de eerste plaats om de positie van de elite te versterken, concluderen onderzoekers in een nieuw rapport.
Het rapport van de Carnegie Endowment for International Peace in Washington stelt dat zowel olie-exporterende landen als niet-olielanden in de Arabische wereld hun lokale economie gebruiken om privileges van de dominante elite te beschermen en loyaliteit aan de staat te kopen. Dat gaat ten koste van duurzame ontwikkeling.
De belangrijkste reden voor het uitblijven van hervormingen is dat de – voornamelijk door het Westen gesteunde – regimes en hun plaatselijke elites, weinig stimulans krijgen om veranderingen door te voeren die hun economische en politieke belangen kunnen hinderen.
Beleidsmakers in Arabische landen gebruiken grote regionale conflicten, zoals het Arabisch-Israëlische conflict en de oorlog in Irak, als argument om serieuze hervormingen uit te stellen, zegt het rapport. De meeste Arabische regimes beweren dat politieke of economische hervormingen leiden tot meer macht voor islamitische bewegingen die de regio kunnen destabiliseren. Westerse landen delen die visie grotendeels, wat de roep om verandering vrijwel vruchteloos maakt.
Het rapport verdeelt 22 Arabische landen in twee categorieën: landen met olierijkdom, zoals Saudi-Arabië en Koeweit, en landen die afhankelijk zijn van inkomsten van expats en internationale hulp, zoals Egypte, Syrië en Jordanië.
In beide gevallen ontbreekt bij de heersende elite de wil tot hervormingen, waardoor ze blijven behoren tot landen met de slechtste ontwikkelingsindicatoren in de wereld.
Arabische landen zijn goed voor slechts 4 procent van de wereldwijde handel. Een groot deel daarvan komt uit olie-export. Ze hebben een gemiddeld werkloosheidspercentage van 12,2 procent, het hoogste in de wereld.
Het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking daalde de afgelopen decennia en de staatsschuld steeg in sommige landen tot een kritiek niveau. In Saudi-Arabië, de grootste olie-exporteur ter wereld, daalde het bnp per hoofd van de bevolking tussen 1980 en 2000 van 16.713 euro tot 9.271 euro.
In Jordanië, een belangrijke bondgenoot van de Verenigde Staten die veel donorgeld krijgt, daalde het bruto inkomen per hoofd van de bevolking in dezelfde periode van 3.181 euro tot 2885 euro.
In Libanon groeide de staatsschuld vorig jaar tot 31 miljard euro, bijna 186 procent van het bnp. In Egypte was dat 83 miljard of 110 procent van het bnp. De studie bekritiseert Arabische regimes omdat ze te veel zouden leunen op inkomsten uit olie-export. Maar ook niet-olielanden zouden hervormingen moeten doorvoeren die productiviteit aanmoedigen, duurzame groei promoten en zorgen voor meer werkgelegenheid, stelt het rapport.
Een ander oorzaak van de slechte economische prestaties ligt in het feit dat er geen eenduidig idee bestaat over hervorming precies in houdt en dat een gezamenlijk actieplan ontbreekt. Instituten in de Arabische wereld hebben slechts een beperkt vermogen tot planning, implementatie en management van economische programma’s.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.