Argentinië wil 650 miljoen mensen te eten geven

Volgens woordvoerders van het Argentijnse ministerie van Landbouw produceert Argentinië nu levensmiddelen voor 450 miljoen mensen, elf keer de eigen bevolking. Tegen 2020 zou Argentinië 650 miljoen mensen van eten willen voorzien. Naast onverwerkte soja, tarwe en maïs, nu de belangrijkste exportproducten, zou het land ook meer verwerkte levensmiddelen als plantaardige olie, meel, kaas en andere zuivelproducten willen uitvoeren.

Niet ten koste van het milieu

“We zouden nog beter kunnen doen, maar we willen niet dat de vooruitgang ten koste gaat van het milieu, en we moeten ook zorgen voor plaatselijke verankering”, zegt Norma Pensel, nationaal coördinator Onderzoek en Ontwikkeling van het INTA, een openbare instelling voor landbouwtechnisch onderzoek. Met het oog op die laatste bekommernis wil de Argentijnse regering ook een wet laten goedkeuren die de aankoop van landbouwgrond door buitenlandse investeerders aan banden legt.

Aan het ‘Strategisch Plan voor de Agro-industrie’ is achttien maanden gewerkt door overheidsinstellingen als het INTA, alle Argentijnse provincies, meer dan 500 universitaire instellingen en landbouwscholen en 140 verbanden van grote en kleine boeren. Ook regionale en internationale instellingen hadden een inbreng.

Argentinië wil de productie van soja en verschillende graansoorten opvoeren van de huidige 100 miljoen ton tot 160 miljoen ton in 2020. “We kunnen meer binnenhalen, maar we moeten onze bodems beschermen”, waarschuwt Pensel. Ook de Argentijnse veestapel moet volgens het plan groter worden. Om het milieu te ontzien zouden die extra dieren niet vrij mogen rondlopen, maar gefokt worden in gesloten bedrijven waar ze vooral graan te eten krijgen. 

Industrialisering van het platteland

Het Zuid-Amerikaanse land, samen met Brazilië een grootmacht op de internationale landbouwmarkt, wil ook meer verwerkte landbouwproducten uitvoeren. Die “industrialisering van het platteland” moet banen scheppen in afgelegen gebieden en de migratie naar de steden afremmen. Steun voor kleine boeren, familiebedrijven en coöperaties moet verhinderen dat alleen grote landbouwbedrijven de vruchten plukken van die ontwikkeling en het platteland verder herscheppen in een sociale woestijn.

Sommige Argentijnse landbouwcoöperaties zijn nu al indrukwekkend. Agricultores Federados Argentinos (AFA) heeft 24.000 leden. 85 procent van hen bewerkt minder dan 100 hectare. AFA is goed voor 4,5 miljoen ton soja, graan en oliehoudende zaden per jaar. De coöperatie produceert ook meel en olie, heeft een fabriek waar verscheidene andere levensmiddelen worden gemaakt en staat op het punt een andere fabriek in gebruik te nemen. Vertegenwoordigers van AFA hebben meegewerkt aan het plan en verwachten er veel van.

Bij andere verbanden van landbouwers is nog veel scepticisme te horen. De Federación Agraria Argentina (FAA), een federatie van kleine, onafhankelijke producenten, gaat ervan uit dat Argentinië de productiedoelstellingen zal halen, maar vindt dat er te weinig garanties zijn voor kleine boeren. Die dreigen volgens de FAA failliet te gaan als gevolg van de schaalvergroting die onvermijdelijk zal optreden. Dat zou alleen vermeden kunnen worden als kleine en middelgrote bedrijven een bijzondere rol toegekend krijgen in het hele proces.