Arme Guatemalteken leren groente kweken

“Het is goed voor onze financiën en goed voor onze gezondheid”, zegt Lesbia Huertas. Ze staat tussen de plastic containers met opschietende groente, midden in haar tuin in Palencia, nog geen 30 kilometer van de hoofdstad. “Ik verbouw radijs, bietjes, peterselie, prei, wortels, tomaten, pepers… Ik bespaar elke week wel 15 quetzal (1,50 euro) op groente”, zegt ze trots. Ze plukt iedere dag wat ze nodig heeft om te koken voor haar man en twee kinderen. Het water haalt ze uit een regenton van 4000 liter.

Huertas is een van de 562 vrouwen in Chinautla and Palencia, net buiten de hoofdstad, die deelnemen aan een programma om arme mensen in de stad te helpen aan goed water en een verbeterde voedselzekerheid. Het wordt uitgevoerd door het ministerie van Landbouw, met hulp van de VN-voedselorganisatie FAO en de Spaanse regering. Het loopt ook in Ecuador, Bolivia, Ecuador en Nicaragua.

Handboek

Mensen met een laag inkomen worden getraind om voor hun volkstuin te zorgen op een stukje grond van 12 tot 15 vierkante meter, zegt Elder Berduo van FAO-Guatemala. “Daar krijgen ze een handboek bij, met basiskennis over voeding en over de voedingswaarde van verschillende groenten”, zegt hij. De deelnemers krijgen zaden, organische compost en tanks om regenwater op te vangen.

Als ze hebben geleerd om voldoende te verbouwen voor hun familie, is de tweede stap het creëren van een overschot, zodat ze daarmee naar de markt kunnen.

De helft van de kinderen in Guatemala is chronisch ondervoed. Onder de deelnemers van het programma was 33 procent chronisch ondervoed, vertelt voedingskundige Beatriz Juárez, die meet in hoeverre het voedingspatroon van de deelnemers in de loop van het project verandert. “Ze aten aanvankelijk chayote en sinaasappels, het enige wat ze verbouwden.” Juarez hoopt dat de mensen door het project, dat nu bijna twee jaar loopt, gevarieerder zijn gaan eten. “Eind april doen we een eindmeting.”

In november loopt het project af. De FAO wil dat er dan achthonderd mensen voor hun volkstuintje zorgen.