Armoede stijgt ondanks economische groei

Ondanks miljoenen dollars voor
armoedebestrijding vanwege internationale donoren kwamen er in Pakistan
tussen 1993 en 1999 12 miljoen armen bij. Het land telt nu ongeveer 47
miljoen mensen die onder de armoedegrens leven. In een land met 142 miljoen
inwoners is dat ruim een derde van de bevolking. De Pakistaanse sterke man
Pervez Musharraf bezweert die cijfers met het mantra van de Wereldbank en
het IMF, namelijk dat wanneer de macro-economie gezond is de welvaart zal
doorsijpelen tot in de armere lagen van de bevolking. Die stelling gaat in
het geval van Pakistan niet op, zo zeggen critici.


Zelfs de Wereldbank wijst er in een recent rapport op dat het land er wegens
de structurele zwakte van het beleid niet in is geslaagd groei om te zetten
in welvaart, investeerders aan te trekken of infrastructuurwerken uit te
voeren. De voorbije tien jaar is de sociale kloof alleen maar groter
geworden, stelt de Wereldbank vast.

Het ontbreekt Islamabad nochtans niet aan middelen. Het IMF stelt de
volgende drie jaar 1,4 miljard dollar ter beschikking, de Aziatische
ontwikkelingsbank heeft 2,5 miljard dollar projectsteun beloofd en de
Wereldbank staat klaar met 236,5 miljoen dollar. Het IMF toonde zich bij
tussentijdse evaluaties tevreden over de economische vooruitgang en zag door
de vingers dat de regering de doelstelling inzake belastingsinkomsten niet
haalde.

Het falende belastingssysteem is voor Aasim Sajjad Akhtar van de People’s
Rights Movement de bron van heel wat ellende. Wanneer de regering het geld
niet weet te halen bij diegenen die over de meeste middelen beschikken,
komen de sociale uitgaven in de verdrukking. In het verleden waren de
budgetten voor onderwijs en gezondheidszorg erg mager, onvoldoende om de
noden van de gewone mensen te lenigen. Er wordt veel gepraat over de
noodzaak iets aan het probleem te doen, maar van armoedebestrijding is
voorlopig geen sprake.

Burgerorganisaties vinden dat ze onvoldoende betrokken zijn bij het jongste
Strategisch Plan voor Armoedebestrijding (Poverty Reduction Strategy Paper)
van de militaire machthebbers. Hoewel ook de Wereldbank en het IMF stellen
dat het volk bij de opstelling van beleidsprogramma’s moet worden betrokken,
is het Pakistaanse plan hoofdzakelijk bedacht door bureaucraten.

Niet alleen heeft de regering de grootste moeilijkheden bij het uitwerken
van een aangepast beleid, er heerst ook onenigheid over de manier waarop de
armoede moet worden gemeten. Volgens de overheid ligt de armoedegrens op 650
roepies (12) dollar per persoon per maand en leefde van 1998 tot 1999 28,2
procent van de mensen onder die grens. Het Mahbubul Haq Centre for Human
Development hanteert bij zijn armoedestudie verschillende maatstaven voor
armoede en komt tot de conclusie dat 21 procent van de mensen niet genoeg
calorieën naar binnen krijgen, dat 29 procent niet in zijn basisbehoeften
kan voorzien, 30 procent niet genoeg verdient en 44 procent niet genoeg
kansen krijgt. Volgens de Wereldbank moet 31 procent van de Pakistanen
rondkomen met minder dan 1 dollar per dag en heeft 84,7 procent niet meer
dan twee dollar per dag te spenderen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.