Autofabrikanten eisen ruim baan voor milieuvriendelijke auto's

De Amerikaanse president Bush zei begrip te hebben voor de eis van de drie autoconstructeurs. “Ze leiden de technologische veranderingen en het is in ons aller belang om de nieuwe technologieën te helpen promoten.” Bush herhaalde nogmaals dat de petroleumconsumptie tegen 2017 met 20 procent moet gedaald zijn, onder meer om de VS minder afhankelijk te maken van de dure olie-import.
De constructeurs willen meer steun zodat ze sneller auto’s kunnen ontwikkelen die gedeeltelijk op biodiesel, elektriciteit, waterstof of ethanol rijden. “We willen dat de helft van onze auto’s tegen 2012 op zowel benzine als ethanol kan rijden. Er rijden al zes miljoen van dergelijke flexibele voertuigen rond”, aldus Rick Wagoner, de topman van General Motors.
Wagoner lokte echter kritiek uit, ondermeer bij milieubeweging Sierra Club. “Ondanks de public relations-hype van de auto-industrie rijdt 99 procent van de flexibele wagens enkel op benzine, volgens cijfers van de regering-Bush. Dat komt doordat slechts een paar honderd van de 176.000 tankstations uitgerust zijn met ethanolpompen”, zegt Dan Becker van de Sierra Club. “Bij gebrek aan ethanol tanken de eigenaren van dergelijke auto’s dan toch weer benzine, ook al krijgen de autoconstructeurs financiële steun voor de productie van de auto’s.”
Verder lokte ook de afwezigheid van de Japanse autobouwer Toyota, de wereldleider op vlak van hybride technologieën en de op twee na grootste autofabrikant in de Verenigde Staten, kritiek uit.