Aziatische economieën groeien fors door

De Indiase economie groeit dit jaar met ongeveer 9 percent, China komt weer dicht bij de 10 procent en het grootste deel van Zuidoost-Azië is bezig aan een relance. De gegevens komen uit het jaaroverzicht van de Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan van de VN(ESCAP) dat eerder deze week werd gepubliceerd.
Voor de hele regio van Azië en de Stille Oceaan verwacht de ESCAP dit jaar een groei van 7,4 procent, een half procentpunt meer dan de instelling eerder vooropstelde. Het voorbije jaar dikte de economie van de regio nog met 7,9 procent aan, maar de licht krimpende wereldvraag naar elektronica zorgt voor afkoeling.
Vorig jaar maakte Azië zich zorgen over de hoge olieprijzen en een stijgende inflatie, maar uiteindelijk bleek dat erg mee te vallen. “De economie van de regio is kerngezond”, zegt Raj Kumar, een leidende econoom van de ESCAP. De vooruitzichten zijn volgens hem over het algemeen opperbest. In Zuidoost-Azië kunnen alleen Thailand en Cambodja minder fraaie groeicijfers verwachten dan de rest van de regio.
Door de snelle groei wordt Azië stilaan iets minder afhankelijk van het economische wel en wee in andere regio’s. Europa en de VS leggen economisch nog altijd meer gewicht in de schaal, “maar Azië speelt een steeds belangrijkere rol”, zegt Kumar. “Dat is vooral te danken aan de snelle groei in China en India en in kleinere landen als Singapore en Zuid-Korea.”
De kans bestaat dat de toenemende weerbaarheid van de Aziatische economie dit jaar op de proef wordt gesteld, zegt de ESCAP. Een daling van de Amerikaanse consumptie en daarmee van de Aziatische exportkansen lijkt het grootste gevaar. Ook een nieuwe olieschok zou ongelegen komen, net als een oncontroleerbare correctie van het onevenwicht tussen het enorme deficit op de Amerikaanse lopende rekening en de massale ophoping van deviezen in Azië. Al die risico’s kunnen de schitterende groeivooruitzichten doen verbleken.
De 2.500 miljard dollar aan deviezen die de Aziatische landen in hun kluizen hebben, brengen de exportlanden in de regio ook zo al in een lastig parket. De regionale munten wonnen het voorbije jaar immers sterk aan waarde tegenover de dollar, wat de export bemoeilijkt. Een goed wisselkoersbeheer is volgens de ESCAP dan ook essentieel voor de komende tijd. Er zal immers nog meer geld naar de regio stromen, ook van speculanten.
De UNESCAP waarschuwt dat de landen die tien jaar geleden in grote moeilijkheden kwamen door de Aziatische financiële crisis, “kwetsbaar” blijven. Ze zijn te zeer afhankelijk van de export voor hun groei; de plaatselijke consumptie en lokale investeringen trekken niet genoeg aan. De VN-instelling maakt zich vooral zorgen over Zuid-Korea, Indonesië, Thailand en de Filipijnen.
De Aziatische landen moeten ook alles in het werk stellen om te profiteren van het demografisch dividend waarvan ze nu genieten, vindt de ESCAP. De actieve bevolking in Azië is nog erg groot in vergelijking met de niet-actieve bevolkingslagen. Andere uitdagingen waar Azië voor staat zijn de explosieve groei van de steden en de noodzaak om zo snel mogelijk tot duurzame ontwikkeling te komen.
De ESCAP breekt een lans voor het wegwerken van vrouwendiscriminatie in landen als India, Maleisië en Indonesië. Volgens Shamika Sirimanne, een econoom die voor de instelling werkt, kost discriminatie op de werkvloer en in het onderwijs Azië 59 miljard euro per jaar. Als Indiase vrouwen evenveel kansen kregen als hun zusters in de VS, zou het Indiase bruto binnenlands product met 4 procent stijgen, rekent de ESCAP voor.