Bahrein koopt imago in het Westen

Activisten die voordien bescherming genoten dankzij hun internationale bekendheid, zoals Naheel Rajab van het Bahreinse centrum voor mensenrechten en Zaynab Al Khawaja, werden gearresteerd en veroordeeld tot celstraffen. Terwijl Bahrein op de 21ste zitting van de VN-Mensenrechtenraad in Genève 145 van de 176 aanbevelingen inzake democratisch bestuur aanvaardde, ontvingen critici van het regime dreigtelefoons. Sprekers in Genève hekelden het politiegeweld dat onverminderd blijft doorgaan tegenover de volksprotesten in de dorpen, de oneerlijke rechtsgang en disproportionele vonnissen tegen mensenrechtenactivisten.

Mohammed al Maskati, voorzitter van de Bahreinse jeugdvereniging voor mensenrechten, ontving voor en na zijn interventie in Genève directe dreigementen. Maskati kreeg ‘meer dan een dozijn anonieme telefoontjes’ waarin hij als landverrader en Iraanse agent werd uitgescholden, en werd bedreigd met de dood. De Bahreinse overheid blokkeerde ook alle online videoposts over zijn interventie in Genève. De Bahreinse krant Al Watan, die nauw aanleunt bij het regime, publiceerde op 23 september op zijn voorpagina de foto- en namenlijst van al Maskati en alle andere deelnemers aan de Mensenrechtenraad en beschuldigde hen ervan de reputatie van Bahrein te besmeuren.

‘Bahrein doet er alles aan om een progressief gezicht op te zetten’, zegt een lid van de Bahreinse oppositiebeweging Al Wefaq die anoniem wil blijven aan MO*. ‘Ik ben het niet noodzakelijk eens met de harde opstelling van de volksprotesten en pleit vanuit Al Wefaq voor dialoog met het regime, maar dit loopt de spuigaten uit. Bahrein steekt bovendien behoorlijk wat geld in lobbygroepen.’

Volgens de internationale belangenorganisatie en waakhond Bahrain Watch huurt de Bahreinse regering maar liefst achttien westerse pr-bedrijven in Londen, New York en Washington in om het imago van Bahrein op te poetsen. Op de lijst staan onder meer grote jongens als Bell Pottinger en Qorvis Communications, die ook al in opspraak kwamen voor pr-contracten met andere repressieve regimes. In totaal ontvingen de pr-bedrijven 32,5 miljoen dollar van Bahrein sinds februari 2011, toen de revolutie in de golfstaat begon, aldus Bahrein Watch, dat zich voor de gegevens baseerde op publieke informatie.