‘Belasting betalen is voor de domme massa’

‘Belastingparadijzen zijn een gevaar voor de democratie geworden’aldus de ngo Attac in een recent persbericht. Te alarmerend? Volgens vele specialisten allesbehalve. In ontwikkelingslanden zie je de gevolgen al lang. En met de financiële crisis in rijke landen begint het nu ook daar te dagen.
‘De tendens is al jaren dat belasting betalen iets is voor de domme hard werkende massa,’ aldus John Christensen, directeur van Tax justice Network (TJN) in een gesprek met MO* . Maar volgens hem zijn ‘de tijden aan het veranderen’. Is de financiële crisis een ‘blessing in disguise’? 
De internationale ngo Attac windt er geen doekjes om en eist dat de politici maatregelen nemen om belastingparadijzen ‘af te schaffen’. Het gaat hier volgens Attac niet louter om ‘kleine landen zoals Zwitserland, Oostenrijk, Liechtenstein, Monaco, Luxemburg, Andorra of de Kaaimaneilanden. Dankzij hun “speciale belastingaanbiedingen”, ten koste van hun rijke buurlanden,  zijn deze landen de rijkste ter wereld geworden. Maar ook de Britse, Amerikaanse, Duitse of Franse financiële centra werken op een soortgelijke manier.’ De kritiek van Attac richt zich daarom net zo goed tot de regeringen van die landen als tot de eigenlijke belastingparadijzen.’
Een belastingparadijs staat al lang niet meer gelijk aan een eiland – al zijn die nog in de meerderheid en staan ze nog steeds symbool – maar zijn eerder afgebakende jurisdicties waar een speciale, financieel vriendelijke regelgeving geldt. The City in Londen bijvoorbeeld, geldt als één van de belangrijkste belastingparadijzen. 
Maar waarom vindt Attac de offshore-business een gevaar voor de democratie? Attac: ‘De hele lage belastingdruk van enkele landen heeft globaal een dolle wedloop op gang gebracht om het minst veeleisende land te worden voor inkomsten uit kapitaal. Alle tarieven gaan naar beneden: heffingen op intresten, dividenden, meerwaarden van financiële transacties, naast de verlaging van de belastingen op bedrijfswinsten. Geen enkel ontwikkeld land ontsnapt aan die neerwaartse spiraal. In deze tijden van financiële mondialisering zijn de nationale staten niet meer in staat om de heffing op kapitaalinkomsten democratisch te bepalen. Ze moeten zich plooien naar de dictaten van de financiële markten en de belastingparadijzen.’

Ongelijkheid


Deze race to the bottom heeft volgens Attac een steeds grotere ongelijkheid tot gevolg: ‘Het kapitaal is zeer ongelijk verdeeld over de bevolking, en de inkomsten uit dat kapitaal dus ook. In Oostenrijk en in Duitsland bezit tien procent van de bevolking meer dan tweederde van de totale rijkdom. Omgekeerd heeft twee derden van de bevolking weinig of geen vermogen of zelfs schulden. In Frankrijk bezitten de tien procent rijksten 46% van de rijkdom, en op wereldniveau is dit zelfs 85%.’
Om het nog wat absurder te maken: de 250 rijksten van de Forbes lijst bezitten evenveel als de 2,7 miljard armsten ter wereld. Ondernemers en investeerders als Bill Gates zijn heilig verklaard, maar hun bedrijven betalen vaak een schijntje aan belastingen.
Rudolf Mastenbroek, hoofd ‘Criminal Investigations’ bij de South African Revenu Service (SARS), een jurist die nog meeschreef aan de moderne Zuid-Afrikaanse grondwet: ‘Het is heel leuk als multinationals een schooltje bouwen in een ontwikkelingsland, maar als ze tegelijkertijd offshore constructies misbruiken en miljoenen winst wegsluizen uit dat land…. Daarmee ondergraven ze de mogelijkheid voor de staat om via belastingen zijn kernfuncties uit te oefenen en algemene publieke diensten als onderwijs te verlenen. Goede inning van belastingen en douaneheffingen is een middel om de representativiteit van de overheid te verhogen.’
Daar zit hem volgens Attac en anderen precies de kern van de zaak: belastingparadijzen versterken het recht van de rijkste en hebben de potentie om evenwichtige samenlevingen sluipenderwijs te transformeren tot een jungle: ‘Als men geen of onvoldoende belasting heft op de inkomsten uit kapitaal, dan zal er geen geld zijn voor de financiering van de collectieve goederen, diensten en instellingen. Onderwijs, milieu, gezondheid, openbaar vervoer, universiteiten, bejaardenzorg, moeten kunnen rekenen op een nationale solidariteit. De belastingparadijzen verhinderen die solidaire financiering en stimuleren zelfs de privatisering van de sociale zekerheid en het verkwanselen van het nationale patrimonium. Dat geld wordt ook onttrokken aan de overheidsinkomsten van de ontwikkelingslanden, die door de activiteiten van de belastingparadijzen ieder jaar 50 miljard dollar verliezen. De belastingparadijzen bevorderen bovendien de corruptie, omdat ze aan verduisterde gelden een schuilplaats bieden.’
Volgens Attac stimuleert de ontwikkeling een egoïstische en asociale houding van bijvoorbeeld de middenklasse: ‘Naarmate de grote fortuinen en de multinationals aan de belastingen ontsnappen, zijn andere leden van de samenleving ook steeds minder bereid, of zelfs niet meer in staat om de collectiviteit te financieren. Want de belastingdruk op de rest van de bevolking verhoogt en dat gewicht wordt, begrijpelijkerwijs, als een onrechtvaardigheid aangevoeld. Sinds de verklaring van de rechten van de mens en de burger in 1789 hebben de burgers het recht verkregen om op democratische wijze de belastingdruk te verdelen, en bijgevolg de toelaatbare graad van ongelijkheid in de samenleving te bepalen. Dat fundamentele democratische recht dreigt door de mondialisering te worden onderuitgehaald. Bovendien wordt een maatschappij die niet meer in staat is om de ongelijkheid en de sociale onzekerheid onder controle te houden, zelf onveilig en instabiel. De mondialisering dreigt dan ook zichzelf te vernietigen.’
Christensen stond aan de wieg van het Tax Justice Network, dat werk opgericht na het Europees Sociaal Forum in 2002: ‘Ik was verbaasd om te ontdekken hoe agressief anti-staat veel welvarende mensen zijn. Zo van ‘wij betalen geen belastingen, want wij maken geen gebruik van publieke voorzieningen. Flauwekul natuurlijk. Maar de tendens is dat belasting betalen iets is voor de domme hard werkende massa. Kunnen rijke overheden nog terugvallen op het belasten van de middenklasse, overheden in arme landen kunnen dat niet. En dus gingen ze hakken in onderwijs en gezondheidszorg, op last van het IMF.’
De gevolgen van deze tendens zijn zichtbaar in megapolen als de Nigeriaanse hoofdstad Lagos, dat met recht een jungle genoemd mag worden waar alleen de sterksten kunnen overleven. En is het toevallig dat de Scandinavische landen met hoge belastingtarieven bekend staan als meest beschaafde en minst corrupte landen ter wereld?
Christensen schept een perspectief van mogelijkheden als de politiek de financiële markten weer zou reguleren na decennia van deregulering: ‘Stel even dat je al het geld dat offshore staat geparkeerd zou kunnen belasten aan 30 procent. Dat zou overheden jaarlijks 255 miljard dollar extra opleveren, ruimschoots voldoende om pakweg de VN-ontwikkelingsdoelstellingen tegen 2015 te financieren.’ Het halen van die doelstellingen zou dan weer een dempende invloed hebben op sociale onrust, migratieproblematiek, burgeroorlogen. Het aanpakken van belastingfraude en ontduiking via de offshore-industrie, is ook één van de ondergesneeuwde aanbevelingen van het VN-rapport van het ‘High-Level Panel on Financing for Development’, ook wel het Zedillo Report, dat in 2001 werd geschreven onder leiding van de oud-Mexicaanse president Ernesto Zedillo.
Eind dit jaar vindt een vervolg VN-conferentie ‘Financing for Development’ plaats en daar zal het thema belastingparadijzen bovenaan de agenda staan, signaleert Christensen.
Christensen hekelt de historische rol van het IMF en Wereldbank, die deregulering van de financiële markten eind jaren zeventig sterk stimuleerden: ‘Wat betreft de rol van IMF en Wereldbank, je moet dat in het ideologische discours zien van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig: de zogenaamde Washington consensus. Het liberaliseren van kapitaalverkeer en de winst op kapitaal zou wereldwijde groei genereren omdat dat kapitaal van het Noord naar Zuid zou vloeien. We weten nu dat precies het tegenovergestelde gebeurde. Ook handelsliberalisering zou economische groei in het Zuiden bevorderen, waar men zich zou kunnen specialiseren op basis van bepaalde voordelen waarmee kapitaalintensieve investeringen zouden worden aangetrokken, bijvoorbeeld in de ontginning van grondstoffen. De Wereldbank had hierin een heel fundamentalistische, ideologische houding, zonder zich rekenschap te geven van de praktische gevolgen van open mondiale markten.
De vrijhandel werd voor een groot gedeelte gekaapt door grote multinationale bedrijven, die dominante spelers werden en belastingparadijzen gebruikten om hun winsten uit ontwikkelingslanden weg te sluizen. Daarmee ontzegden ze die landen letterlijk van het kapitaal dat ze nodig hadden om zich te ontwikkelen.’
In een net verschenen rapport van het Political Economy Research Institute (EPRI, van de universiteit van Massachusets) beschrijven onderzoekers de verbijsterende kapitaalvlucht uit sub-sahara Afrika tussen 1970 en 2004 (zie ook dossier MO): maar de enorme kapitaalvlucht uit Afrika, versnelt ook de vlucht van menselijk kapitaal, de ongelijke verdeling van welvaart in landen én het ontstaan van enorme schulden: ‘Tegen het jaar 2000 bedroeg de afbetaling van schulden door sub-Sahara Afrika 3,8 procent van het Bruto Nationaal Product, terwijl de uitgaven voor gezondheidszorg slechts 2,4 procent bedroegen. Schuldsanering is onvoldoende vinden de onderzoekers, een repatriëring van kapitaal en het voorkomen van kapitaalvlucht zal een gezamelijke inspanning vergen van de internationale politiek en de financiële wereld. ‘Heel concreet zullen internationaal opererende banken meer transparantie en verantwoording aan de dag moeten leggen’.   

To tax or not to tax


Rudolf Mastenbroek: Het is tijd voor een gedragscode over taxontwijking, de wereldopinie is op dit punt aan het veranderen. Daarom moedigen we het nieuwe discours over tax justice actief aan.’  
De OESO is actief bezig om het tij te keren en de ‘race to the bottom (wat betreft fiscale concurrentie tussen landen) te stoppen. Zoals Attac signaleerde dat volgens KPMG het gemiddelde belastingtarief in Europa in 1980 nog 44 procent bedroeg en in 2007 nog 29 procent. In Afrika, varieert het tussen hooguit de vijf en tien procent, stelt Mastenbroek.
In de onderzoekscommissie van Kamer en Senaat over belastingparadijzen, onder leiding van Dirk Van Der Maelen (SP.A), gaf Bruno Gurtner, econoom bij de ‘Swiss Coalition’, een koepelorganisatie van de hulporganisaties in Zwitserland, een inzicht in de strijd tegen de offshore industrie: ‘De OESO bestrijdt de onrechtmatige belastingpraktijken. De regels zijn nog niet erg doortastend en alleen politieke onderhandelingen maken het mogelijk om het eens te worden, om tot een door iedereen aanvaarde minimale regeling te komen. Zwitserland heeft in die onderhandelingen veel invloed. Dat de OESO geen dwingender regels uitvaardigt, is onder meer aan Zwitserland te wijten.
De OESO kan ook de uitwisseling van inlichtingen tussen de banken en de financiële sector met de fiscale autoriteiten in alle landen bevorderen. Als inlichtingen automatisch worden uitgewisseld, is het heel wat moeilijker om zijn inkomsten te verbergen. Daarom zijn een aantal Staten, zoals België en Zwitserland, tegen die uitwisseling van inlichtingen gekant.’
De OESO stelde ook een Global Tax Forum voor, een forum voor dialoog. Gurtner: ‘Het betreft echter geen wereldomvattende dialoog want slechts bepaalde landen nemen eraan deel. Het gaat om een conferentie tussen enkele landen van de OESO en sommige exotische belastingparadijzen, zoals de Caraïben en de Aziatische landen. Het is echter een eerste stap. Dat initiatief moet worden voortgezet om tot op zekere hoogte tot gemeenschappelijke praktijken te komen.’
Begin dit jaar vond er in Kaapstad ook een OESO-conferentie met veertig landen plaats over belastingontwijking door grote bedrijven en meer samenwerking tussen belastingdiensten. Wie dezer dagen naar topmensen van de OESO luistert zou haast denken dat ze Cubaanse communisten of leden van Attac zijn. Vice secretaris-generaal van de OESO, Pierre Carlo Padoan, stelde op het congres dat de kapitaalvlucht via belastingparadijzen de Afrikaanse economie schaadt. Het doel van het International Forum on Tax Administration, opgericht door de OESO, is onder andere om Afrikaanse landen te helpen bij het verstevigen van hun belastingdiensten en opsporingscapaciteit.
Op de bijeenkomst in Kaapstad, riep de Zuid-Afrikaanse minister van Financiën Trevor Manuel op tot meer samenwerking tussen belastingadministraties omdat ‘steeds ingewikkelder geworden financiële stromen, de druk op die diensten heeft vergroot’.  En, zo zei Manuel, het steeds verder omlaag drukken van belastingtarieven voor bedrijven door landen die met elkaar concurreren om investeringen aan te trekken, verschuift de druk vooral naar de ‘minst machtigen en meest kwetsbare landen’. Het voorkomen van belastingontwijking door internationaal opererende bedrijven was dan ook een van de belangrijkste kwesties op de conferentie. De OESO werpt zich ook steeds actiever op als beschermheer van de belastingdienst en wil actieve informatie-uitwisseling stimuleren. 
Gurtner: ‘Op het niveau van de Europese Unie: De Europese Unie zet zich in in de strijd tegen de schadelijke praktijken inzake bedrijfsfiscaliteit en tegen het ontduiken van allerhande indirecte belastingen. De Verenigde Staten hebben bilateraal pressie uitgeoefend op een aantal landen – zoals Zwitserland, Luxemburg en België –om de uitwisseling van inlichtingen te verbeteren.’
Christensen en David Spencer schreven onlangs in The Financial Times dat een cruciaal probleem is dat informatie uit belastingparadijzen alleen wordt meegedeeld als er om exact de juiste gegevens gevraagd wordt.  Als je als politieman of belastingdienst met andere woorden al exact weet wat je zoek. ‘Dit is schandalig onvoldoende. We hebben nood aan automatische uitwisseling van belastinginformatie tussen jurisdicties en alle landen, inclusief ontwikkelingslanden moeten daarbij betrokken worden.’
Het streven is dus niet minder dan een soort mondiaal belastingakkoord. Dat ligt hypergevoelig, omdat het raakt aan de nationale soevereiniteit van staten. Een cruciale vraag is dus wat er nog over is van die soevereiniteit sinds de mondialisering van de financiële markten.   

Bush vs Obama


Volgens voormalig directeur van het Britse Serious Fraud Office (SFO) Rosalind Wright staat het dossier belastingparadijzen inmiddels wel op veler agenda. Maar wiens agenda precies? Wel die van mensen die zich bezighouden met het bestrijden van corruptie en fraude. Maar ook op de politieke agenda? Wright in een gesprek met MO*: ‘Nee, totaal niet. In Groot-Brittannië zeker niet. Hoewel Gordon Brown als minister van financiën niet graag zag dat geld weglekt uit het land en altijd zijn handen op zoveel mogelijk fiscale opbrengsten wilde kunnen leggen. Er werd een fiscale amnestie afgekondigd, in die zin dat mensen die geld uit het buitenland terugbrachten niet vervolgd werden, maar wel getaxeerd werden. Het waren er maar weinig die hun tegoeden uit Zwitserland terughaalden…’
Met name Groot-Brittannië (en andere rijke landen) kreeg kritiek van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) omdat het faalde bij corruptiebestrijding, uit vrees voor de gevolgen voor Britse economie.  Zo wordt met spanning uitgekeken naar het verloop van het corruptie-onderzoek naar de wapendeal tussen BEA en Saoudi-Arabië.   
En ja, er is toch ook best reden tot optimisme, noteert Christensen dan ook, maar er is vast nog een lange weg te gaan. Zoals het bepaald niet-linkse blad The Economist recent treffend schreef: ‘De welvarenden hebben minder redenen om actief te lobbyen voor hervormingen als ze vrij zijn om hun rijkdommen ver van huis te stallen.’ 
Maar Christensen wijst er fijntjes op dat de huidige financiële crisis ‘een perfect bewijs is’ voor het feit dat er fundamentele veranderingen nodig zijn: ‘Wist je dat veel van die verpakte risicovolle subprime-leningen wereldwijd verhandeld werden via belastingparadijzen als Jersey? Onlangs publiceerde zelfs The Financial Times een editoriaal met als titel ‘The end of laissez-faire capitalism’! Er is steeds meer politieke wil om iets te doen. De EU werkt aan zijn spaarrichtlijn en de VN werken aan een gedragsdscode tegen belastingontwijking.’
De zich verder ontwikkelende, wereldwijde financiële crisis als ‘blessing in disguise’? Experts wezen al fijntjes op het feit dat veel anti-witwasregels stammen uit de tijd na die vorige crisis in 1929. 
Weinig verrassend is dat met name de Verenigde Staten, ondanks de economische crisis, een sleutelrol kunnen spelen. En jusit daar ziet Christensen nog een positief, politiek signaal: een jaar geleden dienden drie Amerikaanse senatoren de ‘Stop Tax Havens Abuse Act’ in. Want ook de Amerikaanse staat loopt door de fiscale competitie en tax havens, jaarlijks miljarden aan belastingopbrengsten mis. Eén van de drie senatoren was ene Barack Obama: ‘Dit is een basale kwestie van eerlijkheid en integriteit.’
Het is een ietwat ander inzicht, in vergelijking met de huidige Amerikaanse president. Bush jr. zei in 2004 dat het geen zin heeft om rijke mensen te belasten want ‘echt rijke mensen zoeken manieren hoe ze belastingen kunnen ontduiken’.          

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.