België blijft Roemenen en Bulgaren weren

Overgangsmaatregel voor nieuwe Europeanen blijft gelden

Einde vorig jaar besliste België om de overgangsmaatregel voor Roemeense en Bulgaarse burgers die in 2012 afliep met nog eens twee jaar te verlengen. Dat moet de Belgische arbeidsmarkt beschermen tegen een toestroom van Bulgaarse en Roemeense werknemers, klinkt het. Onzin, zeggen de sociale partners.

  • MO*/Tine Danckaers De Bulgaarse Lushka Apostolova, negen jaar in België: 'Niet-Europeanen, zoals Turken en Marokkanen, krijgen meer kansen dan wij, Europeanen. Ik gun het hen, maar waar is het idee van een vrije Europese markt?' MO*/Tine Danckaers

De Europese ministers van Werk behandelden op 17 februari in Brussel onder meer een agendapunt over de overgangsperiode voor Bulgaren en Roemenen, die nu al voor een derde –ultieme– keer verlengd wordt. Negen landen, waaronder België, blijven beperkingen opleggen aan de Bulgaarse en Roemeense onderdanen die op hun grondgebied willen werken. Die beslissing zou soeverein zijn. ‘Lidstaten mogen de beperking op de vrije toegang voor Bulgaren en Roemenen verlengen, als de arbeidsmarkt dreigt verstoord te worden’, klinkt het bij de Europese Commissie. ‘Vermits de overgangsmaatregelen niet nauwkeurig bepalen hoe die verstoring gedefinieerd moet worden en de arbeidsmarkten binnen Europa zeer sterk variëren, is het aan de lidstaten om zelfstandig te beslissen.’

De Europese Commissie kan lidstaten dus niet terugfluiten, maar zou ‘not amused’ zijn. Dat zeggen de sociale partners, juist omdat België het tegenadvies van zijn sociale partners en andere betrokken actoren in de wind slaat. En ook het Europees Parlement verzette zich al langer tegen de verlenging van de overgangsperiode, en stemde op 25 oktober vorig jaar in met een resolutie daartegen.

Verlenging niet nodig

Na een vergadering op 20 oktober bracht de Belgische adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers het gezamenlijke advies uit om niet te verlengen. In die raad zetelen alle betrokken actoren uit federale overheidsdiensten en sociale partners als vakbonden, werkgeversorganisaties, middenveld.

In een nota stelt de Adviesraad dat de activiteitsgraad van Roemenen en Bulgaren in de voorbije jaren vergelijkbaar was met die van andere personen met een vreemde nationaliteit. Hun werkloosheidspercentage lag een pak lager, aldus de nota. En verder: ‘Het betreft loontrekkenden die naar België zijn gekomen om een knelpuntberoep uit te oefenen en dus die dus voldoen aan een structurele behoefte van de arbeidsmarkt.’

‘Het advies van die raad werd blijkbaar unaniem gedeeld door de belangrijkste partners. Toch negeerde België het sociaal overleg compleet’, zegt Jan Knockaert van ORCA, de organisatie voor de rechten van clandestiene werknemers. ORCA ondertekende, samen met de socialistiche vakbond en de vluchtelingenorganisatie CIRE, een brief voor de Europese Commissie om deze gang van zaken en de gebrekkige argumentatie van België om de maatregel te verlengen aan te klagen.

Niet migrant maar misbruik aanpakken

‘De Belgische arbeidsmarkt staat onder steeds grotere druk, als gevolg van een financiële en economische crisis. De verhoging van de precariteit is daar een bewijs van’, reageert het kabinet van minister van Werk Monica De Coninck. ‘We moeten nu eenmaal vermijden om daar andere factoren aan toe te voegen die kunnen leiden tot een nog minder beheersbare situatie.’

De integratie van nieuwe Europese spelers, brengt zeker uitdagingen mee voor de sociale bescherming en heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt. Dat zeggen Johan Wets en Fernando Pauwels, onderzoekers aan het HIVA (Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving) in een nieuw rapport Arbeidsmigratie vanuit Oost-Europa. ‘Groot-Brittannië stelde zijn arbeidsmarkt open voor de Polen bij de toetreding in 2004, terwijl andere lidstaten zoals België kozen voor een overgangsmaatregel. Het aantal Polen dat naar Groot-Brittannië trok, was een vertienvoudiging van wat planners hadden verwacht. Maar tegelijk moeten we onthouden dat migratiestromen golfbewegingen zijn, die te maken hebben met veranderende contexten en heel veel andere factoren. Om goed te kunnen inspelen op die veranderende samenleving, moet er een Europese aanpak komen.’

En toch, de toename van de Polen, Bulgaren en Roemenen is spectaculair, lezen we verder in het rapport dat MO* kon inkijken. Er zijn meer Polen in België dan mensen met een Turkse nationaliteit, rekening te houden met het gegeven dat nogal wat Turken genationaliseerd zijn. En het aantal Bulgaren in België is verdubbeld tussen 2008 en 2010. ‘Dat is inderdaad een spectaculaire stijging, maar je mag daar geen overhaaste conclusies uit trekken. Als het neerkomt op het aspect arbeid, moeten we ons in de eerste plaats niet op nationaliteiten richten maar op de bescherming van de sociale zekerheid’, zegt Johan Wets. ‘Dat betekent dat we misbruikmechanismen en niet de mensen zelf moeten aanpakken.’

‘Ik wil werken’

De beeldvorming van “de werkonwillige Oost-Europeaan die hier onze sociale zekerheid komen uithollen” overheerst regelmatig op politieke en publieke fora en domineert het debat over de vrije toegang tot ons land van Oost-Europese burgers.

De Bulgaarse Lushka Apostolova, ondertussen negen jaar in België, kent de mantra. Zelf heeft ze er zowat alles aan gedaan om officieel werk te vinden, maar ze zit nog steeds zonder, tot haar grote frustratie. ‘Ik wil werken, vooruitkomen, maar ik mag niet.’

De 51-jarige Apostolova, die Bulgarije nooit eerder verlaten had, vertrok na een scheiding uit haar land. ‘Het was geen evidente keuze. Maar ik had niet genoeg werk om mijn kinderen te kunnen onderhouden, kende hier vrienden, en vond het een goed moment voor een nieuw levenshoofdstuk.’

Apostolova werkte eerst met een arbeidskaart in de groententeelt in Zwijndrecht, dat overging in ‘zwartwerk in de tomatenpluk’ en vervolgens in ‘zwartwerk in de schoonmaak, bij particulieren’. Dat doet ze nog steeds. Apostolova spreekt Nederlands, doorliep alle stadia om haar papieren in orde te krijgen en kwam, nadat een schoonmaakbedrijf haar een arbeidscontract wou geven, in principe in aanmerking voor de regularisatiecampagne van 2009. Door een fout van haar advocaat, ging die campagne echter aan haar neus voorbij. Apostolova’s dossier ligt intussen nog altijd in Brussel, bij de Dienst Vreemdelingenzaken.

Haar leven is, na negen jaar hier, en niet terug in Bulgarije, verzekert ze. Maar haar dossier zit blijkbaar muurvast en ze heeft het gevoel dat Bulgaren en Roemenen op de zwarte lijst staan in België.  Ze wil bijstuderen, als kok of chocolatier via het volwassenenonderwijs maar wordt, zonder papieren, geweigerd. ‘Wat moet ik meer doen om verder te geraken in de samenleving? Niet-Europeanen, zoals Turken en Marokkanen, krijgen meer kansen dan wij, Europeanen. Ik gun het hen, maar waar is het idee van een vrije Europese markt? Er wordt voortdurend gezegd dat we profiteren, maar dat is niet waar. Veel mensen werken hier zwart, ze krijgen geen geld, ze profiteren niet van de sociale verzekering, betalen, net als ik, hun doktersbriefje zelf. ’

Een paar weken later hangt Lushka Apostolova aan de telefoon. Ze ziet almaar meer tekenen dat Bulgaren en Roemenen geweerd worden van de arbeidsmarkt. ‘Mijn vriendin zit hier naast me. Haar man heeft twee jaar in een knelpuntberoep, in de transport, gewerkt. Hij krijgt sinds oktober geen nieuwe arbeidskaart (de arbeidskaart C, dient jaarlijks verlengd te worden) bij de Antwerpse dienst Migratie. Zijn werkgever wil hem wel behouden maar liet weten dat ze echt niet meer kunnen wachten tot hij een arbeidskaart heeft. Zijn plaats wordt dus door iemand anders ingenomen. Ook zijn vrouw, die jaren via dienstencheques tewerkgesteld werd en dus een contract heeft, krijgt geen nieuwe arbeidskaart. Belgen krijgen voorrang, klonk het bij de dienst migratie. Ze dwingen ons in het zwarte circuit.’

Vrij verkeer als principe

‘Een goede maatregel om de precaire situatie voor buitenlandse werknemers beter te bestrijden, is niet de opheffing van de overgangsmaatregelen voor de Roemeense en Bulgaarse werknemers, maar de gerichte strijd tegen sociale fraude organiseren’, stelt het kabinet van minister De Coninck. De sociale partners draaien die stelling liever om: gerichte strijd tegen fraude, maar dan mèt vrij verkeer van personen.

‘Ten eerste zijn wij principieel tegen de verlenging’, zegt Anton Van Assche van de werkgeversorganisatie UNIZO. ‘Vrij verkeer van personen in de Europese Unie is een basisprincipe. Ten tweede heeft die verlenging weinig effect als het vrij verkeer van diensten niet wordt beperkt. Wat zelfstandige statuten betreft, zou het bepaalde schijnsituaties juist in stand kunnen houden en de werkzaamheden van de inspectiediensten bemoeilijken. Een schijnzelfstandige heeft geen arbeidskaart, wat dus betekent dat je minder controle hebt en minder beroep kan doen op sanctionerende instrumenten.’

En ook de vakbonden delen dat standpunt. ‘Onze stelling is ook dat niet de migrant, maar het misbruik het probleem is’, zegt Chris Serroyen van de christelijke vakbond ACV. ‘Vrij verkeer van werknemers is juist een middel om de misbruiken van het vrij verkeer van diensten, via onder meer schijnzelfstandigen, te counteren.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.