België steunt Franse missie in Centraal-Afrikaanse Republiek

Zo’n 1600 Franse soldaten streken vorige week neer in Bangui, de hoofdstad van de Centraal- Afrikaanse Republiek (CAR). De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft een mandaat gegeven aan de Franse en Afrikaanse troepen om de gewelddadige situatie in het land onder controle te houden en de orde te herstellen. Begin deze week nog werden de Franse troepen beschoten waarbij twee jonge mannen het leven lieten.

Ontwapening

De interventie kwam er na een alarmerende escalatie van het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het officiële dodental staat sinds het begin van deze maand op 400, maar vermoedelijk ligt het werkelijke aantal een stuk hoger. Dat getuigen de geïmproviseerde begraafplaatsen waar lijken geborgen liggen van mensen die ter plekke gedood werden en niet opgenomen zijn in de officiële telling. Van de 4,6 miljoen inwoners die de CAR telt, hebben naar schatting 460.000 mensen hun huis verlaten.

De Franse troepenmacht startte maandag met de ontwapening van de rivaliserende bevolkingsgroepen. De soldaten patrouilleren door de straten van Bangui om ergere aanvallen te voorkomen. Volgens Amnesty International zijn de Franse strijdkrachten over het algemeen goed onthaald door de bevolking. Dat in tegenstelling tot het wantrouwen dat er heerst tegenover de vredesmacht van de Afrikaanse Unie, samengesteld uit troepen van de Afrikaanse buurlanden. Ook die laatste zal zijn troepenmacht de komende weken uitbreiden.

Geweld, wetteloosheid en wapengekletter

In maart dit jaar werd de toenmalige president François Bozizé afgezet door de Séléka-rebellen. Michel Djotodia, leider van de rebellengroep, nam het presidentschap over. Dat verliep niet zonder hevige gevechten en met vele vluchtelingen en doden als gevolg. Ook daarna bleef het land geteisterd door onophoudend geweld, wetteloosheid en wapengekletter. Vrouwen durven hun huizen niet meer te verlaten, bang om verkracht te worden. Kinderen worden gerekruteerd, meisjes als seksslavinnen voor hoge officieren en jongens als soldaten of moordmachines. Volgens lokale mensenrechtenorganisaties vechten momenteel zo’n 3500 kinderen voor de Séléka-rebellen.

De rebellengroep bestaat hoofdzakelijk uit moslims en is verantwoordelijk voor heel wat gewelddadigheden tegen de bevolking. De christelijke meerderheid in de CAR beantwoordt dat nu met wraakacties tegen moslims waardoor het conflict lijkt uit te monden in een godsdienstoorlog. President Djotodia ontbond zijn eigen militie al in september maar geeft aan de voormalige Séléka-rebellen niet meer onder controle te hebben.

Bescherming

Amnesty International reageert op de laatste ontwikkelingen in het land met de boodschap dat de burgers dringend beschermd moeten worden. In Bangui zouden naar schatting 60.000 mensen zich schuil houden voor het geweld. “Angst en een groot onveiligheidsgevoel hebben zich doorheen de wijken van Bangui verspreid”, getuigt Christian Mukosa, Centraal-Afrikaspecialist van Amnesty International. Ook elders in het land spelen zich gelijkaardige taferelen af.

De bloedvergieten veroorzaakten een golf van woede doorheen heel de Centraal-Afrikaanse Republiek. De verschillende groepen wijzen elkaar aan als schuldige voor de afgelopen gebeurtenissen. Christian Mukosa ziet dan ook geen snelle oplossing voor de huidige crisis die zich jarenlang heeft opgebouwd. Een volwaardige VN-vredesmacht kan een cruciale rol spelen in het conflict door bescherming te bieden aan kwetsbare bevolkingsgroepen.