Belgische bedrijven in troebel water in India

In de oostelijke deelstaat Orissa heeft Tata Steel voor de bouw van een megahaven samen met Larsen & Toubro een joint venture opgezet, de Dhamra Port Company Ltd. De haven moet schepen van 180.000 ton kunnen ontvangen, vooral voor de import van steenkool en de export van ijzer en aluminium.
Het baggerwerk voor dit project is toegekend aan het Belgische Dredging International, via zijn Indiase tak International Seaport Dredging Ltd. In oktober 2007 sloot Dredging voor dit contract een verzekering bij de Belgische Delcrederedienst en vandaag draait het project op volle toeren, al doen milieuorganisaties er alles aan om het tegen te houden.
De haven ligt immers op amper vijf kilometer van twee natuurparken die internationale erkenning genieten: het Gahirmatha Marine Sanctuary en het Bhitarkanika Wildlife Sanctuary, die uiterst zeldzame soorten herbergen. Vooral de kwetsbare waranaschildpadden, die jaarlijks met tienduizenden naar deze plek trekken om te paren en hun eieren op het land te leggen, lopen gevaar.
De Indiase overheid keurde in 2000 het project goed op basis van een milieu-effectenstudie van 1997. Ook het Belgische studie- en ingenieursbureau Ecorem, dat in 2006-2007 een onderzoek uitvoerde in opdracht van de Delcrederedienst, stelt dat er geen schadelijke milieu-effecten zijn. Beide studies gaan echter in tegen de bevindingen van een studie van de North Orissa University van begin 2007. Het protest, waarbij ook de lokale vissersdorpen zich hebben aangesloten, wordt geleid door Greenpeace.
De critici vragen een onafhankelijke milieu-effectenstudie en het stilleggen van de werkzaamheden tot de resultaten van zo’n studie bekend zijn. Onder druk van het protest had Tata eerder beloofd het project te herzien, indien er echt waranaschildpadden in de buurt aangetroffen worden. Maar Tata en de andere havenontwikkelaars weigeren de werkzaamheden stil te leggen. Eind februari is het overleg dan ook afgesprongen. De campagne loopt nog door. (adw)