Beloofde millenniumhulp is nog niet binnen

De resultaten van de “Monterrey Consensus” zijn gemengd, blijkt deze week op de conferentie waar ministers terugblikken op Monterrey. Veel arme landen hebben een sterke economische groei gezien, erkent Ban, en ook de ontwikkelingshulp is toegenomen. “Maar de structurele verhoging die nodig is om de Millenniumdoelstellingen te halen, is niet doorgevoerd”, zei hij woensdag (25 oktober).
De Millenniumdoelstellingen zijn acht fundamentele ontwikkelingsuitdagingen die de internationale gemeenschap binnen afzienbare tijd wil aanpakken. Zo zou het aandeel van de wereldbevolking dat in armoede leeft en honger lijdt, tegen 2015 moeten gehalveerd zijn.
Een nieuwe VN-studie over de successen en mislukkingen van de Monterrey Consensus legt uit dat ontwikkelingshulp “nog steeds cruciaal is” om de internationale afspraken zoals de Millenniumdoelen te halen. Daar is volgens de studie jaarlijks 150 miljard dollar (105 miljard euro) aan hulp voor nodig.
Van 107 dollar in 2005 (75 miljard euro) is de hulp weer teruggevallen naar 104 miljard dollar (73 miljard euro) in 2006. Het hoge cijfer in 2005 kwam vooral door de kwijtschelding van schulden aan Irak en Nigeria, die geen extra middelen voor ontwikkeling opleverde. “Er zijn bovendien veel lage-inkomenslanden die heel weinig hulp krijgen en een paar die meer hebben gekregen”, aldus de studie.
Alleen Noorwegen, Zweden, Denemarken, Luxemburg en Nederland houden zich aan de in de jaren ‘70 afgesproken doelstelling om 0,7 procent van hun Bruto Nationaal Product aan ontwikkelingshulp te besteden. Sommige andere Europese landen hebben beloofd toe deze doelstelling in 2010, 2013 of 2015 te halen. De VS weigeren dat te doen.
Oscar de Rojas, directeur van het Financing for Development-kantoor in het VN-Departement voor Economische en Sociale Zaken, zegt dat er meer is dan hulp. Ook handel, schuldverlichting en private geldstromen zijn nodig. Daarover gaat de Monterrey Consensus ook en “die onderwerpen blijven centraal in het VN-ontwikkelingsdebat”, zegt Srgjan Kerim, de voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN.
Yoke Ling van de Maleisische ontwikkelingsdenktank Third World Network, zegt dat Noord en Zuid de voorbije maanden in verscheidene onderhandelingen tegenover elkaar stonden, van vergaderingen over klimaatverandering en biodiversiteit tot afspraken over de ECOSOC, de Economische en Sociale Raad van de VN. “In elk van die processen proberen grote rijke landen af te stappen van eerdere afspraken, inclusief de wettelijke verplichtingen.”
Het is goed dat de ECOSOC in juli het Ontwikkelingssamenwerkingsforum (DCF) heeft opgezet, zegt Ling, om beter toe te zien op het naleven van de afspraken op het gebied van ontwikkelingshulp.  Veel landen hebben zich er ook dit jaar nog eens toe verplicht om tegen 2015 0,7 procent van hun BNP uit te geven aan ontwikkelingshulp. “Maar de realiteit is dat de hulp over het algemeen afneemt. Ondanks de druk van ontwikkelingslanden blijven de rijke landen weigeren.”