Beroep van leerkracht steeds meer ondergewaardeerd

Zeven op tien universiteitprofessoren in de Verenigde Staten heeft geen jobzekerheid maar werkt via tijdelijke contracten. Ze worden wel ‘taxi-professoren’ genoemd: doordat ze aan verschillende instellingen werken, zijn ze meer tijd kwijt aan reizen tussen leslocaties dan aan voor de klas staan, zegt Gustavo Fischman, assistent-professor aan de Arizona State University. Vier op tien van deze professoren is van buitenlandse afkomst.

Fischman schilderde een pessimistisch beeld van de wereldwijde situatie van het onderwijs tijdens het voorbije Wereldonderwijsforum in Brazilië. Hij kreeg bijval van Pierre Fonkoua van de Unesco, de VN-organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

Lesgeven heet een roeping te zijn, maar Fischman heeft het niet zo op die visie. Overheden beschouwen leerkrachten als ‘missionarissen’ van de staat, die liefde moeten geven. Maar in de plaats daarvan zouden ze moeten zeggen: het is prachtig dat ze hun leerlingen graag zien, maar ze moeten goed beslagen zijn in wiskunde, aardrijkskunde en scheikunde en in staat te zijn na te denken en bij te leren. In eender welke job willen we dat de uitoefenaars fijne mensen zijn, maar het belangrijkste is dat ze goed zijn in wat ze doen en dat ze hun kennis bijhouden.

Maar de wereld geeft steeds minder geld uit aan onderwijs, waardoor de klassen groter zijn, vervolgt hij. Dat is minder goed voor de leerlingen en betekent meer werk voor de leerkrachten, die bovendien minder verdienen. Met name in Latijns-Amerika is de koopkracht van leerkrachten de afgelopen 25 jaar enorm afgenomen. Lesgeven, eens een aantrekkelijk beroep voor mensen uit de middenklasse, heeft aan aanzien verloren.

Fischman noemt Finland als het land met het beste onderwijssysteem ter wereld. In koopkracht uitgedrukt heeft het de bestbetaalde leerkrachten. Bovendien hebben Finnen veel respect voor leerkrachten en zijn de ingangsexamens aan de universiteit voor een diploma als leerkracht er even zwaar als voor andere studierichtingen. Een gemiddelde klas telt er tussen de 20 en de 22 leerlingen. (ADR/JS)