Blauwvintonijn mobieler en kwetsbaarder dan gedacht

De overbevissing van blauwvintonijn in de Middellandse Zee en de oostelijke Atlantische Oceaan kan ertoe leiden dat ook de populaties in de Caraïben en in de zuidelijke Atlantische Oceaan uitsterven. Tot die conclusie komen onderzoekers die met identificatieplaatjes de omzwervingen van de snelle roofvis door de wereldzeeën hebben in kaart gebracht.
Weinig mensen zullen het zich herinneren, maar zo’n honderd jaar geleden waren blauwvintonijnen een vertrouwd zicht in de Noord-Europese wateren, van Holland tot het noorden van Noorwegen. Sommige exemplaren waren tot drie meter lang en wogen tot 700 kilogram, zo blijkt uit historische visserijgegevens. Er werd toen heel weinig tonijn gevangen, omdat de boten niet snel genoeg waren om de krachtige vissen met een ongeëvenaard acceleratievermogen te vangen.
Daar kwam in de jaren dertig en veertig verandering in. Met als gevolg dat de tonijnpopulatie in de jaren zestig instortte. Sindsdien heeft ze zich niet meer hersteld. “Je ziet die vissen hier gewoon niet meer”, zegt Brian McKenzie van de Technische Universiteit van Denemarken, een van de auteurs van de studie die onlangs verscheen in het tijdschrift Fisheries Research.
Volgens McKenzie is met de blauwvin in het noorden van de Atlantische Oceaan hetzelfde gebeurd als met de kabeljauw voor de oostkust van Canada en de Verenigde Staten. Ook daar heeft de vispopulatie zich niet hersteld, ondanks een vangstverbod dat intussen vijftien jaar oud is.
De visserijlanden lijken uit het verdwijnen van de noordelijke populatie weinig te hebben geleerd. De grootste nog overblijvende tonijnenpopulatie, die in de Middellandse Zee, wordt systematisch overgeëxploiteerd door een te grote tonijnvissersvloot. De ICCAT, de internationale organisatie die de tonijnvangst in goede banen moet leiden, verminderde in 2007 het jaarlijkse quotum van 32.000 tot 29.000 ton.
Volgens milieuorganisaties is dat niet genoeg en moet het quotum minstens worden gehalveerd. Een studie van het Wereldnatuurfonds wees uit dat er in de praktijk elk jaar minstens 50.000 ton blauwvintonijn wordt bovengehaald. Een deel van de vangst ontsnapt aan elke controle omdat ze op zee wordt overgeladen op koelschepen naar Japan. Het vette, dieprode tonijnvlees is er een geliefd ingrediënt voor sushi. Een volwassen tonijn gaat er voor 43.000 euro van de hand. Voor een topexemplaar van 222 kilo werd ooit 126.000 euro neergeteld.
Ook op andere plaatsen in de Atlantische Oceaan zijn de blauwvintonijnen sterk in de verdrukking. De westelijke populatie in de Golf van Mexico heeft 90 procent van zijn volwassen dieren verloren. Toch is ook hier nog een vangstquotum van 2.100 ton per jaar toegelaten. Ook de populatie in het zuiden van de Atlantische Oceaan wordt sterk bedreigd, zegt Barbara Block, zeebiologe aan de universiteit van Stanford.
Block leidt een onderzoeksproject dat de migratiepatronen van tonijnen in kaart wil brengen door de dieren te voorzien van een identificatieplaatje dat tegelijk informatie doorseint over de locatie van de vis, de diepte en de watertemperatuur. De seinplaatjes meten ook de temperatuur in de onderbuik van het dier en geven dus aan wanneer de paartijd is aangebroken.
Twee tonijnen die in 2004 een plaatje kregen voor de kust van Ierland bleken zich acht maanden later op meer dan 5000 kilometer van elkaar te bevinden. Een tonijn was 6000 kilometer naar het zuidwesten gezwommen, voorbij de Bermuda-eilanden, en bevond zich 300 kilometer ten noordoosten van Cuba. De andere was naar de kust van Portugal getrokken.
De gegevens wijzen er volgens Block op dat de oostelijke en de westelijke tonijnenpopulatie niet zo gescheiden zijn als aanvankelijk werd aangenomen en dat ze elkaar ontmoeten in de rijke fourageergebieden in het centrum van de Oceaan. Concreet betekent dat de westelijke populatie extra onder druk komt te staan van de overbevissing in de Middellandse zee en het oosten van de Atlantische Oceaan. “Wanneer de quota in het oosten niet worden verminderd, dreigt ook de westelijke populatie te verdwijnen”, zegt Block.
Uit de meetgegevens bleek ook dat de vissen in de paaitijd samenscholen in de warmere wateren van de Golf van Mexico en de Middellandse Zee. In die periode zijn ze extra kwetsbaar en relatief gemakkelijk te vangen. Toch heeft de ICCAT verzuimd de tonijnvangst te sluiten in de voortplantingsmaand juni. “De enige manier om de bestanden opnieuw op peil te brengen is een vangstverbod in juni”, zegt Serge Tudela van het Wereldnatuurfonds. “Dat is de maand waarin nu de meeste tonijn wordt gevangen.”
Om te vermijden dat de tonijn definitief verdwijnt, zoals is gebeurd in de noordelijke wateren, moet er nu iets gebeuren, zegt onderzoeker McKenzie. “Weinig mensen weten nog dat de blauwvin ooit overvloedig aanwezig was in de zeeën van Noord-Europa”, zegt McKenzie. “Voor de andere tonijnpopulaties staan de waarschuwingslichten op rood.”

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.