Booming business in China

Bart De Wever ziet de splinter (Cuba), maar niet de balk (China)

Steun aan autoritaire regimes wordt ‘links’ vaak voor de voeten geworpen, zegt John Vandaele, zelfs met mank lopende vergelijkingen tussen China en Cuba. En zelfs als Bart De Wever die maakt.

  • Brecht Goris MO*journalist John Vandaele Brecht Goris

Als de Chinese president Hu Jintao deze week naar de VS trekt, is het als leider van een economische reus én als belangrijkste broodheer van de VS, waardoor zelfs president Barack Obama omzichtig moet maneuvreren. Met zijn economische succes heeft China ook een nieuwe respectabiliteit verschaft aan autoritair bestuur. Anders dan Bart De Wever vorige week in de krant poneerde (DS 11 januari), heeft ‘rechts’ daar via China meer toe bij gedragen dan hij denkt.

De Wever ergerde zich in zijn column aan het feit dat SP.A’er Steve Stevaert door een revolution rock-concert in Havana te organiseren, het regime in Cuba zou steunen. Zachtjes snerend, waagde De Wever zich nog ietsje verder met de stelling dat het politiek correcte links zo de vrije waarden ondergraaft en autoritaire regimes die duizenden mensen opsluiten, legitimeert. Links is fout bezig. Fatsoenlijk rechts, dat is De Wevers impliciete conclusie, doet zoiets niet.

Niet dat we per se Stevaert willen verdedigen, maar De Wevers redenering gaat wat kort door de bocht. De Wever voelt ergens aan dat zijn argumentatie mogelijk problematisch wordt in China, ‘waar we toch ook veel zaken mee doen’, maar hij maakt er zich van af met de vraag of er ‘veel relevante mensen zijn die de Chinese dictatuur ook politiek vergoelijken en materieel ondersteunen?’

Het hangt er maar van af wat je daaronder precies verstaat. Ik denk dat Wen of Hu liever geen westerse politici met revolution rock-plannen richting China zien komen. Zo revolutionair zijn ze in Beijing niet meer.

Wat ze wel belangrijk vinden, al meer dan 25 jaar, zijn buitenlandse investeringen, en die zijn er massaal geweest. Ze hebben er – onder meer door de massale technologische input die ermee gepaard ging – mee toe bijgedragen dat China de economische gigant is, die het nu is.

En daar hebben rechtse politieke partijen – of rechts in het algemeen – een verantwoordelijkheid voor, een grotere verantwoordelijkheid dan ‘links’, durf ik eraan toe te voegen.

Sociale minima — Hoe ging dat dan?

In de tweede helft van de jaren negentig pleitten onder meer een aantal sociaal-democratische en andere eerder linkse partijen voor de opname van sociale clausules in de wereldhandelsakkoorden: een afspraak dus dat elk land dat die akkoorden ondertekent, bepaalde minimale sociale normen respecteert, zoals het verbod op kinderarbeid en dwangarbeid, en de vrijheid van (vak)vereniging. Wie wil meedraaien in de globalisering – zo was het idee – moet een paar sociale minima respecteren: een sociale bodem in de wereldeconomie.

De EU leek op het eerste gezicht een hoofdrol te spelen in die eis. Maar door het interessante onderzoekswerk van professor Jan Orbie (UGent) weten we dat de regeringen van John Major in Engeland en van Helmut Kohl in Duitsland, op het moment dat het erom spande, een eensgezinde Europese actie in dat verband hebben belet. Twee rechtse regeringen dus.

China was toen nog geen lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) – dat gebeurde pas in 2001 – maar indien zo’n clausule er was gekomen, zou die het lidmaatschap bemoeilijkt hebben. Vrijheid van vereniging is immers onbespreekbaar in China. Zonder WTO-lidmaatschap zou China nooit die massale toegang tot onze markten hebben gekregen, en dus ook niet zo aantrekkelijk geweest zijn als productieplatform voor multinationale ondernemingen. (Het gebrek aan dat recht op vereniging verklaart trouwens mee waarom China zo afhankelijk is van export: werknemers die zich niet kunnen verenigen, hebben lagere lonen en kunnen dus minder kopen wat ze zelf maken.)

Shanghai Bell

Waarom deden Kohl en Major dat? Ideologische overtuiging dat de wereldmarkt zo vrij mogelijk moet zijn? Mogelijk speelde dat bij de Britten. Maar er speelde nog iets anders. Om daar zicht op te krijgen, kom ik opnieuw met een onverdachte bron: Chris Morel, de vader van Marie-Rose Morel, ex-N-VA, later Vlaams Belang.

Chris Morel stond mee aan de wieg van Shanghai Bell, in 1978 een van de allereerste joint ventures tussen een westers bedrijf en een Chinees bedrijf. Shanghai Bell werd een groot succes en maakte telefooncentrales voor heel China.

Morel vertelde op een VBO-bijeenkomst over ‘Investeren in China’, in 2004, dat hij met Shanghai Bell ‘een olifant had helpen creëren die elk jaar drie miljard dollar opbrengt voor de aandeelhouders, maar het werk van mijn kleinkinderen afneemt’. En nog: ‘Wat zit er achter die stroom van investeringen naar China? De beurs. De beurs drijft het geld naar daar.’

Lees: de aandeelhouders roken winst en dus hogere dividenden in China met zijn oneindige voorraad geknevelde werknemers en dat bracht al die ondernemingen ertoe ginder te investeren. Dat zegt dus niet of een of andere marxist, maar Chris Morel, een ceo die jarenlang in het hart van de globalisering heeft gewerkt.

Als ik me niet vergis, werpt Bart De Wevers partij N-VA zich graag op als rechts – ‘wat goed is voor Voka, is goed voor ons’, is een quote die dezer dagen de ronde doet – en dus ook als de partij van de ondernemers en de beleggers. Morel zegt evenwel dat het die groep is die de investeringen naar China dreef, en zo mee de basis legde van deze autoritaire supermacht.

Als De Wever dus bekommerd is om de verdediging van de vrijheid in de wereld, rijst de vraag wat er het meest toe heeft bijgedragen om autoritair bestuur opnieuw respectabel te maken: de ‘nostalgische’ steun van linkse Europeanen aan Cuba, of de massieve geldstroom richting China? Weinig discussie mogelijk: het ‘Chinese model’ gooit hoge ogen bij veel ontwikkelingslanden, terwijl Cuba er stilaan aan denkt het Chinese model te kopiëren.

De Wevers benadering is dus op zijn minst eenzijdig. Als het gaat om de steun voor autoritaire regimes, is het wat badinerende toontje over links (en de impliciete suggestie dat rechts zoveel beter is in deze) niet noodzakelijk gesteund op een diepgaande kennis van zaken. En ja, Keep on rocking in the free world van Neil Young is inderdaad een mooie song.

John Vandaele is schrijver en hoofdredacteur ad interim van MO*. Deze opinie verscheen ook in De Standaard van 18 januari 2011.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.