Bosbranden wakkeren klimaatdebat in de VS aan

Thomas Swetnam, directeur van het Laboratory of Tree-Ring Research aan de University of Arizona windt er geen doekjes om.  “Het westen van de VS mag zich verwachten aan nog meer van dergelijke megabranden”, zegt hij. “Veel mensen denken dat de klimaatverandering en de ecologische impact ervan nog vijftig of honderd jaar van ons verwijderd zijn. Maar dat ze zijn ze niet. De ecologische impact voor de bossen is er nu al.”
Het aantal bosbranden is volgens Swetnam sinds het midden van de jaren tachtig gestaag aan het stijgen, omdat de wintersneeuw eerder smelt en de temperatuur in de bossen stijgt. “Het is één van de eerste grote indicatoren voor de klimaatverandering in de Verenigde Staten.”
De branden legden tussen 21 oktober en 9 november meer dan tweehonderdduizend hectare bos, woestijn en woonwijken in de as. Tienduizenden mensen werden geëvacueerd en negenduizend brandweermannen werden opgetrommeld om de brand te bestrijden. Nu er geen vegetatie meer is om de grond vast te houden, vreest de overheid voor modderstromen.
Warm en droog
Volgens Ronald Neilson, professor aan de Oregon State University en medeauteur van de publicaties van het Internationaal Klimaatpanel (IPCC), kunnen uit één of twee gebeurtenissen geen conclusies over het klimaat getrokken worden. Maar de huidige gebeurtenissen komen wel overeen met zijn voorspelling dat het zuiden van Californië deze eeuw steeds warmer zal worden en af te rekenen krijgt met lange droogtes en periodes van zware neerslag.
“Dit is precies wat we voorspeld hadden: op korte termijn de bosbranden dit jaar en op langere termijn de relatie met de klimaatverandering”, zegt Neilson, die voorspelt dat dergelijke rampzalige branden een normaal verschijnsel kunnen worden  in Californië.
Het zuiden van Californië krijgt inderdaad met de laagste hoeveelheid neerslag te maken sinds 1877. Grote boosdoeners zijn de droge Santa Ana-winden die elk jaar tussen oktober en februari de kop opsteken. Dit jaar waren de winden bijna tweemaal zo krachtig als normaal en hielden ze ook 78 dagen aan, drie keer langer als normaal. De winden veroorzaken bosbranden omdat ze elektrische leidingen vernielen en dan de brand aanwakkeren.
Abigail Kimbel, die door president Bush werd benoemd tot hoofd van de U.S. Forest Service, denkt ook dat er steeds meer en grotere branden komen, maar is er niet van overtuigd dat die met de klimaatverandering te maken hebben. Ze getuigde voor het Amerikaanse Congres dat er meer onderzoek nodig is om de relatie met het klimaat te onderzoeken.
CO2
De branden stoten zelf in elk geval wel heel wat koolstofdioxide (CO2) uit en dragen zo bij tot de klimaatverandering. Christine Wiedinmyer van het National Centre for Atmospheric Research in Boulder, Colorado, schat dat bij de branden tussen 19 en 26 oktober alleen al 7,9 miljoen kubieke meter CO2 vrijkwam. Dat is één vierde van de maandelijkse CO2-uitstoot in Californië uit fossiele brandstoffen.
Volgens haar collega Jason Neff kan die extra CO2 niet geabsorbeerd worden door de oceaan en de bossen. In het oosten van de VS gebeurt dat wel, omdat daar veel landbouwgrond kan uitgroeien tot bos en op die manier veel CO2 kan opnemen. Maar in het westen kan dat niet en vormt de extra CO2 een probleem.
“Het creëert een vicieuze cirkel. Het westen van de VS wordt warmer en droger, en dat leidt tot meer bosbranden, die meer CO2 veroorzaken. Resultaat: een warmer en droger klimaat en nog meer branden”, zegt Neff. “In een natuurlijk klimaat wordt CO2 in evenwicht gehouden. Maar we leven niet meer in een natuurlijk klimaat.”