Braziliaans onderwijs verbetert, maar analfabetisme blijft

Tienduizenden jongens en meisjes in Brazilië, vooral in de armste regio’s, kunnen niet lezen en schrijven, terwijl ze wel naar school zijn geweest. Toch blijkt uit cijfers dat het onderwijs wel steeds beter wordt.
Een tiende van de Brazilianen kan niet lezen en schrijven, maar dat komt vooral door de oudere generatie. Van de jongeren tussen vijftien en zeventien jaar oud is dat nog maar 1,7 procent. Toch kunnen volgens het Braziliaanse Instituut voor Geografie en Statistiek maar liefst 2,1 miljoen scholieren tussen de zeven en veertien jaar niet lezen en schrijven, dat is 7,5 procent van de scholieren.
Dat is een vertekend cijfer, zegt André Lázaro, topambtenaar bij het ministerie van Onderwijs. Een miljoen kinderen zijn zeven jaar oud en zitten dus in de eerste klas. Ruim 600.000 kinderen zijn acht jaar, maar zijn later naar school gegaan. In de derde klas zijn nog maar 97.000 kinderen analfabeet, aldus Lázaro, en het onderwijs is dus “op het juiste spoor”.
De linkse regering-Lula heeft drie speerpunten gekozen om het onderwijs te hervormen: een Fonds voor Ontwikkeling van het Basisonderwijs, een evaluatie om van elke school de problemen te identificeren en een plan om samen met maatschappelijke actoren te werken aan de verdere opleiding van leraren.
Niet evenredig
De verbeteringen zijn niet evenredig verdeeld. Op het arme platteland in het noorden is het analfabetisme drie keer zo hoog als in de steden. Van de laagste inkomensgroep is 18 procent analfabeet. Dit daalt tot 1,4 procent wanneer het inkomen per hoofd zo hoog is als tweemaal het minimumloon. Analfabetisme en armoede gaan dus hand in hand.
Dat blijkt ook uit het aantal zittenblijvers: bijna 40 procent van de leerlingen in het noordoosten loopt een jaar achter, tegenover 16 procent van de leerlingen in het zuiden en zuidoosten.
In Brazilië gaat 97,6 procent van alle kinderen tussen zeven en veertien jaar naar school, maar dat zegt nog niets over de kwaliteit van het onderwijs. “Het onderwijs is zo goed of slecht als de leraren”, zegt Lázaro, en daarom is hun verdere training een prioriteit.
Barre omstandigheden
Professor Ludmila de Andrade, die nu een postgraduate doet om docenten op te leiden, is daar echter niet optimistisch over. De staat van het onderwijs is “vreselijk”, blijkt uit alle onderzoeken. Leraren die zich verder willen ontwikkelen, vormen een “minderheid, een elite”. De meeste docenten zijn niet gemotiveerd omdat hun loon zo laag is dat ze niet eens studieboeken kunnen kopen. Bovendien zijn de omstandigheden bar. Lokalen zijn gehorig, stinken, lekken en stellen niets voor vergeleken bij de blinkende evangelische kerken die als paddestoelen uit de grond opschieten. Het vak van leraar moet weer status krijgen, aldus De Andrade.
Er is nog een probleem: de meeste scholieren leren niet om hun kennis te gebruiken. “Ze kunnen kopiëren en nadoen, maar kunnen geen cultuur produceren.” Brazilië wil de wereld wel in de scholen brengen, maar weet niet hoe dat met alle tekortkomingen moet. Daar moeten universitaire opleidingen iets aan doen, vindt De Andrade. Ze moeten niet werken aan meer gespecialiseerde onderzoekers, maar aan betere leraren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.