Brazilië worstelt met nieuwe olierijkdom

Hoe moet Brazilië de 13.000 miljard euro beheren die de enorme olievoorraad voor zijn kust kan opleveren? Het duurt nog jaren voordat het geld begint binnen te stromen, maar de Braziliaanse politiek raakt nu al verhit door het luxeprobleem.
Moet Brazilië een nieuwe overheidsinstelling oprichten om de rijkdom in eigen land te houden, of volstaat het de overheidsparticipatie in Petrobrás, de staatsonderneming die nu samen met buitenlandse partners de Braziliaanse olievoorraden exploiteert, te versterken? Zijn er nieuwe regels nodig in de sector, en hoe kan ervoor gezorgd worden dat de opbrengsten alle Brazilianen maximaal ten goede komen?
Hoeveel de recent ontdekte olievelden op ongeveer 250 kilometer voor de Braziliaanse zuidkust precies waard zijn, is nog giswerk, maar het gaat om onvoorstelbaar veel geld. Fernando Siqueira, de directeur Communicatie van de Ingenieursvereniging van Petrobrás (Aepet), zegt dat er meer dan 100 miljard vaten schuilgaan in verschillende olievelden die op grote diepte verborgen zitten onder dikke lagen zout. Als aardolie de volgende decennia 200 dollar per vat gaat kosten, levert die hoeveelheid dus 20.000 miljard dollar of 13.000 miljard euro op.

Amerikaanse belangen


De nog steeds toenemende vraag maakt een prijs van 200 dollar per vat heel aannemelijk, zegt Siqueira. De nieuwe olievelden komen neer “op een nieuw Irak” in Latijns-Amerika, oordeelt de expert, en dan heeft hij het niet alleen over de omvang van de nieuwe olievoorraad. De Verenigde Staten, die met hun bewezen reserves van 29 miljard vaten maar drie jaar lang hun eigen olieverbruik volledig zouden kunnen dekken, proberen volgens hem “vertwijfeld” de aanvoer uit andere delen van de wereld veilig te stellen. In dat licht moet volgens Siqueira de reactivering van de Vierde Vloot worden gezien waarmee de VS hun wil kunnen opleggen in het zuiden van de Atlantische Oceaan.
De centrale uitdaging is het veiligstellen van de nieuwe olievelden als patrimonium van de Braziliaanse bevolking, oordeelt Siqueira. Volgens hem moet de Braziliaanse staat zijn aandeel in de petroleumsector opdrijven tot 84 procent, een aandeel dat ook andere landen hanteren. Dat kan gebeuren door een simpel decreet dat komaf maakt met de drempel van 40 procent die de regering van president Fernando Henrique Cardoso in 1998 instelde. Doordat Braziliaanse en buitenlandse investeerders een aanzienlijk deel van het kapitaal van Petrobras in handen hebben, dreigt een te groot deel van de ontzaglijke winsten die de nieuwe velden zullen opleveren, onder de huidige voorwaarden weg te vloeien.
Van de transnationale oliemaatschappijen die al in veel Braziliaanse olievelden samenwerken met Petrobrás, verwacht Siqueira niet veel tegenstand. “Ze hebben zelf al een overheidsaandeel van 80 procent voorgesteld.” Maar de VS zullen volgens hem wel druk uitoefenen om de rol van de Braziliaanse overheid binnen de perken te houden. “De Amerikanen willen goedkope olie en die kunnen ze alleen krijgen als Brazilië niet kan beslissen over de eigen olievoorraden”.

Noors voorbeeld


De regering van de socialistische president Luiz Inácio Lula da Silva heeft er altijd de nadruk op gelegd dat de hele bevolking moet profiteren van de olierijkdommen. Ze wil in de toekomst nog meer geld investeren in het onderwijs, de strijd tegen de armoede en een betere sociale bescherming. Daarom bestudeert Brazilië de ervaringen van Noorwegen, dat een tweede, aparte oliemaatschappij oprichtte die helemaal in handen van de staat is, die de Noorse velden beheert en een groot deel van de opbrengsten opzij zet voor de toekomstige generaties. Brazilië zou op die manier kunnen verhinderen dat de private partners van Petrobrás een te groot deel van de opbrengsten van de nieuwe olievelden opstrijken.
Tegelijk wil de regering in Brasilia de regels voor de toekenning van royalty’s veranderen die nu worden uitbetaald aan steden en staten met olievelden op hun grondgebied of in hun territoriale wateren. Door de nieuwe olievondsten dreigen de regionale verschillen in Brazilië immers nog groter te worden. Maar staten als Río de Janeiro en Espíritu Santo, die nu al goed verdienen, zijn tegen een wijziging van de regels.
De hele discussie draait om winst die nog lang niet zeker is. Er zijn enorme investeringen nodig om olievelden die ver van de kust liggen en zich 6.000 meter onder de zeespiegel bevinden, aan te boren. Zonder buitenlandse investeringen lijkt dat alvast een onmogelijke opgave.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.