Breyten Breytenbach: 'Wij zijn impotente toeschouwers van ons eigen bestaan geworden'

Schrijver, schilder en activist Breyten Breytenbach was ooit hét gezicht van de blanke progressieven die tegen Apartheid in Zuid-Afrika vochten. Vandaag is hij ongemeen scherp voor de ANC-regering. Niet omdat hij zijn idealen afgezworen heeft, maar omdat de macht gecorrumpeerd is. ‘We worden gedwongen te leven als drones, op afstand bestuurde mensen. De hele consumptiegerichte mondialisering heeft van ons egocentrische wezens gemaakt die niet meer in staat zijn tot wat we vroeger ‘internationale solidariteit’ noemden. Laat staan dat we nog militant durven zijn: geloven dat we als verantwoordelijke burgers door onze inzet mee vorm kunnen geven aan de samenleving zoals we haar dromen.’ Breytenbach is dinsdag 12 november te gast in Bozar, Brussel.

Breyten Breytenbach is een losgerukte man, een blanke Afrikaner die zijn liefde voor zijn moedertaal niet kon en niet wou koppelen aan de aanvaarding van onrecht en uitbuiting. Hij moest zijn land ontvluchten, hij keerde clandestien weer maar werd gevangen genomen op beschuldiging van hoogverraad. De twee misdaden waarvoor hij negen jaar cel kreeg: hij bestreed vanuit Frankrijk het Apartheidsregime in zijn geboorteland en hij huwde met een vrouw van Vietnamese afkomst, waardoor hij het heilige gebod van de rassenscheiding doorbrak. Bovendien schreef hij in het Afrikaans, de taal van de macht, waardoor hij als onvergeeflijk nestbevuiler gezien werd. Iemand die de onderstroom van het volk –het blanke, Afikaanssprekende volk- niet begreep.

Taal en liefde hebben voor hem dus een bijzondere, soms pijnlijke betekenis. ‘De uitdrukking van de liefde is meestal ook een uitdrukking van verlies’, zei hij in een gesprek dat ik met hem had in 1999, bij een bezoek aan het Elzenveld in Antwerpen. ‘Hoezeer je een moment of een ontmoeting ook kunt smaken en vieren, toch besef je hoe tijdelijk, hoe fragiel en hoe teder dat moment is en hoe de tijd je ontglipt. Hoe onmogelijk het is om een ervaring -ook de meest intense ervaring van liefde- vast te houden in woorden of zelfs in gevoelens.’

Dertig jaar geleden schreef Breytenbach De ware bekentenissen van een witte terrorist, een reflectie op zijn jaren van gevangenschap. Vandaag heeft het woord terrorist zo mogelijk nog een negatievere klank dan in de jaren tachtig. Wat roept het bij hem op anno 2013?

Breyten Breytenbach: Dertig jaar geleden werd de term terrorist gebruikt door repressieve staten om iedereen die zich verzette tegen de macht uit te sluiten van het politieke gesprek. Dardoor werd het een soort ereteken, een geuzennaam voor geëngageerde mensen. Vandaag gaat het toch eerder om politieke criminaliteit, waarbij de doelstelling lijkt te zijn zo veel mogelijk mensen te doden op een zo spectaculair mogelijke manier.

Anderzijds is er vandaag veel minder ruimte in het publieke debat. We lijken vergeten te zijn dat het net de staten zijn die vaak geweld gebruiken en uitlokken. We leven met de idee dat er geen alternatief is voor de huidige staten en machtsverhoudingen. Het echte terrorisme vandaag moeten we misschien wel zoeken in de manier waarop de banken wereldwijd omgaan met onze economie en met de levenskansen van miljoenen mensen. Het creëren van extreme armoede voor honderden miljoenen mensen, dat is toch écht een misdaad, het is langertermijnterrorisme.

Is er een rechtstreeks verband tussen het geweld van terroristen en het gevoel dat er geen alternatief is voor de huidige macht?

Breyten Breytenbach: Ongetwijfeld. Toch mag dat ons niet beletten om de legitimiteit van de macht in vraag te stellen. Hoe aanvaardbaar is het om mensen –ok al zijn het strijders- en hun families te vermoorden met drones? Hoe aanvaardbaar kunnen we het vinden dat de ene staat zich het recht toeëigent om elders binnen te vallen als ze vinden dat hun belangen op het spel staan? Kijk naar Libië: de bombardementen en de interventie hebben het land en zijn toekomst kapotgemaakt. Voor machthebbers die zich deze interventies veroorloven komt het inderdaad goed uit dat ze kunnen roepen dat hun acties noodzakelijk zijn om ons te beschermen tegen terrorisme.

Het “financiële terrorisme” waarover u spreekt lijkt dan weer moeiteloos aanvaard te worden door zowel machthebbers als bevolkingen.

Breyten Breytenbach: Het is niet dat de meerderheid van de mensen dat aanvaardt, het is dat hun stem genegeerd wordt. Een miljoen mensen kan door het centrum van Madrid stappen in protest tegen de bezuinigingen, dat verandert geen jota aan het beleid van de regering of van de financiële sector. Dat is al lang aan de gang en blijkbaar hebben heel veel mensen zich intussen de idee eigen gemaakt dat ze machteloos zijn, dat er geen alternatief is.

Intussen worden we zoet gehouden met allerlei spulletjes, alsof we kinderen zijn: het nieuwste model smartphone, de jongste innovatie op Facebook, … We worden gedwongen te leven als drones, op afstand bestuurde mensen. De hele consumptiegerichte mondialisering heeft van ons egocentrische wezens gemaakt die niet meer in staat zijn tot wat we vroeger ‘internationale solidariteit’ noemden. Laat staan dat we nog militant durven zijn: geloven dat we als verantwoordelijke burgers door onze inzet mee vorm kunnen geven aan de samenleving zoals we haar dromen.

We zijn geëvolueerd van burgers tot consumenten?

Breyten Breytenbach: Klopt volledig. En dat toont aan dat achteruitgang in beschaving wel degelijk mogelijk is. Wij zijn impotente toeschouwers van ons eigen bestaan geworden.

Geldt die vaststelling overal, of is het eerder een beschrijving van de toestand in Europa en Noord-Amerika?

Breyten Breytenbach: In Europa, met zijn oude en dicht opeengepakte natiestaten, houden we alleen nog de uiterlijke tekenen van democratie over. We hebben partijen, verkiezingen, talkshows, maar geen impact op het beleid. Zelfs de verkozenen lijken minder greep op het beleid te hebben dan de ambtenaren, zeker in de EU. De VS, die ook over hun hoogtepunt heen zijn, leven nog steeds met hun uitzonderingswaan, wat hen toelaat overal met vuile voeten over de soevereiniteit van anderen heen  te stappen. Daarnaast, of daartegenover, krijg je een sterke herschikking van andere machten in de wereld, met vooral een opkomend China –wat niet noodzakelijk goed nieuws is voor de Chinezen noch voor alle anderen.

Binnen de opkomende machten heb je zeker een heel andere verwachtingshorizon dan in de rijke landen. De mogelijkheid van vooruitgang bestaat daar nog, en dat geeft toch een heel ander perspectief. In Afrika –met alle diversiteit die de landen van het continent kenmerkt- stel ik vast dat de staten volkomen ontoereikend zijn om de hoop en de feitelijke activiteiten van hun inwoners te omkaderen en te beantwoorden. Zelfs scholen, ziekenhuizen, wegen en andere essentiële zaken vallen vaak buiten het bereik van de staat. Dat resulteert in een schizofrene situatie waarin mensen enerzijds terugvallen op traditionele verbanden voor hun zekerheid en hun verbeelding laten domineren door het Westen –of wat ze zich daarbij voorstellen aan consumptieparadijs. En dat verklaart de uittocht van duizenden jongeren die lijf en leden riskeren om in Europa te geraken.

Het is niet de armoede op zich, maar het gebrek aan hoop en perspectief in eigen land?

Breyten Breytenbach: Inderdaad. Ik breng veel tijd door in Senegal [Breytenbach is actief betrokken bij het Gorée-instituut in Dakar] en vraag er vaak aan jongeren hoe ze zich die oversteek voorstellen. Halen ze het levend? Blijven ze clandestienen die in armoede overleven? Zijn ze voorbereid op het overal aanwezige racisme? Is het niet beter om je hier in te zetten en zaken te veranderen? Maar dat is niet de manier waarop de Afrikaanse jongeren hun realiteit zien. Het minste in Europa ziet er altijd beter uit dan wat ze thuis kunnen verwachten. Daarom investeert de hele familie in de overtocht van een jongere.

Senegal had vroeger een politieke klasse en een ambtenarij waarop het land trots kon zijn. Dat is niet langer het geval. Het draait nu om het eigenbelang van iedereen die op een of zandere manier macht kan verwerven. Dat doodt de economische perspectieven én de politieke hoop van de burgers.

Kan cultuur dat probleem remediëren en het gevoel van eigenwaarde herstellen?

Breyten Breytenbach: Ik denk het wel. Nu de politieke wereld niet langer drager is van nobele ideeën zoals emancipatie, rechtvaardigheid of pan-Afrikanisme, worden levensbelangrijke thema’s als identiteit, herinnering, waardigheid en emancipatie vooral belichaamd door de culturele en creatieve sectoren.

Alleen zie je dat het gebrek aan perspectief de traditionele cultuur veel sterker lijkt te maken dan dat die de voorbije decennia ooit geweest is. De grootste dreiging in bijvoorbeeld Senegal is niet het fundamentalisme, maar het obscurantisme. Voor alle duidelijkheid: ik heb geen probleem met aandacht en interesse in de waarden van het verleden. Weten van waar je komt, is nodig om goed te kunnen kiezen waarheen je wilt gaan. Maar dat toekomstperspectief zou wel een Afrikaanse moderniteit moeten zijn, niet een vastklampen aan een zelf geconstrueerd verleden.

Het obscurantisme dat de kop opsteekt, verwerpt de hele notie van burgerschap, mensenrechten, gelijkheid tussen man en vrouw. En wat zeker niet toegelaten wordt, is het in vraag stellen van autoriteit en van de ene waarheid waarop die zichzelf baseert. Het is juist die twijfel die door kunstenaars ingebracht kan worden.

Is Zuid-Afrika, vanuit de geschiedenis van strijd tegen uitsluiting, beter gewapend tegen dat obscurantisme?

Breyten Breytenbach: Blijkbaar niet. Er is op dit moment veel xenofobie in Zuid-Afrika en dat krijgt zelfs erg gewelddadige vormen. De sociale en economische onzekerheid van de meerderheid maakt mensen afhankelijk van weinig scrupuleuze machtsspelers. Wie het beste netwerk van relaties kan opbouwen, wint. Het verschil in nepotisme en corruptie tussen Zuid-Afrika en andere Afrikaanse landen is jammer genoeg niet groot. Dat is des te erger omdàt we die lange strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid gevoerd hebben. Het is dus een vorm van verraad tegenover iedereen die zijn leven geïnvesteerd heeft in die strijd.

Het ANC is schaamteloos genoeg om de naam en de vlag van de vrijheidsstrijd te behouden, ook al wordt de partij intussen geleid door een bende gangsters. De afwezigheid van verbeelding en ethiek bij de leiders, maakt het land kwetsbaar voor plat populisme, racisme en verbittering. Het ergste voorbeeld daarvan is president Jacob Zuma en het meest pathologische voorbeeld is Julius Malema, al wijst hij wel degelijk reële problemen zoals het gebrek aan economische bevrijding. Alleen is hij zélf een karakituur van de problemen waarover hij spreekt.

Hoe verklaart u die evolutie bij het ANC?

Breyten Breytenbach: Om te beginnen was de beweging voor nationale bevrijding nooit de revolutionaire beweging die mensen als ik er graag in zagen. Dat bleek eenmaal ze aan de macht kwam. Tegelijk was de macht in de beweging op een stalinistische manier georganiseerd én kreeg het ANC van de kiezers een monopolie op de macht, politieke, sociaal en economisch. In plaats van de natie op te bouwen en de diversiteit ervan te vieren, liet de partij de hebzucht van haar leiders ongemoeid.

Het is ook moeilijk om het belang te overschatten van de dominante ideologie van neoliberale globalisering, die de democratisch verkozen regering in Zuid-Afrika vanaf het begin dwong te kiezen voor privatisering en liberalisering in plaats van de herverdeling waarvoor de mensen gevochten hadden. Was er een alternatief, met het Oostblok in de prullenmand van de geschiedenis? Ik denk dat het wel. In elk geval hadden we ons niet zo onvoorwaardelijk aan de Washington Consensus moeten onderwerpen, indien de bevolking beter geïnforpmeerd en betrokken was bij het beleid.

U krijgt wel eens het verwijt dat uw kritiek van aan de zijlijn komt, typisch voor de progressieve blanken. U schreef een open brief aan Mandela, Nadine Gordimer schreef de roman Een tijd als nooit tevoren, waarin dezelfde kritiek via fictie geformuleerd wordt…

Breyten Breytenbach: Het is altijd makkelijker om de man te spelen dan de bal. Moeten wij eeuwig zwijgen over het gebrek aan controle op machtsmisbruik? Over de noodzaak aan meer transparantie en verantwoording? Dat ik in het buitenland leefde, was blijkbaar geen probleem toen ik kritiek gaf op het Apartheidssysteem. Waarom zou het dan vandaag ongeoorloofd zijn kritiek te geven op Zuma vanuit Dakar of vanuit Parijs?

Trouwens, je zou ervan versteld staan hoeveel kritiek er van binnen het systeem komt. Mensen die nauwe banden hebben met de partij of de regering houden zich ook helemaal niet meer gedeisd. Intellectuelen en mediamensen, zoals Njabulo Ndebele en anderen, spreken zich heel duidelijk en scherp uit. En als de hoofdredacteur van de Sunday Times kritiek geeft, dan snijdt dat veel dieper in het vel van het ANC dan wanneer dat vanuit Dakar komt. Echte verandering in Zuid-Afrika zal toch van binnen het ANC moeten komen, al zal het niet zozeer gaan om een soort morele herleving, dan om een strijd tussen clans en fracties, die daarbij wel de idealen van de Grondwet zullen gebruiken om hun concurrenten uit te schakelen. Ook de arbeidersstrijd bij de mijnwerkers is belangrijker om in de gaten te houden dan wat ik, Nadine Gordimer, J.M. Coetzee of André Brink vertellen.

Is literatuur en mat name poëzie dan niet langer van belang in Zuid-Afrika?

Breyten Breytenbach: Poëzie is zo oud als de mensheid, en zowel haar kracht als machteloosheid zijn altijd tegelijk aanwezig geweest. Het belang van poëzie is dat ze praat over fundamentele menselijke uitdagingen en ervaringen, over de mogelijkheid om nieuwe beelden te zoeken en andere mensen te worden. Daardoor alleen al levert ze kritiek op de dominante consumptiecultuur. Poëzie zal wel nooit mainstream worden, zeker niet nu ze zo onzichtbaar geworden is. Al denk ik niet dat dat noodzakelijk zo moet blijven. In elk geval hoor ik van vrienden dat poëzie nog steeds haar rol speelt in China, Afrika, Brazilië, …

In de jaren zeventig en tachtig speelde de Afrikaanstalige poëzie een heel belangrijke rol in Zuid-Afrika. Is dat nog steeds het geval?

Breyten Breytenbach: Niet echt. De gedichten zijn nog steeds sterk, maar de rol is anders. Onder de Apartheid schreven we in de taal van de verdrukker en dus ondergroeven we met onze poëzie de hegemonie van de Nasionale Partij en haar culturele constructie van suprematie en gescheiden ontwikkeling. Vandaag is de invloed van het Afrikaans veel kleiner en krimpt steeds verder weg.

Met welk gedicht zou u dit gesprek willen afronden?

[Breytenbach verdwijnt even om een bundel van Czeslaw Milosz uit het boekenrek te nemen] Breyten Breytenbach: Het gedicht gaat over de moedertaal, en is geschreven door de Lithouwse dichter Milosz en in het Engels vertaald door Seamus Heaney. Het is een troostend gedicht over taal, over de kleine stukjes orde en schoonheid die ze kan opleveren.

Faithful mother tongue,
I have been serving you.
Every night, I used to set before you little bowls of colors
so you could have your birch, your cricket, your finch
as preserved in my memory.

This lasted many years.
You were my native land; I lacked any other.
I believed that you would also be a messenger
between me and some good people
even if they were few, twenty, ten
or not born, as yet.

Now, I confess my doubt.
There are moments when it seems to me I have squandered my life.
For you are a tongue of the debased,
of the unreasonable, hating themselves
even more than they hate other nations,
a tongue of informers,
a tongue of the confused,
ill with their own innocence.

But without you, who am I?
Only a scholar in a distant country,
a success, without fears and humiliations.
Yes, who am I without you?
Just a philosopher, like everyone else.

I understand, this is meant as my education:
the glory of individuality is taken away,
Fortune spreads a red carpet
before the sinner in a morality play
while on the linen backdropp a magic lantern throws
images of human and divine torture.

Faithful mother tongue,
perhaps after all it’s I who must try to save you.
So I will continue to set before you little bowls of colors
bright and pure if possible,
for what is needed in misfortune is a little order and beauty.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.