BRICS-landen zoeken verschillen in handelscijfers uit
De vijf leidende ontwikkelingslanden van de BRICS-alliantie — Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika — gaan intensiever statistieken verzamelen over de handel. Ze willen uitzoeken hoe het komt dat de landen verschillende cijfers naar buiten brengen.
De landen willen zo hun economische planning verbeteren en meer inzicht krijgen in de onderlinge economische betrekkingen. “We verzamelen op verschillende manieren cijfers en moeten constateren dat de statistieken van de verschillende landen niet met elkaar overeenkomen”, zegt Xavier Carim, plaatsvervangend algemeen directeur van het Zuid-Afrikaanse departement voor Handel en Industrie.
“Hoe betrouwbaarder de statistieken, hoe efficiënter economen trends kunnen waarnemen, en hoe beter ze kunnen adviseren”, zegt Dawie Roodt, econoom van de Efficient Group in Pretoria.
Overwaardering
Econoom Mike Schussler van Economist.co.za zegt dat bijvoorbeeld het handelstekort met China volgens de Chinese cijfers groter is dan volgens de Zuid-Afrikaanse cijfers. “Intussen is ons overschot met sommige Afrikaanse handelspartners misschien groter dan de cijfers laten zien”, zegt hij.
Een Zuid-Afrikaanse handelsexpert die niet met naam genoemd wil worden, zegt dat er verschillende oorzaken kunnen zijn voor de verschillen in de statistieken. Zo bestaat de neiging de import onder te waarderen en de export te overwaarderen. “De douanewaarde bepaalt de importbelasting”, zegt hij. “Dus bestaat de neiging een te lage prijs op goederen te plakken. Als de goederen 100.000 euro waard zijn, en je geeft ze aan voor 50.000 euro, dan betaal je maar de helft van de werkelijk verschuldigde belasting.”
De meeste landen heffen belasting op importgoederen, maar bij export gebeurt dat veel minder. “Het gevolg is dat de douane minder let op de export. En sommige landen hebben er baat bij de waarde van hun export op te blazen. Dan lijkt het of ze een beter handelsbalans hebben.”
Sommige landen subsidiëren de export op basis van de waarde van goederen, zegt hij. “Dat betekent dat de exporteur er baat bij heeft de waarde zo hoog mogelijk te maken. Daar is weinig controle op.”
Maar zelfs als de gegevens rigoureus verzameld worden, zegt hij, blijft er ruimte voor legitieme verschillen in de statistieken van twee handelspartners. “In Zuid-Afrika waarderen we goederen op basis van Free on Board, FOB. Er zijn maar een paar landen die dat doen. De meeste landen berekenen de waarde op basis van CIF. Daarbij zijn de kosten van douane, verzekering en vervoer inbegrepen. CIF valt dus altijd hoger uit dan FOB.¨
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws