Cambodja ziet brood in stijgende voedselprijzen

De Cambodjaanse regering en buitenlandse investeerders geloven dat het straatarme Cambodja zijn voordeel kan doen bij de hoge voedselprijzen. De landbouw heeft er immers nog grote expansiemogelijkheden. Maar de vraag is of de meerderheid van kleine boeren er beter van zal worden.
Iedereen is het erover eens dat Cambodja veel meer rijst, fruit en groenten kan produceren dan het nu doet. Cambodja kan een van de nieuwe rijstschuren van de wereld worden, verklaarde de Cambodjaanse minister van Handel, Cham Prasidh, onlangs in de Engelstalige krant Cambodia Daily. “Wij zien rijst nu als goud”, zei hij.
Volgens de minister zetten de stijgende voedselprijzen de regering aan om haar economisch beleid meer op de landbouw te richten. Cambodja wil de oppervlakte waarop rijst geteeld wordt verdubbelen tot vijf miljoen hectare, kondigde Cham Prasidh aan. Ook voor Cambodjaanse soja, cashewnoten en maïs ziet de regering internationale kansen.
Cambodja produceert al sinds halverwege de jaren negentig twee tot vier miljoen ton rijst per jaar, en dat is meer dan wat de bevolking op kan. De voorbije twaalf maanden exporteerde het land 1,48 miljoen ton gepelde rijst. De oppervlakte waarop rijst wordt geteeld, stijgt gestaag.
Toch laat Cambodja in vergelijking met zijn buurlanden nog veel goede grond braak liggen en is ook de productiviteit er nog heel laag. Volgens Mahfuz Ahmed, een leidende landbouweconoom van de Aziatische Ontwikkelingsbank, produceren de Cambodjaanse rijstboeren gemiddeld 2,5 ton per hectare. Vietnam haalt 4 ton per hectare.

Te druk met overleven


“Veel boeren zijn arm en leven van oogst tot oogst”, legt Yang Sang Koma uit, de voorzitter van het Centrum voor de Studie en de Ontwikkeling van de Cambodjaanse Landbouw (CEDAC). “Ze doen aan overlevingslandbouw en kunnen zich nauwelijks bekommeren om de verhoging van hun productie.”
Maar er zijn ook Cambodjaanse rijstboeren die 3 ton per hectare binnenhalen. De regering rekent vooral op hen om de productie en daarmee ook de export op te vijzelen. Vijf miljoen ton exporteren moet haalbaar zijn, schat de regering.
“Dat zou van Cambodja een belangrijke speler op de rijstmarkt maken, na de rijstgrootmachten Thailand en Vietnam”, reageert CEDAC-voorzitter Koma. “Misschien kunnen we Vietnam wel achter ons laten, want daar lijkt het productieplafond bereikt. Maar eerst moeten de Cambodjaanse boeren wel hun productie en de kwaliteit ervan verhogen. En de regering moet weten wat ze wil. Langs de ene kant wil ze van Cambodja een voorraadschuur te maken, maar anderzijds zet ze in op steeds meer industriegebieden. Wat wil de regering nu echt?”
Er is een sterk argument om voor de landbouw te kiezen. De opleving van de landbouw zou schrijnende armoede op het platteland kunnen verminderen. Vier op de vijf Cambodjanen leven op het platteland en meer dan 4,5 miljoen van die plattelandsbewoners zitten onder armoedegrens. Ook de Wereldbank en andere donors vinden daarom dat Cambodja zich meer op de landbouw moet richten. Ze wijzen erop dat groei in de landbouwsector in Vietnam en China een stimulus werd voor industriële ontwikkeling.

Concurrentienadelen


Thomas Keustas, de directeur van het Wereldvoedselprogramma (WFP) in Cambodja, is het daarmee eens maar stelt zich wel vragen bij de toekomstige productiedoelen. “Je moet er rekening mee houden dat ook de inputs duurder worden.” De prijzen van kunstmest zijn dit jaar verdubbeld in Cambodja, en ook brandstof is veel duurder geworden.
Er zijn nog wel meer obstakels. Cambodja produceert te weinig zaaigoed, de eigendomsverhoudingen in veel landbouwgebieden zijn niet duidelijk, veel boeren zijn niet vertrouwd met moderne landbouwtechnieken en ook de opslagcapaciteit, de wegen en de irrigatie-infrastructuur laten te wensen over. Boeren en vooral kleine boeren in Cambodja krijgen ook niet makkelijk krediet. Amper vier procent van de bedragen die de Cambodjaanse banken in 2007 uitleenden, gingen naar de landbouwsector.
Een en ander maakt het voor de Cambodjaanse boeren moeilijk om te concurreren met hun Vietnamese en Thaise collega’s. Daar zijn bestrijdingsmiddelen en kunstmest goedkoper, terwijl het transport van landbouwproducten er beter georganiseerd is. Vietnamese kwekers slagen erin hun aardbeien te plukken en binnen de 24 uur in de winkelrekken in Phnom Penh te hebben.
In Cambodja wordt een groot deel van de internationaal verhandelde oogst opgekocht door Thaise en Vietnamese handelaars. Door het gebrek aan goede opslagmogelijkheden en hun gebrekkige kennis over de werking van de markt, zijn veel Cambodjaanse boeren aan hen overgeleverd.
“De boeren moeten de kans krijgen te kiezen aan wie ze verkopen en wanneer”, zegt Ahmed, de landbouweconoom van de Aziatische Ontwikkelingsbank. Volgens Koma, de CEDAC-voorzitter, moet er ook in de hoofden van de boeren nog veel veranderen. “Veel kleine boeren liggen er vooral van wakker genoeg eten te produceren voor hun gezin. We hebben nog heel wat tijd nodig om boeren klaar te stomen die commerciëler denken.”
Bij dit artikel is een foto in hoge resolutie beschikbaar:
http://ipsnews.net/pictures/cambodagri1.jpg

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.