China op kop in de wind

De voorbije drie jaar heeft China zijn windmolenpark telkens verdubbeld. Waarschijnlijk steekt het in 2011 de VS voorbij, die met 35 gigawatt ’s werelds grootste windmolenpark hebben. In de VS hebben de publieke investeringen om de crisis te lijf te gaan niet geleid tot een vergelijkbare sterke groei van de investeringen in windenergie.

Duitsland (24 GW) en Spanje (19GW) volgen mondiaal gezien op plaats drie en vier. Daarna komen India (10GW) en Rusland (9GW). De Europese Unie blijft als blok wel de grootste, met 74 gigawatt geïnstalleerd vermogen eind 2009. België scoort met een ruim 0,5 gigawatt ver onder vergelijkbare kleine landen als Denemarken (3,4GW) en Nederland (2,2 GW).

De centrale regering in Beijing neemt haar groene doelstellingen ernstig. Bedrijven die niet de vereiste verhoging met twintig procent in energie-efficiëntie realiseren worden gesloten. Het gaat zo ver dat in enkele regio’s de verkeerslichten uitvielen omdat lokale partijleiders toch maar dat objectief wilden halen.

Dat alles belet niet dat kool en olie nog lang belangrijke energiebronnen zullen blijven voor China. Een ding valt op: de overheid ondersteunt op grote schaal de uitbouw van de hernieuwbare energie. Bovenop het crisisprogramma van 2009 zou Beijing alweer 430 miljard euro veil hebben voor de modernisering van het elektriciteitsnet en hernieuwbare energie.