China zit Europa op de hielen in Latijns-Amerika
China kan binnen een vijftal jaar de EU voorbijsteken als belangrijkste handelspartner van Latijns-Amerika en de Caraïben. Latijns-Amerikaanse experts zijn blij met de snel groeiende export naar China, maar maken zich er wel zorgen over dat het vooral om grondstoffen gaat.
Daniela Estrada . 5 september 2010
Op de economische crisis die uitging van de VS en Europa, volgt nu herstel dat aangezwengeld wordt door de nieuwe groeilanden, stelt de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben (Eclac) in een nieuw rapport. Latijns-Amerika en de Caraïben zullen dit jaar een exportstijging laten zien van 21,4 procent, schat de Eclac. Dat maakt het exportverlies van 22,6 procent in het crisisjaar 2009 bijna helemaal goed. De goede cijfers zijn vooral te danken aan de toenemende vraag in Azië, en vooral dan in China.
China voerde de eerste helft van dit jaar 44,8 procent meer in uit de regio dan tijdens diezelfde periode vorig jaar. China is intussen al de grootste exportmarkt voor Brazilië en Chili en komt op de tweede plaats voor Argentinië. Ook als invoerder wordt China steeds belangrijker: het is de op één na grootste leverancier van Brazilië, Chili, Colombia, Peru en Cuba.
De Eclac waarschuwt dat Latijns-Amerika steeds meer grondstoffen uitvoert. In 1999 maakten die 26,7 procent van de totale uitvoer van de regio uit, in 2009 was dat aandeel al gestegen tot 38,8 procent. “Latijns-Amerika keert terug naar een exportstructuur zoals we die 20 jaar geleden kenden”, staat er in het rapport. Dat is een probleem: met grondstoffen is minder te verdienen dan met afgewerkte producten, en ze geven minder impulsen aan de rest van de economie.
Veel grondstofexporterende landen raakten daar in hun relaties met Europa en de VS in gevangen, en dat dreigt ook tussen Latijns-Amerika en China te gebeuren, zegt Claudia Casal van het niet-gouvernementele Centrum voor Alternatieve Ontwikkelingsstudies in Chili (Cenda). “Wij leveren China grondstoffen met weinig toegevoegde waarde, en zij sturen afgewerkte producten terug”, legt Casal uit. De Eclac zelf stelt vast dat de toenemende grondstoffenexport niet erg bijdraagt tot de ontwikkeling van nieuwe technologie.
Een en ander zorgt ook voor regionale onevenwichten. Door de hoge grondstoffenprijzen kon Zuid-Amerika de waarde van zijn export verdubbelen – die bestaat immers vooral uit grondstoffen. De export van Mexico en Centraal-Amerika, die het vooral van nijverheidsgoederen moeten hebben, verminderde met bijna 50 procent in waarde. Het aandeel van Mexico in de totale export van de regio daalde tussen 1999 en 2009 van 40 naar 30 procent, terwijl het Braziliaanse aandeel van 13 tot bijna 20 procent steeg.
De Eclac vindt dat de Latijns-Amerikaanse landen de concurrentiekracht van kmo’s moeten versterken, meer moeten doen om de vaardigheden van werknemers te verbeteren en de exportsectoren beter moeten verbinden met de rest van hun economie. De organisatie dringt ook aan op samenwerking tussen verschillende landen om de handelsbetrekkingen met Azië verder uit te bouwen.
China rukt op
China voerde de eerste helft van dit jaar 44,8 procent meer in uit de regio dan tijdens diezelfde periode vorig jaar. China is intussen al de grootste exportmarkt voor Brazilië en Chili en komt op de tweede plaats voor Argentinië. Ook als invoerder wordt China steeds belangrijker: het is de op één na grootste leverancier van Brazilië, Chili, Colombia, Peru en Cuba.
De Eclac waarschuwt dat Latijns-Amerika steeds meer grondstoffen uitvoert. In 1999 maakten die 26,7 procent van de totale uitvoer van de regio uit, in 2009 was dat aandeel al gestegen tot 38,8 procent. “Latijns-Amerika keert terug naar een exportstructuur zoals we die 20 jaar geleden kenden”, staat er in het rapport. Dat is een probleem: met grondstoffen is minder te verdienen dan met afgewerkte producten, en ze geven minder impulsen aan de rest van de economie.
Veel grondstofexporterende landen raakten daar in hun relaties met Europa en de VS in gevangen, en dat dreigt ook tussen Latijns-Amerika en China te gebeuren, zegt Claudia Casal van het niet-gouvernementele Centrum voor Alternatieve Ontwikkelingsstudies in Chili (Cenda). “Wij leveren China grondstoffen met weinig toegevoegde waarde, en zij sturen afgewerkte producten terug”, legt Casal uit. De Eclac zelf stelt vast dat de toenemende grondstoffenexport niet erg bijdraagt tot de ontwikkeling van nieuwe technologie.
Onevenwichten
Een en ander zorgt ook voor regionale onevenwichten. Door de hoge grondstoffenprijzen kon Zuid-Amerika de waarde van zijn export verdubbelen – die bestaat immers vooral uit grondstoffen. De export van Mexico en Centraal-Amerika, die het vooral van nijverheidsgoederen moeten hebben, verminderde met bijna 50 procent in waarde. Het aandeel van Mexico in de totale export van de regio daalde tussen 1999 en 2009 van 40 naar 30 procent, terwijl het Braziliaanse aandeel van 13 tot bijna 20 procent steeg.
De Eclac vindt dat de Latijns-Amerikaanse landen de concurrentiekracht van kmo’s moeten versterken, meer moeten doen om de vaardigheden van werknemers te verbeteren en de exportsectoren beter moeten verbinden met de rest van hun economie. De organisatie dringt ook aan op samenwerking tussen verschillende landen om de handelsbetrekkingen met Azië verder uit te bouwen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2819 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws