Colombia doet toeristen geweld vergeten

De Wereldtoerismeorganisatie beschouwt Colombia als een voorbeeld voor andere landen die een bewogen periode uit hun geschiedenis van zich moeten afschudden om meer toeristen te lokken. Het land kampt nog altijd met linkse rebellen, drugssmokkelaars en schietgrage criminelen, maar toch staat Colombia weer op de kaart van het internationale toerisme.
Colombia heeft alles om toeristen te plezieren: een adembenemende natuur, een rijk cultureel erfgoed, een heel verscheiden bevolking, prachtige stranden en tropische temperaturen. Alleen hield het geweld de meeste buitenlandse bezoekers de voorbije decennia weg.
Volgens cijfers van de Colombiaanse politie werden er in 2002 ongeveer 29.000 mensen vermoord. Ook de statistieken over ontvoeringen, roofovervallen en mensenrechtenschendingen waren verbijsterend.
De voorbije jaren zijn die cijfers duidelijk verbeterd. In 2008 werden er 16.140 mensen vermoord – relatief gezien wel nog altijd dertig tot veertig keer meer dan in België of Nederland. Het aantal ontvoeringen daalde volgens de regering tussen 2002 en 2007 met 87 procent, het aantal zware overvallen met 76 procent. De linkse guerrilla is verzwakt, veel strijders van rechtse doodseskaders hebben de wapens neergelegd.

Reisadvies

Colombia is dus niet alleen meer voor de dapperen, al klinkt het officiële reisadvies nog altijd niet erg bemoedigend. Het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken raadt “niet-essentiële reizen naar bepaalde gebieden” af, waarschuwt voor reizen over secundaire wegen en concludeert dat Colombia “op enkele bekende toeristenplaatsen als Cartagena, Providencia, San Andres en Santa Marta na nog altijd geen toeristische bestemming” is.
De Nederlandse overheid heeft het over een “gevaar van ontvoeringen, aanslagen en roofovervallen” en adviseert waakzaam te blijven. Als relatief veilig gelden alleen de Caribische trekpleisters die ook in België worden genoemd en de “rijkere wijken in grotere steden”.

Imagocampagne

Het is maar hoe je het bekijkt, oordeelt de Colombiaanse overheid. De regering is met een campagne begonnen om het imago van het land op te krikken en toeristen duidelijk te maken dat het gevaar echt binnen de perken blijft. Vorig jaar trok Colombia daar 8 miljoen euro voor uit. De inspanningen worden gericht op de landen die de meeste toeristen leveren: Mexico, de VS, Canada, de grote Zuid-Amerikaanse landen, Groot-Brittannië, Duitsland, Spanje, Italië en Polen.
‘Colombia is passie’, zo klinkt de algemene slogan waarmee het land zich in het buitenland verkoopt. Meer dan 200 bedrijven gebruiken die slogan al. Voor de toeristische sector komt daar “het enige gevaar is dat je er wil blijven” bij. Midden in de roos, vindt Germán Porras Olalla, de voormalige directeur-generaal van het Spaanse ministerie van Toerisme. Voor de Wereldtoerismeorganisatie maakte hij een studie over de Colombiaanse aanpak. Porras Olalla heeft vooral lof voor de manier waarop Colombia een positieve draai geeft aan het thema van het gevaar in het land.
Maar Colombia heeft ook fors geïnvesteerd in wegen, toeristische infrastructuur en opleidingen en trekt met gulle belastingvoordelen ook buitenlandse investeerders aan.
Colombia wil tegen 2010 vier miljoen buitenlandse toeristen per jaar aantrekken. Dat moet het land dan 4 miljard dollar (3,1 miljard euro) opleveren. De overheid gaat ervan uit dat de groeiende toeristenstromen het imago van het land vanzelf verder zullen verbeteren.
Bekijk de promotieclips op YouTube: www.youtube.com/results?search_type=&search_query=colombia+the+only+risk+is+wanting+to+stay&aq=0&oq=colombia+the+only+