Congo: democratie tussen droom en daad.

In Congo timmeren ze van onderuit aan de weg naar de eerste democratische verkiezingen sinds de onafhankelijkheid. Eenrichtingsverkeer dat toch voor botsingen zorgt. Want tussen droom en daad staan praktische bezwaren en een ontbrekende staat.
Een kerk in het dorp Ciaba, 35 kilometer van Mbuji-Mayi in de provincie Kasaï-Oriental. Op gemetste zitbanken luisteren tientallen boerenvrouwen en kinderen naar hoog bezoek: hun toekomstige democratisch verkozen vertegenwoordigers. Zittend president Joseph Kabila steekt van wal: ‘Ik ga alle problemen oplossen!’ Gegniffel in de zaal. Jean-Pierre Bemba, van de gewapende MLC-oppositie, staat op: ‘Ik ga de oprukkende erosie in Mbuji-Mayi stoppen.’ De vrouwen glimlachen. Tshisekedi, verbleekt oppositieleider en de UDPS-man van de streek: ‘Ik ben jullie chef.’ Luidop gelach. En tot slot Azarias Ruberwa van de gewapende RCD-oppositie: ‘Ik vecht tegen armoede!’ Lachsalvo.
De vrouwen schuiven een voor een aan om hun stembulletin in te vullen en in de urne te steken. De derde vrouw aan de beurt kan niet schrijven en vraagt hulp: ‘Schrijf maar Tshisekedi op.’ De man achter de tafel schrijft ostentatief Kabila op het papiertje. De vrouw sputtert tegen want ze herkent de eerste letter K en Tshisekedi begint toch niet met een K? Dit tafereel herhaalt zich om de andere vrouw. De stemmen worden geteld… De voorzitter van het kiesbureau leest luidop de uitslag: ‘Kabila heeft gewonnen!’ Het vrouwenvolk in de kerk dat vooral op de man van hun regio heeft gestemd, protesteert en trekt de straat op.
Dit sensibiliseringstoneel weerspiegelt de situatie zoals men die kan verwachten bij de eerste democratische verkiezingen, die in theorie gepland zijn voor 30 juni 2005, maar hoogst waarschijnlijk zes of twaalf maanden later zullen plaatsvinden. Congolese boeren-, vrouwen- en mensenrechtenorganisaties, ngo’s en de kerken proberen intussen van onderuit het tij te keren. Daarbij vallen dure woorden zoals basisdemocratie, zelfredzaamheid en rurale ontwikkeling, en de slagzin is: Le casserole commence à bouillir par le bas. Maar op een Afrikaans houtvuurtje duurt het lang eer het kookpunt bereikt is…

Oefening in democratie


Anne Masengu -Maman Ann - kwam vol goede moed en plannen terug van de Conférence Nationale Souveraine in 1990 (zie kader) waar ze als vertegenwoordiger van het bisdom in Mbuji-Mayi mee nadacht over manieren om van Congo een democratische rechtsstaat te maken. Nu is ze met haar vrouwenorganisatie Midibam aan de slag met 4200 vrouwen. Maman Anne wordt bij haar jaarlijks bezoek aan een aantal vrouwengroepen op het platteland ontvangen als een koningin. De vrouwen leren pagnes verven en kleren, zeep en wijn maken. Ze kopen met een groepje van veertig vrouwen grondstoffen aan bij Midibam, delen de materialen om alles te produceren, en verkopen hun producten individueel of in groep. Marie Jeanne vertelt fier van achter de toonbank in haar winkeltje in een achterbuurt van Mbuji-Mayi hoe ze haar inkomen zichtbaar verhoogde met die verkoop: ‘Ik kan nu de school van mijn kinderen betalen, deze winkel bouwen en een fotoapparaat voor mijn zoon kopen.’ Haar man glundert achter haar schouder, maar Maman Anne weet dan ook maar al te goed dat ze eerst de mannen moet overtuigen.
 ‘Een vrouw mag volgens de wet alleen op het land en thuis werken, maar geen winkel openhouden.’ De winst van de groep wordt geïnvesteerd in materialen, een gebouw om in te werken of een minimum aan sociale zekerheid waarbij de groep financieel bijspringt als een lid man of kind verliest. Midibam probeert niet alleen het inkomen van deze plattelandsvrouwen te verhogen, maar leert hen ook zich te organiseren. Elke vrouwengroep kiest een comité dat instaat voor de organisatie, het bestellen van het materiaal en het beheer van het geld. Maman Anne: ‘Zo leren ze hoe een democratie op het laagste niveau werkt. Ze weten in de praktijk wat verkiezingen zijn, welke taken en verantwoordelijkheden de verkozen vertegenwoordigers hebben. Zo werkt een land ook.’
Boembi, de Congolese vertegenwoordiger van Broederlijk Delen, bevestigt de band tussen zelforganisatie en democratie: ‘We leren organisaties hoe ze zich beter kunnen organiseren. Die kennis moeten de koepel-ngo’s doorgeven aan bijvoorbeeld een boerenorganisatie die op haar beurt de boeren ondersteunt en versterkt: de productie verhogen en commercialiseren, hun rechten kennen en verdedigen in groep, groepswinsten sparen en herinvesteren in de gemeenschap -kortom je lot in eigen handen nemen. En door zichzelf te organiseren, oefenen ze op hun niveau in democratie: vertegenwoordigers kiezen, leiders kweken, omgaan met verschillen van mening… Dat stoomt hen klaar om goede politici te kiezen en hen kritisch te bevragen. Wat gaan jullie voor ons doen? Wat is jullie maatschappelijk project? We dromen van een georganiseerde boerenvereniging op provinciaal en nationaal niveau, een rurale civiele maatschappij die de politici niet meer kunnen negeren.’

Praktische bezwaren


Een middenveld op het Congolese platteland opbouwen is een werk op lange termijn, een droom waaraan mensen bouwen en waarvoor ze vechten. Maar tussen die droom en de gerealiseerde daad staan praktische bezwaren -zeker in een Afrikaanse economische context. Naast het verwachte tekort aan geld voor materiaal, affiches, brochures, communicatiemiddelen en bureaus is het grootste struikelblok voor een rurale civiele maatschappij het Congolese wegennet. Hoe organiseer je het platteland als elke boogscheut een hele logistieke en dure operatie wordt? Maman Anne van Midibam: ‘In theorie moeten wij elke vrouwengroep vier keer per jaar opvolgen en begeleiden, maar in Ciaba -35 kilometer van Mbuji-Mayi - komen we maar één keer per jaar. En dat is geen uitzondering.’ De organisaties zonder 4x4 of motor, geld voor benzine en wegenheffingen kreunen luidop.
En als alle Congolese ngo’s samen kreunen, krijg je een luide orkaan. Sinds het Belgische ontwikkelingsgeld niet meer via de staat maar alleen nog via ngo’s gaat, is er immers een boom van ngo’s op gang gekomen. ‘Een inflatie van ngo’s’, noemt Fidèle Banza van de koepelorganisatie Crongd-Lubumbashi het al lachend. ‘In Lubumbashi alleen al zijn er dertig mensenrechtenorganisaties, waarvan drie geloofwaardige. Er zijn zelfs winkels die het voorvoegsel ngo bijschilderen.’ Elke minister, politicus of slimmerik richt een ngo op en zoekt internationale geldschieters -niet voor de gemeenschap, maar voor ‘ik, mezelf en mijn gezin’. De zogenaamde mallettes of aktentas-ngo’s.
Het middenveld is in hetzelfde bedje ziek als de politici en verdedigt vaak eerder individuele belangen dan die van hun gemeenschap. Dat gaat van ontransparante boekhouding, te veel personeel, te hoge lonen, te veel auto’s… tot gefluister over grootschalige corruptie waarbij ngo’s 10 tot 30 procent van hun ontvangen fondsen onder tafel zouden moeten schuiven richting Bececo (Bureau Central de Coordination) dat het ontwikkelingsgeld van de Wereldbank in Congo beheert. Tijdens een werkvergadering met een mank lopende ngo in Mbuji-Mayi klinkt Frank Van Wielendaele van Broederlijk Delen streng: ‘Een ngo is geen machine om geld door te sluizen.’
Lambert Mimpiya, directeur van de cel microkredieten van de Congolese Trust Merchant Bank, evalueerde het Congolese middenveld: ‘De société civile stelt niets meer voor, heeft totaal geen betekenis of invloed. De politici hebben dan ook geen greintje schrik voor deze spelers. Veel middenvelders zien hun positie ook als een springplank naar een postje in de transitiemachinerie. Hoewel ik absoluut pleit voor een gediversifieerd middenveld, is er vandaag de dag bitter weinig samenwerking tussen de organisaties onderling en tussen Kinshasa en de provincies.’

Wezen zonder vadertje Staat


Tussen droom en daad staan praktische bezwaren en in Congo vooral de ontbrekende staat. Hoe een democratie van onderuit opbouwen als de bovenkant niet meewerkt, tegenwerkt of -erger nog- gewoonweg niet bestaat? De basisdemocratie kan en moet groeien, maar stuit in dit land heel snel op een glazen plafond. Neem het voorbeeld van de pédaleurs, jonge mannen die met hun fiets en op louter spierkracht, zware goederen vervoeren, een soort fietscamions. De weg tussen Kabinda en Mbuji-Mayi, 800 kilometer lang, telt 80 posten waar ze taksen moeten betalen aan politieagenten of soldaten, onderbetaalde “ordehandhavers”, met de macht die uit de geweerloop komt. Soms lopen de taksen zo hoog op dat het de moeite niet meer loont om de goederen naar de markt te brengen.
De organisatie Fédération des Hommes Intègres (FHI) verenigt en informeert deze jongemannen over hun rechten. Ze bezorgen hen een lijst met de officiële taksen en na overleg met de “overheid” worden afspraken gemaakt. Resultaat: de pédaleurs betalen effectief een pak minder taksen. Tot zover het succesverhaal, want na zes maanden bleek het experiment niet duurzaam. Félicien Lupungu van FHI: ‘De situatie is weer hetzelfde als voorheen. Wat wil je? Die politieagenten moeten ook leven. Zo lang de staat geen lonen uitbetaalt, is het moeilijk een duurzame oplossing te vinden.’

Democratie tussen je oren


De kers op de taart van de basisdemocratie wordt ongetwijfeld gevormd door de eerste democratische verkiezingen sinds de onafhankelijkheid -in theorie 30 juni 2005. (zie kader) Op een krijtbord in Lubumbashi telt men alvast de dagen af. De ngo Rhecic begon 15 jaar geleden, bij de eerste beloften van Mobutu over verkiezingen en democratie, de bevolking te sensibiliseren. Anne-Marie Mukwayanzo: ‘We leven al meer dan dertig jaar in een dictatuur. Wij weten niet wat democratie en verkiezingen zijn. Laat staan de mensen in de dorpen, die stemmen op de eerste de beste politicus die door het dorp raast en zakken suiker en meel uitdeelt.’
Het is dan ook alle hens aan dek bij de boeren-, vrouwen-, mensenrechten- en kerkorganisaties om de bevolking te informeren en te sensibiliseren. ‘Als je een boer uitlegt hoe hij het best zaait, kan je hem evengoed tussendoor informeren over democratie en de nakende verkiezingen’, legt Fidèle Banza van Crongd uit. ‘Democratie is niet alleen een maatschappelijk systeem, het is vooral ook een mentaliteit. Democratie zit tussen je oren. Congo is ziek: niet alleen de staat, maar ook de mentaliteit is verziekt. Dit land gaat niet veranderen zonder ons.’ Een greep uit de speech die Fidèle afsteekt voor de boerengroep Safina, net buiten de verweesde mijnenstad Kolwezi.
In workshops leert het Congolese volk alles over het belang van verkiezingen, de verschillen tussen een democratie en een dictatuur, het profiel van de verscheidene kandidaten, hoe je een stembulletin invult, het recht op geheim stemmen, dat er geen militairen in het kieslokaal aanwezig mogen zijn, dat je beter stemt voor een politicus met een plan dan voor iemand die T-shirts uitdeelt…
De inhoud wordt zo creatief mogelijk geconcretiseerd: posters, foto’s, cartoons, lokale spreekwoorden, citaten en situaties uit de bijbel, sensibiliseringstoneeltjes, lokale gemeenschapsradio’s… alles zo veel mogelijk in de lokale talen. De afdeling Justice et Paix van het bisdom van Mbuji-Mayi vergelijkt bijvoorbeeld op een affiche het beeld van drie kookpotten met de scheiding van machten. De alfabetiseringsorganisatie Alfa drukt in haar krantje foto’s en cartoons naast de kalender. Een mestkever op de kaart van Congo symboliseert een land en volk die achteruit lopen, de weg kwijt zijn en leven van andermans inspanningen.

Vermenigvuldigingscoëfficiënt


Een land dat tachtig maal groter is dan België, 58 miljoen inwoners en 28 miljoen kiezers telt, met verwaarloosbare én verwaarloosde wegen en infrastructuur: hoe bereik je daar zoveel mogelijk mensen met je boodschap? Door de tactiek van vermenigvuldiging. Vorm een groep formateurs en laat hen elk op hun beurt hun kennis doorgeven aan hun achterban of regio. Fulgence Muteba, secretaris van de bisschoppenconferentie, schat dat de katholieke structuur alleen al 50.000 mensen heeft opgeleid die in theorie tien miljoen mensen bereiken. Zo sijpelt de informatie door tot in de verste uithoeken en kleinste dorpen. Massamedia spelen maar een kleine rol. Zo goed als geen enkele krant in Kinshasa kan zich een nationale oplage veroorloven. En wie heeft nog geld om batterijen -laat staan een radio- te kopen? De kerkelijke boomstructuur is een ware zegen voor wie de bevolking wil sensibiliseren.
Fulgence Muteba van de bisschoppenconferentie: ‘De kerk is -in tegenstelling tot de politieke partijen- de enige structuur die over heel het land ingebeiteld zit. Op de meest afgelegen plekken hebben wij een lokale structuur. En wij brengen overal dezelfde boodschap. Van de 47 bisdommen hebben we er al 37 bereikt. Dat is een ongelooflijk en onvervangbaar werk.’
Maar op het terrein moppert men dat de hiërarchische top niet altijd even bereidwillig is.
Fidèle Banza van Crongd: ‘Er is een verschil tussen de hiërarchie en de basis. De top is conservatief en wil haar monopolie behouden.’ De kerk is ook niet meteen een schoolvoorbeeld van basisdemocratie. Zo vertelt Fidèle het sprekende voorbeeld van een bisschop die een vorming opzette over basisdemocratie. Het resultaat was dat hij het voorzitterschap binnen zijn ngo verloor bij de eerstvolgende verkiezingen. ‘Dat was niet mijn beste dag en heeft me veel problemen bezorgd.’ Verhalen over corruptie binnen de kerk en sjoemelende bisschoppen zijn ook schering en inslag.

Als Als Als


De verwachtingen bij de bevolking zijn hooggespannen. Veel mensen stellen verkiezingen gelijk aan een mirakel: onderwijs, gezondheidszorg, wegen… zullen als bij toverslag verschijnen met een democratisch verkozen regering. Godefroid Lumisa, journalist van het persagentschap Syfia, houdt zijn hart vast: ‘Mensen hebben na 15 jaar transitie alle geloof in de huidige machthebbers verloren. Ze hopen dat de verkiezingen een einde maken aan de chaos. Ik voorspel een moeilijke en gewelddadige periode na de verkiezingen.’
Dat wil zeggen: àls er verkiezingen komen. Pascal Rukengwa van de Commission Electorale Indépendante, verantwoordelijk voor de organisatie van de verkiezingen, is voorzichtig optimistisch, met een licht ironische glimlach rond zijn mondhoeken: ‘Het is de eerste keer dat we een niveau bereikt hebben dat het kan lukken.’ Alhoewel. De electorale agenda is lang: eerst een volkstelling, dan de bevolking sensibiliseren over waarom gaan stemmen, dan informeren over hoe ze moeten stemmen.
Verder moet er nog een referendum gehouden worden over de te kiezen staatsvorm, dan komt de kieswet (over bijvoorbeeld het aantal rondes, leeftijdsgrens) aan de beurt, en de grondwet moet nog afgerond worden. Over precieze deadlines moest begin februari nog diep nagedacht worden. Én de Electorale Commissie, die heel de boel moet coördineren, heeft nog geen cent van haar beloofde 7 miljoen dollar werkingsgeld gezien.
Er liggen nog grote rotsblokken op de weg naar de verkiezingen. Om 40.000 kiesbureaus, 36.000 registratieagenten, 9000 registratiecentra, 200.000 hoofd- en bijzitters te voorzien, is 285 miljoen dollar nodig. Daarvan is nog maar 130 miljoen dollar bijeengescharreld bij de Verenigde Staten, de Europese Unie en België. De Congolese staat heeft wat kruimels ter waarde van 150.000 dollar geïnvesteerd in haar eigen toekomst.
Verder woedt in Oost-Congo nog een gewelddadige roofoorlog en is de geplande eenmaking van het leger nog dode letter. De huidige machthebbers in de overgangsregering bedenken het ene vertragingsmanoeuvre na het andere en houden meer dan een handvol gewapende mannen klaar in “hun” district om zich indien nodig terug te trekken. Vermoedens rijzen dat sommige spelers bewust een sfeer van onveiligheid creëren om de verkiezingen te boycotten. Behalve de bevolking hebben nu eenmaal te weinig spelers belang bij vrede en verkiezingen.
En als er verkiezingen komen, vraagt elk intelligent mens zich af op wie hij in hemelsnaam moet stemmen. Journalist Godefroid Lumisa: ‘Veel intellectuelen gaan niet stemmen. Geen enkele partij of politicus heeft een programma. Het zijn dezelfde vogels met verschillende pluimen.’ De drie leiders van de oorlogvoerende partijen -Kabila, Bemba en Ruberwa- hebben zich zelfs nog niet kandidaat gesteld en militairen mogen dat in principe zelfs niet. Naar alle verwachtingen gaan de mensen ook traditiegetrouw op de man van hun regio stemmen. Tribalisme of ethnicisme gaan -alle bewustmakingscampagnes ten spijt- toch zeker deze eerste verkiezingen nog beïnvloeden.
Of het getimmer van onderuit de weinige beweging van bovenuit inhalen of botst men op de inertie van de ambitieuze machthebbers? ‘De filosofie van de basisdemocratie werkt pas op heel lange termijn, maar ik ben er van overtuigd dat als de basis sterk is, de top oplost als een klontje suiker in koffie.’ Damien Boembi verliest de moed niet. ‘Maar we kunnen het niet zonder de inspanningen van de internationale gemeenschap.’ Ondertussen blijven de Congolezen erin geloven. Ze drukken bemoedigende slogans zoals Congo un pays fort op pagnes en hemden. Ze schilderen hoopvolle winkelopschriften zoals Pharmacie Esperance en Salon Patience. En ze blijven timmeren aan de weg.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.