Congolese ngo's eisen uitlevering Ntaganda

De Congolese ngo’s willen een einde maken aan de ‘cultuur van de straffeloosheid’. Eerder hadden ze zich al verheugd getoond over de vraag van Human Rights Watch om Ntaganda, de afvallige officier van het rebellenleger Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP), te berechten.

Noodkreet

Ook de voorzitters van het parlement en de senaat, premier Adolphe Muzito en andere prominenten ontvingen de brief van de 51 ngo’s. De Congolese organisaties willen naar eigen zeggen een ‘noodkreet’ uitbrengen. Veiligheid en duurzame vrede in Congo is, zo menen ze, onmogelijk zonder gerechtigheid.
De Congolese overheid moet daarom haar internationale verplichtingen nakomen en Bosco Ntaganda aan Den Haag uitleveren. De krijgsheer wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden die hij in de jaren 2002 en 2003 zou hebben gepleegd in het Ituri-district in het noorden van het land.

Belediging voor de gerechtigheid

Dat Ntaganda nog steeds op vrije voeten is en zelfs medewerking verleent aan de gezamenlijke Congolees-Rwandese operaties, verbaasd de ngo’s. Hij zou zelfs grote verantwoordelijkheden krijgen. De ngo’s noemen de huidige situatie een belediging voor de gerechtigheid. Bovendien getuigt het van een zekere ironie ten opzichte van de slachtoffers dat de ‘beulen van gisteren’ de ‘beschermers van vandaag’ geworden zijn.
Ook in de provincie Noord-Kivu zou Ntaganda misdrijven begaan hebben. Als stafchef bekleedde hij een belangrijke positie binnen de CNDP. Hoe CNDP-strijders onder Ntaganda’s leiding in Kiwanja meer dan 150 mensen vermoordden, weten de ngo’s maar al te goed. “Ze werden laf afgeslacht als beesten”.
In de Ituri-streek richtte Ntaganda veel onheil aan door koelbloedig duizenden mensen te laten vermoorden. Deze gebeurtenissen hebben bij de overlevenden zware littekens nagelaten. Net daarom moet de arrestatie en berechting van Ntaganda tot voorbeeld worden gesteld, vinden de Congolese organisaties. President Kabila moet meer bereidwilligheid aan de dag leggen om de straffeloosheid in het Centraal-Afrikaanse land uit te bannen.