Corruptiebestrijding in Zambia trappelt ter plaatse

De ACC zit niet stil, zegt waarnemend directeur Rosewin Wandi. “Er werden arrestaties uitgevoerd en we brachten zaken voor de rechtbank waar er genoeg bewijzen konden worden gevonden”. Volgens Wandi heeft 60 tot 70 procent van de klachten die de ACC behandelt betrekking op ambtenaren, terwijl ongeveer 20 procent gericht is tegen mensen uit het bedrijfsleven.
De ACC werd al in 1980 opgericht als een onafhankelijk overheidsorgaan. Premier Rupiah Banda zegde begin vorig jaar nog eens de steun van heel zijn regering toe voor de strijd tegen de corruptie. Dat deed hij toen Zambia als 17de meest corrupte land verscheen op de Internationale Corruptie Perceptie-index voor 2007 van Transparency International.

Anders en beter

Reuben Lifuka van de Zambiaanse afdeling van Transparency International gelooft dat het vooral het zwakke gerecht in Zambia is dat ambtenaren en beleidsmakers in Zambia in de verleiding brengt. “De vertragingen doen bij sommige mensen de vraag rijzen of de strijd tegen de corruptie wel iets uithaalt.” Volgens Lifuka moeten de ACC en de betrokken gerechtelijke instanties dringend geëvalueerd worden. “Wat niet goed werkt, moet weg, en wat wel werkt moet versterkt worden.”
Lifuka vindt dat president Banda niet mag aarzelen regeringsmedewerkers of ambtenaren te ontslaan als ze zich schuldig maken aan corruptie. Zambia zou er volgens hem ook goed aan doen de VN-conventie tegen corruptie te ratificeren. Verder zouden er in alle ministeries en overheidsagentschappen controlecomités moeten komen die een oogje in het zeil kunnen houden.
Noorwegen, een belangrijk donorland in Zambia, voert de druk ook op. De Noorse ambassadeur, Gunnar Boe, vindt dat de autonomie van de Anticorruptiecommissie en van het Zambiaanse Rekenhof versterkt moeten worden. Boe stelt ook voor de werking van de ACC te regionaliseren.