Costa Rica boort naar aardwarmte in natuurreservaten

De Costa Ricaanse regering heeft een wetsontwerp klaar dat het aanboren van vulkanische gebieden in nationale parken mogelijk maakt. Dat wordt nu in het parlement behandeld. De zaak ligt gevoelig. Costa Rica voert natuurbescherming hoog in het vaandel, onder meer omdat de natuur veel toeristen aanlokt. 
Het Instituto Costarricense de Electricidad (ICE), de openbare elektriciteitsmaatschappij, publiceerde al in januari een aanbesteding voor de aankoop van materieel voor de geothermische centrale van Las Pailas, op de flank van de beschermde vulkaan Rincón de la Vieja.
De centrale van Las Pailas zou een vermogen van 35 Megawatt kunnen ontwikkelen en moet in 2011 in dienst genomen worden. Dat jaar zou ook het werk aan een derde project beginnen, op een andere flank van de Rincón de la Vieja.
Volgens de voorzitter van het ICE, Pedro Pablo Quirós, hebben geologen in het noorden van het land sites geïdentificeerd die een gezamenlijk vermogen van 800 Megawatt zouden kunnen opleveren. Die gebieden strekken zich uit van de vulkaan Poás tot de Nicaraguaanse grens. Ook dat zijn beschermde natuurgebieden.

Giftige gassen

Angerline Marín, de voorzitter van de Costa Ricaanse milieubeweging Apreflofas, kant zich tegen “welke verdere opening van de nationale parken ook”. De regering heeft er volgens haar al verkeerd aan gedaan de nationale parken open te stellen voor het toerisme.
Volgens Apreflofas is het ministerie van Milieu, Energie en Telecommunicatie er niet in geslaagd een beleid te ontwikkelen dat de schade aan het milieu voorkomt. Het boren naar aardwarmte zal nog nadeliger uitvallen voor fauna en flora, vreest Marín. Samen met de stoom kunnen bijvoorbeeld ook giftige gassen naar boven komen.  Apreflofas pleit voor zonne- en windenergie, technieken die een kleinere impact hebben op het milieu. Marín gelooft ook dat de aardwarmteprojecten niet gericht zijn op de energiebehoefte van Costa Rica – het zou de bedoeling zijn de energie uit te voeren.
ICE-voorzitter Quirós zegt dat de energie uit aardwarmte in Costa Rica zal blijven. Voor de ICE is natuurbescherming fundamenteel, verdedigt hij zichzelf. Maar “we mogen Costa Rica toch niet zeggen dat het moet ophouden met groeien. Als we geen gebruik mogen maken van aardwarmte, kunnen we alleen nog aan kerncentrales denken.”

Diesel

Costa Rica heeft al een geothermische centrale met een vermogen van 163,5 Megawatt op de vulkaan Miravalles. De centrale draait sinds 1994 en bestaat intussen uit vijf eenheden. “Er stond geen enkele boom toen wij er begonnen”, zegt Quirós. “Nu is het hele gebied herbebost.”
Costa Rica produceert ongeveer 80 procent van zijn huidige stroomverbruik in waterkrachtcentrales. In het droge seizoen is die energiebron niet erg betrouwbaar. De invoer van diesel om de thermische elektriciteitscentrales in het land te doen draaien, kost Costa Rica ongeveer 200 miljoen euro per jaar. Dat bedrag kan gehalveerd worden als er meer aardwarmte wordt aangesproken schat Quirós. Minder diesel verbruiken betekent ook het milieu sparen.
Geothermie maakt gebruik van de hitte die in vulkanische gebieden in de ondergrond heerst. Via boorputten wordt heet water of stoom opgepompt, waarmee turbines worden aangedreven die stroom opwekken. Het afgekoelde water wordt terug in het diepe gesteente gespoten, waar het weer kan opwarmen. In de boorputten in Costa Rica wordt water of stoom van 100 tot 400 graden gevonden. Daarvoor moeten wel putten van 1,7 tot 3,7 kilometer diep worden geboord.