Cuba test schorpioengif voor kankerbestrijding

Het klinische vooronderzoek zit in de eindfase en de wetenschappers hopen binnen niet al te lange tijd een verzoek tot registratie van het middel in te dienen, zegt microbioloog Alexis Díaz, hoofd van het onderzoeksteam van het Labiofam-laboratorium.
Labiofam werkt bij het onderzoek samen met het Pedro Kouri Instituut voor Tropische Medicijnen en het Oncologieziekenhuis in Havana. Dagelijks staan er al patiënten voor de deur die het ongebruikelijke middel, dat gemaakt wordt uit schorpioengif, willen proberen.
“Ik moest in april van dit jaar geopereerd worden aan een kwaadaardig gezwel in de amandelen. Tweemaal daags dronk ik een dosis gif, verdund met water. Na twee maanden merkte ik verbetering. Ik kan nu weer zelf eten en ik ben aangekomen in gewicht. Ik ben weer een actief mens”, zegt Pedro Gutiérrez, een 45-jarige advocaat.
Het schorpioenengif werd aanvankelijk bestudeerd door wetenschappers in Guantánamo, in het oosten van Cuba. In het midden van de jaren negentig werd voor het product de merknaam Escozul geregistreerd. Een naam die nog kan veranderen.
Díaz aarzelt om te zeggen wanneer het product op de markt komt. “We hebben patiënten behandeld, zowel Cubaanse als buitenlandse, en op grond daarvan gegevens verzameld over de effecten van het middel. Maar dat zijn geen onderzoeken die wetenschappelijk aantonen dat er tumors mee behandeld kunnen worden”, legt hij uit.
De werking van het middel varieert per patiënt, blijkt uit testen die tot nu toe werden uitgevoerd. “Mensen met hetzelfde ziektebeeld, reageren er verschillend op. Leeftijd, de ernst van de ziekte, de locatie van de uitzaaiingen en ook de emotionele toestand van de patiënt hebben invloed. Als een patiënt depressief is, functioneert het immuunsysteem niet optimaal”, zegt Neysa Verges, hoofd van Labiofam.
Labiofam heeft geen vertegenwoordigers in andere landen en coördineert geen reizen naar Cuba voor mensen die het middel willen proberen, zegt hij.